Details





Titel:

8 SEPTEMBER 2023. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2017 tot uitvoering van het decreet van 12 juli 2013 betreffende maatwerk bij collectieve inschakeling



Inhoudstafel:


Art. 1-12



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2017011585 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Artikel 12 van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2017 tot uitvoering van het decreet van 12 juli 2013 betreffende maatwerk bij collectieve inschakeling wordt vervangen door wat volgt:
  "Art. 12. Personen die beschikken over een advies collectief maatwerk komen in aanmerking voor ondersteuning als doelgroepwerknemer.
  De VDAB kent een advies collectief maatwerk toe aan de persoon die aan een van de volgende voorwaarden voldoet:
  1° de persoon behoort tot een van de categorieën, vermeld in artikel 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juli 2008 betreffende de professionele integratie van personen met een arbeidshandicap, en heeft behoefte aan werkondersteunende maatregelen;
  2° de persoon heeft een arbeidsbeperking, op grond van een indicering op basis van de indicaties, vermeld in artikel 13 van dit besluit, die de VDAB of een dienstverlener die de VDAB heeft aangewezen, heeft uitgevoerd, die een behoefte aan werkondersteunende maatregelen aangeeft.
  Het advies collectief maatwerk, vermeld in het tweede lid, vervalt na vijf jaar als de persoon nog werkzoekend is. De VDAB stelt in voorkomend geval opnieuw de behoefte aan werkondersteunende maatregelen vast van de voormelde persoon.
  Met behoud van de toepassing van het tweede en derde lid kent de VDAB een advies collectief maatwerk toe aan de uiterst kwetsbare persoon, vermeld in artikel 3, 2°, c), van het decreet van 12 juli 2013, die op grond van een indicering op basis van de indicaties, vermeld in artikel 13 van dit besluit, die de VDAB of een dienstverlener die de VDAB heeft aangewezen, heeft uitgevoerd, gedurende maximaal twee jaar een behoefte aan werkondersteunende maatregelen heeft.".

Art.2. In artikel 15, § 2, tweede lid, van hetzelfde besluit worden tussen het woord "evaluatieformulier" en het woord "minimaal" de woorden "en het persoonlijk ontwikkelingsplan" ingevoegd.

Art.3. In artikel 20 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid vervangen door wat volgt:
  "De Adviescommissie Sociale Economie organiseert een overleg binnen zestig dagen na de datum waarop de aanvrager de beslissing over de ontvankelijkheid, vermeld in artikel 18, heeft ontvangen.".

Art.4. In artikel 28 van hetzelfde besluit wordt het woord "veertien" vervangen door het woord "dertig".

Art.5. In artikel 41 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in paragraaf 1 wordt het tweede lid vervangen door wat volgt:
  "Het persoonlijk ontwikkelingsplan omvat een actieplan op maat van de doelgroepwerknemer dat al de volgende elementen bevat:
  1° de persoonsgegevens van de doelgroepwerknemer;
  2° de huidige generieke en technische competenties van de doelgroepwerknemer;
  3° de toekomstige generieke en technische competenties van de doelgroepwerknemer;
  4° minimaal twee verbeteracties voor de generieke of technische competenties van de doelgroepwerknemer.";
  2° paragraaf 3 wordt opgeheven.".

Art.6. Artikel 42 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt:
  "Art. 42. Het maatwerkbedrijf en de maatwerkafdeling richten de verbeteracties, vermeld in artikel 41, § 1, tweede lid, 4°, op doorstroom bij doelgroepwerknemers met een lage begeleidingsbehoefte.".

Art.7. Aan artikel 50, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt een punt 6° toegevoegd, dat luidt als volgt:
  "6° een loonpremie van 45% als vermeld in artikel 34, eerste lid, 2°, en een gemiddelde intensiteit van begeleiding op de werkvloer voor de doelgroepwerknemer, vermeld in artikel 12, tweede lid, 1° en 2°, die wordt wedertewerkgesteld als vermeld in artikel 57/1.".

Art.8. In artikel 54 van het besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in punt 2° worden de woorden "of gelijkwaardig" opgeheven;
  2° er wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt:
  "De minister kan de diplomavoorwaarde, vermeld in het eerste lid, 2°, uitbreiden met diplomavoorwaarden of werkervaringen die de minister gelijkwaardig acht.".

Art.9. Aan artikel 82, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt een punt 10° toegevoegd, dat luidt als volgt:
  "10° een vertegenwoordiger van de uitzendsector.".

Art.10. Artikel 84 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art.11. Artikel 107 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt:
  "Art. 107. De beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen blijven elk hun erkenning behouden tot uiterlijk 30 juni 2028.".

Art. 12. De Vlaamse minister, bevoegd voor sociale economie, is belast met de uitvoering van dit besluit.