Details





Titel:

5 SEPTEMBER 2023. - Koninklijk besluit tot vaststelling van het juridisch kader voor non-SOLAS-schepen



Inhoudstafel:


Art. 1-12



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2020042893 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. De bepalingen van dit besluit zijn van toepassing op de Belgische zeeschepen die niet onder het toepassingsgebied van het SOLAS-Verdrag vallen.
  In afwijking van het eerste lid zijn de bepalingen van dit besluit niet van toepassing op vissersschepen, pleziervaartuigen, overheidsschepen, oorlogsschepen en onbemande vaartuigen zoals omschreven in het koninklijk besluit van 16 juni 2021 betreffende onbemande vaart in Belgische maritieme zones en tot wijziging van verschillende koninklijke besluiten.

Art.2. § 1. De aanvraag voor een certificaat van deugdelijkheid wordt bij de Scheepvaartcontrole ingediend overeenkomstig haar instructies die op de website van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer zijn bekendgemaakt.
  De volgende gegevens worden meegedeeld:
  1° voor wat een natuurlijk persoon betreft: het rijksregisternummer van de aanvrager;
  Voor natuurlijke personen niet ingeschreven in het Belgische rijksregister, kunnen volgende identificatiegegevens gevraagd worden door de administratie:
  i) naam;
  ii) voornaam;
  iii) geboorteplaats;
  iv) geboortedatum;
  v) adres van de woonplaats.
  2° voor wat een rechtspersoon betreft: het ondernemingsnummer van de aanvrager;
  Voor rechtspersonen met maatschappelijke zetel in het buitenland, kunnen volgende identificatiegegevens gevraagd worden door de administratie:
  i) het ondernemingsnummer;
  ii) de rechtsvorm;
  iii) de maatschappelijke benaming;
  iv) het nationaal recht van de rechtspersoon;
  v) het adres van de statutaire zetel of, indien deze rechtspersoon volgens zijn nationaal recht geen statutaire zetel heeft, het adres waar zijn hoofdkantoor gevestigd is.
  3° een e-mailadres dat gekoppeld is aan de persoon bedoeld in 1° of 2° ;
  4° een technisch dossier overeenkomstig de vereisten van de administratie waarbij bewezen moet worden dat het schip voldoet aan alle voorwaarden. Dit moet worden gestaafd aan de hand van de nodige overtuigingsstukken ten behoeve van de administratie. Voor de hernieuwing van een certificaat van deugdelijkheid wordt er geen dossier vereist tenzij de Scheepvaartcontrole hierom verzoekt.
  § 2. De minister bepaalt de maximum termijn en de technische voorwaarden voor het verkrijgen van een certificaat van deugdelijkheid.
  De voorwaarden voor het certificaat van deugdelijkheid betreffen met name, maar niet uitsluitend, de handhaving van de veiligheid in de Belgische exclusieve economische zone en de Belgische territoriale zee, alsook de bescherming van het mariene milieu.
  De Minister mag afwijken van artikelen 12, 20 § 2, 28 en 42 van het koninklijk besluit van 26 juni 2020 inzake registratie van zeeschepen wat betreft de meetbrief.
  § 3. De verwerkingsverantwoordelijke van de gegevens voor de in paragraaf 1 bedoelde aanvraag is de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer. De gegevens bedoeld in paragraaf 1 blijven gedurende 5 jaar bewaard na afloop van duurtijd van het certificaat van deugdelijkheid, of na de weigering om een certificaat van deugdelijkheid toe te kennen. De gegevens inzake personen of schepen die reeds bekend zijn bij de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer, mogen ook hergebruikt worden in het kader van de in paragraaf 1 bedoelde aanvraag.

Art.3. Het certificaat van deugdelijkheid wordt uitgereikt overeenkomstig artikel 2.2.3.10, paragraaf 1, Belgisch Scheepvaartwetboek indien het voldoet aan de voorschriften van dit besluit en aan alle andere toepasselijke voorschriften.

Art.4. Artikel 2.1 van het koninklijk besluit van 21 september 2020 tot vaststelling van de retributies inzake scheepvaart wordt aangevuld met de paragraaf 3, luidende:
  " § 3. In afwijking van paragraaf 2 is geen retributie verschuldigd voor de getuigschriften, afschriften en gegevens afgeleverd ten bate van de Staat, de gemeenschappen, gewesten, provincies, gemeenten en openbare organismen.

Art.5. In artikel 2.2, § 2, derde lid, van hetzelfde koninklijk besluit worden de woorden "meer dan 50%" vervangen door de woorden "50% of meer".

Art.6. Artikel 3.1 van hetzelfde besluit koninklijk wordt aangevuld met een paragraaf 3, luidende:
  " § 3. In afwijking van paragraaf 1 bedraagt het bedrag dat van toepassing is op de schepen die onder het toepassingsgebied van het koninklijk besluit van 5 september 2023 tot vaststelling van het juridisch kader voor non-SOLAS-schepen vallen, 100 euro."

Art.7. Artikel 3.2 van hetzelfde besluit koninklijk wordt aangevuld met een lid, luidende:
  "In afwijking van het eerste lid bedraagt het bedrag dat van toepassing is op de schepen die onder het toepassingsgebied van het koninklijk besluit van 5 september 2023 tot vaststelling van het juridisch kader voor non-SOLAS-schepen vallen, 75 euro."

Art.8. Artikel 3.3 van hetzelfde besluit koninklijk wordt aangevuld met een paragraaf 4, luidende:
  " § 4. In afwijking van paragraaf 1 is de in paragraaf 1 bedoelde retributie niet van toepassing op de schepen die onder het toepassingsgebied van het koninklijk besluit van 5 september 2023 tot vaststelling van het juridisch kader voor non-SOLAS-schepen vallen wanneer het schip zich in België bevindt."

Art.9. In artikel 4.1, eerste lid, van hetzelfde koninklijk besluit wordt het woord "variabele" ingevoegd tussen de woorden "en de" en de woorden "retributies bedoeld in artikel 2.2, § 2, eerste lid, 2° ".

Art.10. De certificaten van deugdelijkheid die werden uitgereikt voor de inwerkingtreding van dit besluit overeenkomstig artikel 2.2.3.10 van het Belgisch Scheepvaartwetboek, blijven geldig tot hun vervaldatum.
  Deze certificaten van deugdelijkheid kunnen hernieuwd worden tot 1 januari 2026 op basis van de huidige van toepassing zijnde regelgeving, tenzij de Minister voor deze schepen reeds andere regels heeft bepaald overeenkomstig artikel 2 § 2 van dit besluit.

Art.11. Dit besluit treedt in werking op 1 september 2023.

Art. 12. De minister bevoegd voor maritieme mobiliteit is belast met de uitvoering van dit besluit.