21 JULI 2023. - Koninklijk besluit inzake de federaal gecentraliseerde overheidsopdrachten in het kader van het federaal aankoopbeleid
HOOFDSTUK I. - Definities
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied
Art. 2
HOOFDSTUK III. - Actoren van het federaal aankoopbeleid
Art. 3-4
HOOFDSTUK IV. - Beginselen voor het plaatsen van gemeenschappelijke overeenkomsten
Art. 5-8
HOOFDSTUK V. - Overdracht van bevoegdheid
Art. 9-10
HOOFDSTUK VI. - De aankoopcentrale op aanwijzing van het SFA
Art. 11-15
HOOFDSTUK VII. - Modaliteiten van de deelname
Art. 16
HOOFDSTUK VIII. - Gevolgen van de deelname
Art. 17-18
HOOFDSTUK IX. - Plaatsing
Art. 19-22
HOOFDSTUK X. - Monitoring
Art. 23-24
HOOFDSTUK XI. - Geschillen
Art. 25
HOOFDSTUK XII. - Opheffings- en slotbepalingen
Art. 26-27
BIJLAGE.
Art. N
HOOFDSTUK I. - Definities
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
1° federaal aankoopbeleid: het geheel van maatregelen, verplichtingen en processen die erop gericht zijn de doeltreffendheid van de centralisatie van gemeenschappelijke federale aankopen te vergroten, de participatiegraad van kleine en middelgrote ondernemingen te vergroten en het duurzaam karakter ervan te bevorderen;
2° gemeenschappelijke overeenkomsten: de opdrachten die in het kader van het federaal aankoopbeleid zijn geplaatst of moeten worden geplaatst door een actieve of passieve deelnemer die als aankoopcentrale optreedt ten behoeve van andere actieve en passieve deelnemers, die voorafgaandelijk een beslissing tot definitieve deelname hebben bezorgd;
3° a) actieve deelnemers: de volgende aanbestedende overheden, die verplicht deelnemen aan het federaal aankoopbeleid, en die in dat verband kunnen worden aangewezen om een gemeenschappelijke overeenkomst te plaatsen:
O de federale overheidsdiensten;
O de programmatorische overheidsdiensten;
O de federale politie;
O het Ministerie van Defensie.
b) passieve deelnemers: de aanbestedende overheden die vrijwillig kunnen deelnemen aan een gemeenschappelijke overeenkomst en kunnen worden aangewezen om een gemeenschappelijke overeenkomst te plaatsen, die deel uitmaken of afhangen van de federale Staat op een van de wijzen vermeld in artikel 2, 1°, c) van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, voor zover zij behoren tot de volgende categorieën:
i) de Kamer, de Senaat en de diensten waarvan de begroting wordt goedgekeurd door de Commissie voor de Comptabiliteit van de Kamer van Volksvertegenwoordigers;
ii) de administratieve diensten met boekhoudkundige autonomie, zoals bedoeld in artikel 2, 2° van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat;
iii) de administratieve openbare instellingen met ministerieel beheer, zoals bedoeld in artikel 2, 3°, a) van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat;
iv) de administratieve openbare instellingen met autonoom beheer en de entiteiten gelijkgesteld met de administratieve openbare instellingen, zoals bedoeld in artikel 2, 3°, b) van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat evenals de andere entiteiten, op voorwaarde dat die instellingen en entiteiten zijn opgesomd in bijlage 1 van dit besluit;
v) de openbare instellingen van sociale zekerheid bedoeld in het koninklijk besluit van 3 april 1997 houdende maatregelen met het oog op de responsabilisering van de openbare instellingen van sociale zekerheid.
4° hoogste administratieve verantwoordelijken: de voorzitter van het directiecomité van een federale overheidsdienst, de voorzitter van een programmatorische overheidsdienst, de commissaris-generaal van de Federale Politie en de chef van Defensie;
5° netwerk van het strategisch federaal aankoopoverleg (SFA): coördinatie- en besluitvormingsstructuur van de actieve deelnemers;
6° netwerk van het tactisch-operationeel federaal aankoopoverleg (TOFA): implementatiestructuur van een gemeenschappelijke overeenkomst;
7° dienstencentrum Procurement: geheel van domeinoverschrijdende functionele ondersteuningsdiensten binnen de Federale Overheidsdienst Beleid en Ondersteuning;
8° gemeenschappelijke behoeften: de leveringen en/of diensten die:
a) hetzij ressorteren onder één of meerdere transversale aankoopdomeinen bedoeld in bijlage 2 van dit besluit;
b) hetzij ressorteren onder één of meerdere niet-transversale aankoopdomeinen bedoeld in bijlage 3 van dit besluit.
9° specifieke behoeften: de leveringen en/of diensten die niet onder de aankoopdomeinen van bijlagen 2 en 3 van dit besluit vallen en die wegens hun aard niet bedoeld zijn om recurrent of gestandaardiseerd te worden en waarvoor de behoefte bestaat bij ten minste één actieve deelnemer en één of meer actieve of passieve deelnemers;
10° intentieverklaring: handeling waarmee een passieve deelnemer zijn intentie uit, te willen deelnemen aan een te plaatsen gemeenschappelijke overeenkomst;
11° definitieve deelname: handeling waarmee de actieve of passieve deelnemer zijn beslissing tot deelname aan een gemeenschappelijke overeenkomst definitief bevestigt.
HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied
Art.2. De bepalingen van dit besluit zijn uitsluitend van toepassing op de overheidsopdrachten voor leveringen en diensten die vallen onder het toepassingsgebied van titel 2 van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten.
Zijn echter uitgesloten van het toepassingsgebied van dit besluit:
1° de overheidsopdrachten die als strategisch of vertrouwelijk worden beschouwd door de betrokken aanbestedende overheid alsook de opdrachten die als geheim worden beschouwd of waarvan de uitvoering bijzondere maatregelen inzake veiligheid vereist, overeenkomstig de van kracht zijnde wettelijke, reglementaire of administratieve bepalingen of indien de bescherming van essentiële belangen van het land dit vereist;
2° de overheidsopdrachten waarvan de specifieke kenmerken rechtvaardigen dat ze worden geplaatst op buitenlands grondgebied door diplomatieke en consulaire vertegenwoordigingen;
3° de overheidsopdrachten die worden geplaatst in het kader van ontwikkelingssamenwerking;
4° de overheidsopdrachten behorende tot het domein IT, die niet behoren tot de aankoopdomeinen opgenomen in bijlagen 2 en 3 van dit besluit en waarvoor een specifieke beheers- en coördinatiestructuur voor gecentraliseerde overheidsopdrachten bestaat;
5° de overheidsopdrachten die worden geplaatst als gevolg van ontvangen subsidies.
HOOFDSTUK III. - Actoren van het federaal aankoopbeleid
Art.3. § 1. Het dienstencentrum Procurement is ertoe gehouden de coördinatie en de uitvoering van het federaal aankoopbeleid op te volgen.
Het dienstencentrum Procurement staat eveneens in voor de plaatsing van die gemeenschappelijke overeenkomsten die voortvloeien uit de aankoopdomeinen opgenomen in bijlage 2 van dit besluit en waarvoor de Federale Overheidsdienst Beleid en Ondersteuning werd aangeduid als aankoopcentrale.
Het levert tevens de nodige administratieve, juridische en operationele steun in het kader van de plaatsing en uitvoering van gemeenschappelijke overeenkomsten die voortvloeien uit de aankoopdomeinen opgenomen in bijlage 3 van dit besluit.
§ 2. Het dienstencentrum Procurement neemt de coördinerende en ondersteunende rol op in de volgende domeinen:
1° het kennismanagement inzake overheidsopdrachten, namelijk het verzamelen van informatie betreffende volumes, prijzen, contracten en economische actoren;
2° de juridische aspecten betreffende de overheidsopdrachten;
3° het capteren, plannen en ondersteunen van de behoeftebepaling voor de gemeenschappelijke overeenkomsten;
4° het beheer van de tools en applicaties die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het federaal aankoopbeleid;
5° de voorbereiding, coördinatie en het beheer van het secretariaat van het netwerk van het strategisch federaal aankoopoverleg;
6° de opvolging van en controle op de gevoerde procedures;
7° de registratie van gemeenschappelijke overeenkomsten en de opvolging van de statistieken betreffende de afnames.
Art.4. § 1. Het SFA is samengesteld uit strategische coördinatoren van de actieve deelnemers.
Elke strategische coördinator heeft de bevoegdheid om, binnen het SFA, beslissingen te nemen in naam en voor rekening van de actieve deelnemer die hem heeft aangesteld. Hij ziet toe op de implementatie van het federaal aankoopbeleid en het beheer van de gemeenschappelijke overeenkomsten binnen de betrokken actieve deelnemer.
§ 2. Het SFA nodigt de passieve deelnemers uit om, op vrijwillige basis, een waarnemer af te vaardigen die aanwezig kan zijn op de vergaderingen van het SFA.
§ 3. De actieve deelnemers lichten het dienstencentrum Procurement in over de identiteit van de door hen aangewezen strategische coördinator en hun vervanger binnen de dertig dagen na de inwerkingtreding van dit besluit en bij elke vervanging.
Het dienstencentrum Procurement nodigt de passieve deelnemers uit om haar mee te delen wie de door hen aangewezen waarnemer is, evenals diens vervanger.
Het dienstencentrum Procurement actualiseert de lijst en de contactgegevens van de verschillende strategische coördinatoren en waarnemers en stelt deze ter beschikking van de actieve en passieve deelnemers via de website van de Federale Overheidsdienst Beleid en Ondersteuning.
§ 4. Via het dienstencentrum Procurement kan aan het SFA een voorstel tot het plaatsen van een gemeenschappelijke overeenkomst voor een aankoopdomein opgenomen in bijlage 3 van dit besluit of een specifieke behoefte worden voorgelegd:
1° door het dienstencentrum Procurement;
2° door een actieve deelnemer via zijn strategische coördinator;
3° door een passieve deelnemer via zijn waarnemer.
§ 5. Het SFA beslist voor welke voorstellen bedoeld in de vorige paragraaf gemeenschappelijke overeenkomsten moeten worden gerealiseerd. Daartoe zal het SFA elk voorstel toetsen aan de doelstellingen en indicatoren van het federaal aankoopbeleid.
Het houdt toezicht op de plaatsing en de uitvoering van de gemeenschappelijke overeenkomsten in overeenstemming met het federaal aankoopbeleid.
§ 6. De beslissingen van het SFA worden bij consensus genomen door de aanwezige strategische coördinatoren.
Bij het uitblijven van een consensus over de door de aanwezige strategische coördinatoren te nemen beslissingen, beslissen de hoogste administratieve verantwoordelijken of bij ontstentenis van consensus onder dezen, de Ministerraad. De minister bevoegd voor het dienstencentrum Procurement, legt het dossier, dat de te nemen beslissingen bevat, voor aan de Ministerraad.
§ 7. Het dienstencentrum Procurement stelt het huishoudelijk reglement voor, dat wordt goedgekeurd door het SFA.
HOOFDSTUK IV. - Beginselen voor het plaatsen van gemeenschappelijke overeenkomsten
Art.5. Het SFA beheert de aankoopdomeinen opgenomen in bijlagen 2 en 3 van dit besluit. Op voorstel van het SFA, kan de minister van Ambtenarenzaken in functie van de doelstellingen van het federaal aankoopbeleid de aankoopdomeinen opgenomen in bijlagen 2 en 3 van dit besluit herzien. De bijlagen 2 en 3 van dit besluit worden steeds in de meest recente versie elektronisch beschikbaar gesteld op de website van de Federale Overheidsdienst Beleid en Ondersteuning.
Art.6. Elke actieve deelnemer is ertoe gehouden om:
1° een centrale aansturing van de aankopen te organiseren die de implementatie van het federaal aankoopbeleid en het beheer van de gemeenschappelijke overeenkomsten mogelijk maakt overeenkomstig dit besluit. Deze interne processen moeten de centralisatie, de registratie, de goedkeuring en de opvolging van de behoeften bij de betrokken aanbestedende overheid verzekeren;
2° een indicatieve, jaarlijks herzienbare meerjarenplanning van de gemeenschappelijke behoeften op te stellen, die minimaal is opgebouwd uit de volgende elementen:
a) de raming van de gemeenschappelijke behoeften in termen van hoeveelheden of, in voorkomend geval, maximale waarde;
b) de raming van de budgettaire impact van de gemeenschappelijke behoeften.
Art.7. § 1. Iedere actieve deelnemer bezorgt aan het dienstencentrum Procurement jaarlijks de in artikel 6, 2° bedoelde meerjarenplanning overeenkomstig de afspraken of modaliteiten gemaakt binnen het SFA.
§ 2. Het dienstencentrum Procurement kan het boekhoudkundig informatiesysteem van de federale Staat raadplegen evenals de modules van het e-Procurementplatform om de uitvoering van de gesloten overheidsopdrachten te monitoren en te analyseren.
§ 3. In toepassing van artikel 13, §§ 2 en 4 van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten delen de betrokken leden van het dienstencentrum Procurement de gegevens, die als vertrouwelijk zijn verstrekt of die betrekking hebben op persoonsgegevens, waarvan zij in het kader van deze opvolging of analyse kennis krijgen niet mee aan derden. Deze verplichting tot vertrouwelijkheid blijft bestaan na de beëindiging van hun ambt of overeenkomst.
§ 4. De strategische coördinatoren, operationele coördinatoren alsook alle waarnemers of deskundigen die betrokken waren bij de procedure voor de plaatsing van een gemeenschappelijk overeenkomst zijn tot dezelfde vertrouwelijkheid gehouden zoals bedoeld in vorige paragraaf.
Art.8. De strategische coördinatoren en het dienstencentrum Procurement stellen het federaal aankoopbeleid voor. Het voorstel zal door de hoogste administratieve verantwoordelijken worden gevalideerd en door de Ministerraad worden goedgekeurd.
HOOFDSTUK V. - Overdracht van bevoegdheid
Art.9. Om te vermijden dat er parallelle raamovereenkomsten ontstaan, kunnen de actieve deelnemers, buiten het kader van het federaal aankoopbeleid, niet optreden als aankoopcentrale ten behoeve van de actieve en passieve deelnemers voor leveringen en diensten die ressorteren onder de aankoopdomeinen van bijlagen 2 en 3 van dit besluit.
Art.10. § 1. Voor de plaatsing van de gemeenschappelijke overeenkomsten voor gemeenschappelijke behoeften met betrekking tot de aankoopdomeinen opgenomen in bijlage 2 van dit besluit zal de Federale Overheidsdienst Beleid en Ondersteuning via het dienstencentrum Procurement prioritair optreden als aankoopcentrale.
De plaatsing van deze gemeenschappelijke overeenkomsten vereist een voorafgaandelijke beslissing van het SFA. Wanneer het SFA zijn akkoord voor het opstarten heeft verleend, staat het dienstencentrum Procurement in voor de plaatsing van deze gemeenschappelijke overeenkomsten.
§ 2. Voor de plaatsing van de gemeenschappelijke overeenkomsten voor gemeenschappelijke behoeften met betrekking tot de aankoopdomeinen opgenomen in bijlage 3 van dit besluit kunnen alle actieve deelnemers, met inbegrip van de Federale Overheidsdienst Beleid en Ondersteuning, en passieve deelnemers optreden als aankoopcentrale.
De plaatsing van deze gemeenschappelijke overeenkomsten vereist een voorafgaandelijke beslissing van het SFA.
Een passieve deelnemer kan evenwel slechts als aankoopcentrale worden aangeduid indien hij dit vrijwillig heeft voorgesteld.
§ 3. Een actieve deelnemer die niet wenst deel te nemen aan een gemeenschappelijke overeenkomst die valt onder bijlage 2 of 3 van dit besluit, moet de motivering van deze beslissing aan het dienstencentrum Procurement bezorgen binnen de termijn van de definitieve deelname.
§ 4. Voor specifieke behoeften waarvoor het SFA overeenkomstig artikel 4, § 5 heeft beslist een gemeenschappelijke overeenkomst te realiseren kan het dienstencentrum Procurement niet worden aangeduid om op te treden als aankoopcentrale behoudens andersluidende beslissing van de minister van Ambtenarenzaken of van de Ministerraad.
HOOFDSTUK VI. - De aankoopcentrale op aanwijzing van het SFA
Art.11. § 1. Voor de plaatsing van gemeenschappelijke overeenkomsten voor gemeenschappelijke behoeften met betrekking tot de aankoopdomeinen opgenomen in bijlage 3 van dit besluit of voor specifieke behoeften wijst het SFA de actieve of, in voorkomend geval, de passieve deelnemer aan die als aankoopcentrale de gemeenschappelijke overeenkomst zal beheren in overeenstemming met de regelgevende, wettelijke of statutaire taken, expertise en beschikbare draagkracht. Deze aanwijzing is onderworpen aan de goedkeuring van de betrokken aanbestedende overheid.
§ 2. Bij gebreke van een beslissing om een gemeenschappelijke overeenkomst te realiseren, en mits het SFA voorafgaand wordt geïnformeerd, kunnen de actieve deelnemers individuele overheidsopdrachten sluiten die onder de aankoopdomeinen opgenomen in bijlage 3 van dit besluit vallen, in afwachting van de beslissing om een gemeenschappelijke overeenkomst te realiseren. Dezelfde deelnemers zijn echter verplicht om in de desbetreffende opdrachtdocumenten een opzegmogelijkheid te voorzien indien deze individuele opdracht doorlopende of herhalende, zich in de tijd uitstrekkende, prestaties omvat.
Art.12. Het dienstencentrum Procurement informeert de actieve en passieve deelnemers over de gemeenschappelijke overeenkomsten waarvan de plaatsing beoogd wordt. Het deelt tevens een indicatieve planning mee van de plaatsingsprocedure.
Art.13. § 1. Het SFA kan voor de te plaatsen gemeenschappelijke overeenkomsten een TOFA inrichten, die zal bestaan uit de operationele coördinatoren aangesteld door de actieve en passieve deelnemers.
§ 2. Het TOFA centraliseert, integreert en standaardiseert de behoeften van haar leden. Het TOFA levert aan de aankoopcentrale de technische expertise voor de opmaak van de technische specificaties, desgevallend met de steun van het dienstencentrum Procurement.
Art.14. Voor elke gemeenschappelijke overeenkomst waaraan een passieve deelnemer wenst deel te nemen, bezorgt deze het dienstencentrum Procurement een intentieverklaring. Deze intentieverklaring verduidelijkt in voorkomend geval of de passieve deelnemer wenst deel te nemen aan de werkzaamheden van het TOFA.
Deze intentieverklaring, alsook de eventuele TOFA-deelname, moet binnen de door de SFA voorziene termijnen ingediend worden.
Art.15. De actieve of, in voorkomend geval, passieve deelnemer die als aankoopcentrale instaat voor de plaatsing, zal een voorstel met betrekking tot de opdrachtdocumenten uitwerken en het, in voorkomend geval, ter validatie voorleggen aan het TOFA.
HOOFDSTUK VII. - Modaliteiten van de deelname
Art.16. Uiterlijk voor het opstarten van de plaatsingsprocedure van de gemeenschappelijke overeenkomst bezorgen de actieve en passieve deelnemers die voorafgaandelijk een intentieverklaring hebben ingediend, een ondertekende beslissing van definitieve deelname aan het dienstencentrum Procurement, bevattende de jaarlijkse raming, in voorkomend geval, uitgedrukt in hoeveelheden en/of geraamde of maximale waarde of het budget daarvan. Te dien einde wordt een voorstel van definitieve deelname ter beschikking gesteld door het dienstencentrum Procurement.
HOOFDSTUK VIII. - Gevolgen van de deelname
Art.17. Na mededeling van de beslissing tot definitieve deelname en voor zover de wijze van functioneren van de deelnemer in gevaar wordt gebracht door de uitvoering van de gemeenschappelijke overeenkomst, kan de deelnemer zijn definitieve deelname intrekken en zijn eigen opdracht sluiten.
Een actieve deelnemer is er evenwel toe gehouden de redenen voor zijn intrekking te onderwerpen aan het advies van de inspecteur van financiën, geaccrediteerd bij de betrokken deelnemer.
De actieve en passieve deelnemers informeren de aankoopcentrale belast met de gemeenschappelijke overeenkomst evenals het dienstencentrum Procurement van de intrekkingsbeslissing en de motivering ervan. Het dienstencentrum Procurement licht het SFA hierover in.
Art.18. De actieve en passieve deelnemers, die hun definitieve deelname bezorgd hebben, kunnen een tijdelijke opdracht sluiten in afwachting van de plaatsing van de gemeenschappelijke overeenkomst wanneer de behoefte aan leveringen of diensten, die het voorwerp uitmaken van de desbetreffende gemeenschappelijke overeenkomst, dringend is geworden. Deze tijdelijke opdracht moet een opzegmogelijkheid bevatten indien ze doorlopende of herhalende, zich in de tijd uitstrekkende, prestaties omvat.
HOOFDSTUK IX. - Plaatsing
Art.19. Overeenkomstig artikelen 14 en 47, § 3, van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten zijn de actieve en passieve deelnemers verplicht de door de Federale Overheidsdienst Beleid en Ondersteuning ontwikkelde elektronische communicatiemiddelen te gebruiken, met name voor de aankondiging van de gemeenschappelijke overeenkomst, het ontvangen van de offertes, alsook het bestellen op de gesloten gemeenschappelijke overeenkomst.
Art.20. Onverminderd de artikelen 13 en 15 worden de actieve en passieve deelnemers in principe niet betrokken bij de keuze van de plaatsingsprocedure, de voorbereiding van de opdrachtdocumenten, de kwalitatieve selectie, de evaluatie van de offertes, de gunning en de sluiting van de overheidsopdracht. Enkel de aankoopcentrale die de plaatsing van de gemeenschappelijke overeenkomst beheert, is bevoegd voor de plaatsingsprocedure. Mits de aankoopcentrale ermee akkoord gaat, kunnen andere actieve of passieve deelnemers onder diens leiding deelnemen aan de plaatsingsprocedure van de gemeenschappelijke overeenkomst.
Art.21. De aankoopcentrale licht het dienstencentrum Procurement in over de beslissingen die werden genomen in het kader van de plaatsingsprocedure. Na het sluiten van de gemeenschappelijke overeenkomst bezorgt de aankoopcentrale eveneens alle documenten met betrekking tot de opdracht aan het dienstencentrum Procurement. Deze documenten worden eveneens ter beschikking gesteld via de door de Federale Overheidsdienst Beleid en Ondersteuning ontwikkelde elektronische communicatiemiddelen.
Art.22. In het geval dat de aankoopcentrale de gedeeltelijke of volledige niet-gunning van de gemeenschappelijke overeenkomst voor ogen heeft, zal dit voornemen worden voorgelegd aan het SFA. De betrokken aankoopcentrale zal in overleg met het SFA een plan van aanpak uitwerken om op de meest efficiënte wijze te kunnen voorzien in de behoeften van de deelnemers aan de gemeenschappelijke overeenkomst.
HOOFDSTUK X. - Monitoring
Art.23. Het dienstencentrum Procurement bepaalt jaarlijks de indicatoren en streefcijfers die toelaten te bepalen in welke mate de doelstellingen van dit besluit worden bereikt. Deze worden geïntegreerd in het federaal aankoopbeleid, zoals bedoeld in artikel 8.
Bovendien ziet het dienstencentrum Procurement toe op het gebruik van de gemeenschappelijke overeenkomsten.
Art.24. Het dienstencentrum Procurement staat in voor de continue opvolging van de indicatoren bedoeld in artikel 23 en stelt de resultaten voor in de nota federaal aankoopbeleid. Het SFA wordt eenmaal per jaar geïnformeerd over deze resultaten.
HOOFDSTUK XI. - Geschillen
Art.25. De deelnemer die optreedt als aankoopcentrale treedt in rechte op in het kader van de geschillen die zich voordoen tijdens de plaatsing ervan.
Tenzij anders bepaald in de opdrachtdocumenten treedt iedere deelnemer in rechte op in het kader van de geschillen die zich voordoen tijdens de uitvoering van de opdrachten die hij geplaatst heeft in het kader van de gemeenschappelijke overeenkomst.
Tenzij anders bepaald in de opdrachtdocumenten, is iedere deelnemer, voor wat hem betreft, verantwoordelijk voor de uitvoering van de gemeenschappelijke overeenkomst.
In geval van verstoringen tijdens de uitvoering informeert de betrokken deelnemer de aankoopcentrale die de gemeenschappelijke overeenkomst gesloten heeft hierover.
Iedere deelnemer die als aankoopcentrale een gemeenschappelijke overeenkomst gesloten heeft, informeert op regelmatige basis het dienstencentrum Procurement over verstoringen tijdens de uitvoering van deze gemeenschappelijk overeenkomst.
HOOFDSTUK XII. - Opheffings- en slotbepalingen
Art.26. Het koninklijk besluit van 22 december 2017 inzake de federaal gecentraliseerde overheidsopdrachten in het kader van het federaal aankoopbeleid wordt opgeheven.
Art.27. De minister van Ambtenarenzaken en de staatssecretaris voor Begroting zijn, ieder wat haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
BIJLAGE.
Art. N.
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 12-09-2023, p. 75896)