30 NOVEMBER 2023. - Koninklijk besluit houdende uitvoering van artikel 9 van de wet van 6 november 2022 betreffende de verbetering van de binnenluchtkwaliteit in gesloten plaatsen die publiek toegankelijk zijn
Art. 1-5
Artikel 1. De leidend ambtenaar van de Juridische Dienst van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu is belast met het voorstellen van een administratieve geldboete aan de daders van inbreuken bedoeld in artikel 9 van de wet van 6 november 2022 betreffende de verbetering van de binnenluchtkwaliteit in gesloten plaatsen die publiek toegankelijk zijn.
Art.2. § 1. Indien de procureur des Konings afziet van de strafvervolging of verzuimt van zijn beslissing kennis te geven binnen de termijn bepaald in artikel 9, § 4, van voornoemde wet van 6 november 2022, stelt de in artikel 1 bedoelde ambtenaar bij aangetekende brief kennis aan de betrokkene van zijn voornemen een administratieve boete voor te stellen. In deze brief verzoekt hij de betrokkene, binnen een termijn van dertig kalenderdagen, te rekenen vanaf de datum waarop de aangetekende brief aan de betrokkene zijn woonplaats is aangeboden, zijn verweermiddelen bij aangetekende brief of elektronisch in te dienen.
§ 2. Indien het administratief dossier dat naar aanleiding van de inbreuk werd samengesteld nog andere stukken bevat dan het proces-verbaal en de eventuele kennisgeving van de procureur des Konings, vermeldt de in het eerste lid bedoelde brief eveneens dat de betrokkene het dossier mag komen raadplegen.
§ 3. De betrokkene heeft het recht te vragen om gehoord te worden.
Art.3. Na onderzoek van de verweermiddelen en in voorkomend geval na de betrokkene te hebben gehoord, neemt de in artikel 1 bedoelde ambtenaar een met redenen omklede beslissing. De beslissing wordt aan de betrokkene bekendgemaakt bij aangetekende brief binnen een termijn van negentig kalenderdagen, te rekenen vanaf de datum van verzending van de in artikel 2, § 1, bedoelde brief, eventueel vergezeld van een verzoek tot betaling van de administratieve geldboete. Indien de betrokkene wordt gehoord, wordt deze termijn verlengd met dertig kalenderdagen.
Art.4. Indien een administratieve geldboete wordt opgelegd, wordt in de in artikel 3 bedoelde aangetekende brief vermeld dat de betaling binnen de zestig kalenderdagen na datum van verzending van die brief moet uitgevoerd worden. De datum van het postmerk heeft bewijskracht voor de verzending van het aangetekend schrijven.
Art. 5. De minister bevoegd voor Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.