Details





Titel:

7 SEPTEMBER 2023. - Besluit nr. 2023/970 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de toekenning van een vergoeding voor begrafeniskosten in geval van overlijden van een personeelslid van Bruxelles Formation



Inhoudstafel:


Art. 1-9



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Dit besluit regelt een aangelegenheid zoals bedoeld in de artikelen 127 en 128 van de Grondwet krachtens artikel 138 ervan.

Art.2. Dit besluit is van toepassing op de statutaire personeelsleden, de stagiairs en de contractuele personeelsleden van Bruxelles Formation.

Art.3. Bij overlijden van een personeelslid wordt een vergoeding wegens begrafeniskosten toegekend aan ieder natuurlijk persoon of rechtspersoon, of verdeeld onder de natuurlijke personen en/of de rechtspersonen die aantonen de begrafeniskosten op zich te hebben genomen.
  Worden evenwel uitgesloten van de vergoeding wegens begrafeniskosten:
  1° de personen op wie artikel 4.6 van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek van toepassing is;
  2° begrafenisondernemers, hun verwanten, hun aangestelden of lasthebbers, behoudens wanneer zij de echtgenoot/echtgenote, de wettelijk samenwonende of een bloed- of aanverwant tot de derde graad van de overledene zijn;
  3° de privaatrechtelijke rechtspersonen die, in uitvoering van een verzekeringscontract, de gemaakte begrafeniskosten geheel of gedeeltelijk ten laste hebben genomen.

Art.4. De vergoeding wordt toegekend:
  1° als de overledene een statutair personeelslid is, als deze zich de dag vóór het overlijden in dienstactiviteit, in disponibiliteit of in non-activiteit in het kader van verminderde prestaties wegens persoonlijke aangelegenheid bevindt;
  2° als de overledene een stagiair is met het oog op een benoeming, als deze zich de dag vóór het overlijden in dienstactiviteit of in disponibiliteit wegens ziekte bevindt;
  3° als de overledene een contractueel personeelslid is, als deze zich de dag vóór het overlijden in een situatie bevindt waarin hij geldelijke anciënniteit verwerft of in een van de situaties bedoeld in artikel 86, § 1, 1° a) en b), 2° en 3° van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994.

Art.5. Het bedrag van de vergoeding voor de begrafeniskosten is gelijk aan de kosten die werkelijk gemaakt werden, zonder het bedrag te overschrijden dat overeenkomt met de bezoldiging die volledig verschuldigd is of die volledig verschuldigd zou zijn geweest aan de overledene voor de maand voorafgaand aan het overlijden. Deze bezoldiging omvat, in voorkomend geval, de toelagen die het karakter van een toebehoren van de wedde hebben. Voor de personeelsleden in disponibiliteit wordt de laatste bruto-activiteitsbezoldiging, zo nodig:
  a) aangepast aan de wijzigingen als gevolg van de schommelingen van het algemeen indexcijfer der kleinhandelsprijzen van het Rijk;
  b) herzien overeenkomstig artikel 9 van het koninklijk besluit van 22 juli 1964.
  De vergoeding mag het twaalfde niet overschrijden van het bedrag vastgesteld bij toepassing van artikel 39, eerste, derde en vierde leden van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971.

Art.6. De bij dit besluit bepaalde vergoeding mag met soortgelijke, krachtens andere wettelijke of regelgevende bepalingen toegekende vergoedingen, slechts ten belope van het maximumbedrag dat volgens de voorwaarden gepreciseerd in artikel 5 kan worden toegekend, worden gecumuleerd.

Art.7. Wegens het gedrag van de gerechtigde ten opzichte van de overledene, of wegens elke andere geldige en objectieve reden, kan de minister of zijn afgevaardigde, in uitzonderingsgevallen en bij behoorlijk gemotiveerde beslissing, beslissen de vergoeding niet uit te keren of ze ten bate van één of meer gerechtigden uit te keren.

Art.8. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2023.

Art. 9. Het lid van het College bevoegd voor Beroepsopleiding wordt belast met de uitvoering van dit besluit.