Details





Titel:

26 OKTOBER 2023. - Koninklijk besluit betreffende de toekenning van maaltijdcheques aan de personeelsleden van het federaal administratief openbaar ambt



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Maaltijdcheques
Art. 1-5
HOOFDSTUK II. - Wijziging van het koninklijk besluit van 13 juli 2017 tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt
Art. 6-7
HOOFDSTUK III. - Inwerkingtreding en uitvoeringsbepaling.
Art. 8-9



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2017040352 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Maaltijdcheques
Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op de personeelsleden van het federaal administratief openbaar ambt zoals vastgelegd bij artikel 1 van de wet van 22 juli 1993 houdende bepaalde maatregelen inzake ambtenarenzaken.
  Dit besluit is eveneens van toepassing op de mandaathouders die binnen de diensten opgenomen in hetzelfde artikel 1 van dezelfde wet een managementfunctie uitoefenen in het kader van een mandaat van bepaalde duur als hun totale bezoldiging niet voorziet in de forfaitaire terugbetaling van onkosten.

Art.2. Het personeelslid ontvangt één elektronische maaltijdcheque per gepresteerde dag.
  In afwijking van het eerste lid wordt het personeelslid dat de in artikel 86 van het koninklijk besluit van 13 juli 2017 tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt, bedoelde maandelijkse forfaitaire verblijfsvergoeding ontvangt uitgesloten van het voordeel van de maaltijdcheque.

Art.3. De nominale waarde van de maaltijdcheque bedraagt zes euro waarvan 1,09 euro een bijdrage is van het personeelslid en 4,91 euro ten laste is van de federale dienst.
  De in het eerste lid bedoelde nominale waarde is een bedrag dat niet onder de indexeringsregeling valt.
  De maaltijdcheques zijn nominatief. Ze worden uiterlijk op de laatste werkdag van de maand die volgt op de kalendermaand waarvoor ze verschuldigd zijn ter beschikking gesteld van het personeelslid.

Art.4. § 1. De dagen die in aanmerking moeten worden genomen voor de berekening van het aantal maaltijdcheques waarop het personeelslid recht heeft, zijn de gepresteerde dagen, die gedefinieerd worden als de dag, de halve dag of, in voorkomend geval, elke aangevatte prestatie waarbij het personeelslid daadwerkelijk werkt volgens het werkrooster overeengekomen met de federale dienst.
  In het geval een personeelslid teruggeroepen wordt uit rust wordt voor de nieuwe aangevatte prestatie een maaltijdcheque toegekend.
  In afwijking van het eerste lid stelt de leidend ambtenaar de lijst vast van de diensten en/of de categorieën van personeelsleden die een aantal maaltijdcheques kunnen ontvangen dat berekend wordt door het totale aantal uren die daadwerkelijk in de loop van het kwartaal gepresteerd zijn te delen door 7 uur en 36 minuten. Als het resultaat van de deling op een decimaal getal uitkomt, wordt dit naar boven afgerond. Als het op die manier verkregen getal hoger is dan het maximale aantal werkdagen die voltijds door het personeelslid gepresteerd kunnen worden tijdens het kwartaal, wordt het beperkt tot dat laatste aantal.
  § 2. Onverminderd § 1 blijft het voordeel van de maaltijdcheque behouden wanneer het personeelslid:
  - ter beschikking wordt gesteld in uitvoering van Hoofdstuk IV "De conventionele federale mobiliteit, de conventionele terbeschikkingstelling, de terbeschikkingstelling tijdens een crisis en de expertise-uitwisseling" of van artikel 51 van het koninklijk besluit van 15 januari 2007 houdende de mobiliteit en terbeschikkingstelling van personeel van het federaal administratief openbaar ambt;
  - in een bezoldigd verlof voor opdracht in België is in toepassing van Hoofdstuk XI. "Verlof voor opdracht", Afdeling 2. -Verlof voor opdracht van algemeen belang, van het koninklijk besluit van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen;
  - een bezoldigd verlof geniet in toepassing van het koninklijk besluit van 2 april 1975 betreffende het verlof dat aan sommige personeelsleden in overheidsdienst wordt verleend voor het verrichten van bepaalde prestaties ten behoeve van in de wetgevende vergaderingen van de Staat en van de Gemeenschappen of de Gewesten erkende politieke groepen, respectievelijk ten behoeve van de voorzitters van die groepen;
  - met vakbondsverlof is in de zin van artikel 77, § 1, eerste lid, artikel 81, § 1, en artikel 82 van het koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel;
  - een vrijstelling van dienst gekregen heeft in de zin van artikel 81, § 2, artikel 83, § 1, en artikel 84 van het koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel;
  - een vrijstelling geniet voor een opleiding georganiseerd buiten de overheid;
  - een dienstvrijstelling van collectieve aard geniet zoals bepaald in artikel 3, 4e lid, van het koninklijk besluit van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen.
  Elke andere dienstvrijstelling dan deze opgenomen in het eerste lid, die een werkdag van het personeelslid dekt, geeft geen recht op een maaltijdcheque.
  § 3. Het personeelslid dat een vergoeding voor verblijfkosten in het buitenland geniet, zoals bepaald in Titel III, Hoofdstuk IV, Afdeling 3, van het koninklijk besluit van 13 juli 2017 tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt, ontvangt maaltijdcheques voor de duur van de opdracht.
  Het bedrag van de tussenkomst van de federale dienst in de maaltijdcheque wordt in mindering gebracht van de voormelde vergoeding overeenkomstig het voornoemde koninklijk besluit van 13 juli 2017.
  Wanneer het personeelslid geen vergoedingen ontvangt in toepassing van het voornoemd koninklijk besluit, is de vermindering bedoeld in het tweede lid niet van toepassing."

Art.5. De personeelsleden die op de datum van inwerkingtreding van dit besluit over maaltijdcheques beschikken, blijven dit voordeel genieten zolang het bedrag van de bij dit besluit toegekende maaltijdcheque minder gunstig is.

HOOFDSTUK II. - Wijziging van het koninklijk besluit van 13 juli 2017 tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt
Art.6. In Titel III, Hoofdstuk IV, Afdeling 2 "Vergoeding voor verblijfkosten in België" van het koninklijk besluit van 13 juli 2017 tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt, worden de artikelen 83 tot 85 opgeheven.

Art.7. In artikel 86 van hetzelfde koninklijk besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in het eerste lid worden de woorden "de in artikel 85 bedoelde dagelijkse vergoeding" vervangen door de woorden "10 euro";
  2° het tweede lid wordt vervangen als volgt:
  "De vergoeding wordt toegekend als aan de volgende cumulatieve voorwaarden is voldaan:
  1° de verplaatsingen geven er geen aanleiding toe dat de federale dienst of een derde de kost van de maaltijden op zich neemt;
  2° de verplaatsingen geven geen aanleiding tot enig ander voordeel om maaltijdkosten te dekken.";
  3° in het derde lid worden de woorden "de dagelijkse forfaitaire vergoeding" vervangen door de woorden "het bedrag opgenomen in het eerste lid, dat als virtueel dagelijks bedrag geldt".

HOOFDSTUK III. - Inwerkingtreding en uitvoeringsbepaling.
Art.8. Dit koninklijk besluit treedt in werking op 1 januari 2024.

Art. 9. Onze Ministers zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.