16 JUNI 2023. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs
Art. 1-8
Artikel 1. In artikel 1 van het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 2 juli 2021, wordt een punt 4° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt:
"4° /1 speedpedelec: elk tweewielig voertuig met pedalen, met uitsluiting van de gemotoriseerde rijwielen, vermeld in artikel 2.15.3 van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, met een hulpaandrijving met als hoofddoel trapondersteuning waarvan de aandrijfkracht wordt onderbroken bij een voertuigsnelheid van maximum 45 km per uur, en met een van de volgende kenmerken:
a) een cilinderinhoud van ten hoogste 50 cm3 met een netto-maximumvermogen van ten hoogste 4 kW als het een motor met inwendige verbranding betreft;
b) een nominaal continu maximumvermogen van ten hoogste 4 kW als het een elektrische motor betreft;".
Art.2. In artikel 2, § 1, 1°, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 28 april 2011 en gewijzigd bij het koninklijk besluit 29 januari 2014, wordt de bepaling
"Categorie AM :
- bromfietsen met een maximumsnelheid van meer dan 25 km/uur;
- lichte vierwielers."
vervangen door de bepaling
"Categorie AM: een van de volgende voertuigen:
a) bromfietsen met een maximumsnelheid van meer dan 25 km/uur;
b) lichte vierwielers;
c) speedpedelecs.".
Art.3. Aan artikel 35, 3°, van hetzelfde besluit wordt de zinsnede ", behalve als het examenvoertuig een speedpedelec is" toegevoegd.
Art.4. Aan artikel 38, § 1, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 15 juli 2004 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 28 april 2011, worden een vierde en een vijfde lid toegevoegd, die luiden als volgt:
"De kandidaat die het examen met een bromfiets met een maximumsnelheid van meer dan 25 km/uur aflegt, is uitgerust met een bromfietshelm.
De kandidaat die het examen met een speedpedelec aflegt, is uitgerust met een bromfietshelm of een fietshelm.".
Art.5. In artikel 63, § 2, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 10 juli 2006 en bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 10 juli 2015, 20 januari 2017 en 2 juli 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in punt 1° wordt de zin "De kandidaat kan van het betalen van die bijslag worden vrijgesteld in geval van overmacht waarover de Vlaamse minister of zijn gemachtigde oordeelt;" opgeheven;
2° er worden een tweede lid tot en met vierde lid toegevoegd, die luiden als volgt:
"De bijslag, vermeld in het eerste lid, 1°, kan aan de kandidaat worden terugbetaald of de kandidaat kan van het betalen van die bijslag worden vrijgesteld in de volgende gevallen van overmacht:
1° bij ziekte van de kandidaat als het praktische examen valt in de periode vanaf de begindatum tot en met de einddatum van de ziekteperiode;
2° bij overlijden van één van de volgende personen als het praktische examen valt in de periode vanaf de datum van het overlijden tot en met de datum van de begrafenis:
a) de echtgenoot of de samenwonende partner van de kandidaat;
b) de kinderen of de pleegkinderen van de kandidaat, van de echtgenoot van de kandidaat of van de samenwonende partner van de kandidaat;
c) de ouders, de stiefouders, de pleegouders of de schoonkinderen van de kandidaat, van de echtgenoot van de kandidaat of van de samenwonende partner van de kandidaat;
3° bij onbeschikbaarheid op de dag van het praktische examen van het voertuig waarmee de kandidaat het praktische examen ging afleggen.
Om een terugbetaling of een vrijstelling van de bijslag, vermeld in het eerste lid, 1°, te verkrijgen, legt de kandidaat een van de volgende documenten aan het examencentrum voor:
1° in het geval, vermeld in het tweede lid, 1°, een geneeskundig getuigschrift dat door een huisarts of een arts van een ziekenhuis is opgemaakt;
2° in het geval, vermeld in het tweede lid, 2°, een overlijdensbericht van de persoon waaruit de verwantschap blijkt;
3° in het geval, vermeld in het tweede lid, 3°, een kopie van het proces-verbaal of van de melding bij de politie.
De Vlaamse minister of zijn gemachtigde kan de wijze waarop en de voorwaarden waaronder de bijslag, vermeld in het eerste lid, 1°, kan worden terugbetaald of kwijtgescholden, bepalen.".
Art.6. In bijlage 5 bij hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 15 juli 2004 en het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2020, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° onderdeel I wordt vervangen door wat volgt:
"I. RIJVAARDIGHEID EN RIJGEDRAG MET BETREKKING TOT DE CATEGORIE AM
A. Proef op een terrein buiten het verkeer voor tweewielige bromfietsen: de volgende manoeuvres worden uitgevoerd:
1° voorafgaande controles: plaats en hantering van de volgende bedieningsorganen:
a) remmen;
b) versnellingen;
c) schakelaar van de motor;
d) gashandgreep of -pedaal;
e) geluidstoestel;
f) richtingaanwijzers;
g) schakelaar en verklikkerlichtjes voor de lichten;
h) zijdelingse steunvoet of centrale steunvoet naar keuze van de kandidaat;
2° slalom;
3° in lussen rijden;
4° over een afstand van tien meter tussen twee evenwijdige lijnen stapvoets rijden;
5° plots remmen;
B. Proef op een terrein buiten het verkeer voor bromfietsen met meer dan twee wielen en lichte vierwielers: de volgende manoeuvres worden uitgevoerd:
1° voorafgaande controles: plaats en hantering van de volgende bedieningsorganen:
a) geluidstoestel;
b) richtingaanwijzers;
c) schakelaar en verklikkerlichtjes voor de lichten;
2° in rechte lijn achteruitrijden;
3° keren in een straat;
4° vooruit in een garage rijden;
5° tussen twee voertuigen parkeren;
C. Proef op een terrein buiten het verkeer voor speedpedelecs: de volgende manoeuvres worden uitgevoerd:
1° voorafgaande controles: plaats en hantering van de volgende bedieningsorganen:
a) remmen;
b) versnellingen;
c) gashandgreep of -pedaal;
d) geluidstoestel;
e) richtingaanwijzers;
f) schakelaar en verklikkerlichtjes voor de lichten;
g) zijdelingse steunvoet of centrale steunvoet naar keuze van de kandidaat;
2° slalom;
3° over een afstand van 7 meter tussen twee evenwijdige lijnen stapvoets rijden;
4° over een afstand van 10 meter een rechte lijn aanhouden;
5° plots remmen.";
2° in onderdeel III.B wordt punt 17 vervangen door wat volgt:
"17. Zelfstandig rijden alleen voor categorie B:
1° het volgen van de aanwijzingen van wegwijzers;
2° het volgen van de aanwijzingen van een navigatietoestel.";
3° in onderdeel III.B wordt punt 18 vervangen door wat volgt:
"18. Categorie B: de volgende manoeuvres worden uitgevoerd:
1° voorafgaande controles:
a) verstellen van de zitplaats van de bestuurder voor een juiste zithouding;
b) afstellen van de achteruitkijkspiegels, veiligheidsgordel en hoofdsteun;
c) nakijken of de portieren goed gesloten zijn;
d) banden, remmen, stuurinrichting, vloeistoffen, lichten, verluchting, richtingaanwijzers en geluidstoestel: steekproefsgewijze controle;
e) de nodige voorzorgsmaatregelen nemen bij het verlaten van het voertuig;
2° een van de volgende drie door lottrekking gekozen manoeuvres:
a) keren in een smalle straat;
b) in rechte lijn achteruitrijden;
c) loodrecht ten opzichte van de weg vooruit in een vak parkeren;
3° een van de volgende drie door lottrekking gekozen manoeuvres:
a) evenwijdig ten opzichte van de weg rechts parkeren tussen twee voertuigen;
b) evenwijdig ten opzichte van de weg links parkeren tussen twee voertuigen;
c) loodrecht ten opzichte van de weg achteruit in een vak parkeren.
De manoeuvres, vermeld in punt 1°, 2°, c), en 3°, c), van de eerste alinea worden uitgevoerd op een openbare plaats. De manoeuvres, vermeld in punt 2°, a) en b), en 3°, a) en b), van de eerste alinea, worden uitgevoerd op de openbare weg.".
Art.7. Artikel 1 tot en met 4, en artikel 6, 1°, treden in werking op 1 oktober 2023.
Art. 8. De Vlaamse minister, bevoegd voor de weginfrastructuur en het wegenbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.