Details





Titel:

1 OKTOBER 2023. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 oktober 1979 met het oog op het aanduiden van de bevoegde vrederechter om de scheidsrechters aan te stellen in het kader van de bezwaarprocedure tegen het kadastraal inkomen van een in het buitenland gelegen onroerend goed



Inhoudstafel:


Art. 1-4



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1979101003 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In artikel 10, § 1, van het koninklijk besluit van 10 oktober 1979 tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen op het stuk van onroerende fiscaliteit wordt tussen het tweede en derde lid een lid ingevoegd, luidende:
  "Indien het onroerend goed in het buitenland gelegen is, is de bevoegde rechter de vrederechter van het vredegerecht van de woonplaats of van de statutaire zetel van de bezwaarindiener, of, in voorkomend geval, van de woonplaats of van de statutaire zetel van één van de bezwaarindieners.
  Indien de bezwaarindiener geen woonplaats of statutaire zetel in België heeft, is de bevoegde rechter de vrederechter van het vredegerecht van het eerste kanton van Brussel."

Art.2. In artikel 12, § 3, eerste lid, van hetzelfde besluit, wordt het woord "bevoegdheid" vervangen door het woord "bekwaamheid".

Art.3. In artikel 13 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  a) in paragraaf 2 worden de woorden "ter post aangetekend schrijven" vervangen door de woorden "aangetekende zending";
  b) het artikel wordt vervolledigd met een paragraaf 3, luidende:
  " § 3. In afwijking van paragraaf 2, indien het onroerend goed in het buitenland is gelegen, wordt er geen plaatsbezoek uitgevoerd en laten de scheidsrechters, bij de ontvangst van die kennisgeving, aan beide partijen, desgevallend onder hun aller handtekening, schriftelijk weten op welke plaats, dag en uur zij de partijen in hun beweringen en opmerkingen zullen horen. Dit schrijven moet aan de partijen worden gericht ten minste vijf werkdagen vóór de dag van dit onderhoud. Van ieder stuk dat door een partij aan de scheidsrechters wordt meegedeeld, moet meteen door haar aan de andere partij, bij aangetekende zending, een afschrift worden gezonden.".

Art. 4. De Minister bevoegd voor Financiën en de Minister bevoegd voor Justitie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.