4 SEPTEMBER 2023. - Koninklijk besluit tot regeling van de terugbetaling door de Federale Overheidsdienst Justitie van kosten gemaakt door de steden en gemeenten op wiens grondgebied zich in 2023 een detentiehuis bevindt
Art. 1-11
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
1° de minister: de minister van Justitie;
2° de detentiehuizen: de detentiehuizen met name genoemd in artikel 1 van het koninklijk besluit van 17 augustus 2019 tot uitvoering van de bepalingen van de basiswet van 12 januari 2005 betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden inzake de bestemming van de gevangenissen en de plaatsing en de overplaatsing van de gedetineerden;
3° het bewijsstuk: elk document dat de realiteit en de wettigheid van een uitgave rechtvaardigt.
Art.2. De minister kent een subsidie toe aan gemeenten en steden voor de kosten verbonden aan de volgende objectieven:
- het bevorderen van de integratie van het detentiehuis op hun grondgebied;
- het bevorderen van de toegankelijkheid van de diensten van de gemeenten en steden voor de gedetineerden die in het detentiehuis verblijven;
- het bijdragen aan elk initiatief dat de maatschappelijke re-integratie van gedetineerden die in het detentiehuis verblijven bevordert.
Art.3. § 1. Voor de subsidie, vermeld in artikel 2, komen alleen volgende uitgaves, gedaan tussen 1 januari en 31 december van het jaar waarop de subsidie betrekking heeft, in aanmerking voor subsidiëring:
1° voor de personeelskosten: de brutosalarissen of -lonen, met inbegrip van alle wettelijk verplichte werknemers- en werkgeversbijdragen voor de betrokken personeelsleden, in verhouding tot de tijd die besteed is aan de gesubsidieerde activiteiten;
2° voor de werkingskosten:
- de kosten die exclusief betrekking hebben op de uitvoering van de activiteiten en die verifieerbaar zijn;
- de kosten voor tijdelijke medewerkers;
- de afschrijvingskosten voor de aankoop van materiaal in het kader van het project, waarbij een afschrijvingstermijn van minstens 3 jaar wordt gehanteerd;
- de huisvestingskosten voor gebouwen, uitrusting en infrastructuur
3° de overheadkosten: maximaal 10% van de door de subsidieverstrekker uiteindelijk aanvaarde uitgaven of kosten komen in aanmerking als overheadkosten.
Alleen overheadkosten die direct gerelateerd zijn aan het project zijn aanvaardbaar.
§ 2. Volgende kosten komen niet in aanmerking voor subsidiëring:
1° de afschrijvingskosten voor het gebruik van bestaande infrastructuur of infrastructuurwerken;
2° de kosten voor reizen, voor receptie, sponsoringskosten;
3° de kosten voor luxeartikelen.
§ 3. De subsidie, vermeld in artikel 2, kan niet aangewend worden voor de aanleg van reserves.
Art.4. Deze subsidies zullen aangerekend worden op sectie 12, artikel 2.12.3, BA 12 51 43.22.04 van de algemene uitgavebegroting.
Art.5. De subsidie bestaat uit een forfaitair bedrag van maximaal 1.667,00 € per voorziene plaats in één of meer detentiehuizen, met een maximum van 100.000,00 € per gemeente.
Dit bedrag komt overeen met een volledig jaar gebruik van het detentiehuis.
De subsidie houdt op te bestaan bij de sluiting van het detentiehuis.
Art.6. De bedragen vermeld in artikelen 2 tot 4 van dit besluit zijn niet gekoppeld aan enigerlei index.
Art.7. § 1. Onder voorbehoud van beschikbare kredieten, gebeurt de vereffening van de subsidie in twee schijven.
§ 2. De eerste schijf wordt vastgelegd op 70% van het bedrag van de jaarlijkse subsidie.
Deze eerste schijf wordt uitbetaald bij de inwerkingtreding van de krachtens artikel 2 vastgestelde ministeriële besluit tot vaststelling van het totale subsidiebedrag voor een bepaalde gemeente.
§ 3. De tweede schijf wordt vastgelegd op 30% van het bedrag als saldo van de jaarlijkse subsidie.
Dit saldo wordt uitbetaald na controle en goedkeuring van de door de stad of de gemeente vóór 15 april van het volgende kalenderjaar ingediende financieel dossier.
Dit dossier bevat zowel een activiteitenverslag waaruit moet blijken welke initiatieven zoals bedoeld in artikel 2 werden genomen als een financieel verslag met alle bewijsstukken betreffende de in het activiteitenverslag beschreven initiatieven.
§ 4. Indien een detentiehuis gesloten wordt in de loop van een exploitatiejaar wordt het eindsaldo, crediteur of debiteur, in proportioneel met het aantal openingsdagen bepaald.
§ 5. Indien een detentiehuis in de loop van een exploitatiejaar wordt geopend, wordt het totale bedrag van de eerste subsidie proportioneel bepaald in verhouding tot het aantal werkingsdagen, waarbij als aanvangsdatum de datum van inwerkingtreding van het koninklijk besluit tot opneming van het nieuwe detentiehuis in de lijst van gevangenissen bedoeld in artikel 1 van voormeld koninklijk besluit van 17 augustus 2019 wordt genomen.
Art.8. De uitbetaling van de subsidie kan worden onderbroken, aangepast, of teruggevorderd in geval van:
- oneigenlijk gebruik van de subsidie;
- vaststelling dat een deel of het geheel van de opdracht niet wordt uitgevoerd.
Indien blijkt na een controle dat de subsidie onrechtmatig betaald werd, zal de administratie de gesubsidieerde vragen het teveel betaalde bedrag terug te storten of dit bedrag afhouden van de volgende schuldvordering.
Art.9. De steden en gemeenten maken hun schuldvordering ten laatste voor de eerste juli van het volgende jaar over aan de Federale Overheidsdienst Justitie.
Art.10. Dit besluit heeft uitwerking met ingang op de dag van zijn ondertekening en treedt buiten werking op 31 december 2023.
Art. 11. De minister, bevoegd voor Justitie, is belast met de uitvoering van dit besluit.