Details





Titel:

11 JUNI 2023. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 29 maart 2012 tot vaststelling van de regels voor het bepalen van de kosten van de toepassing van de sociale tarieven door de aardgasondernemingen en de tussenkomstregels voor het ten laste nemen hiervan en van het koninklijk besluit van 29 maart 2012 tot vaststelling van de regels voor het bepalen van de kosten van de toepassing van de sociale tarieven door de elektriciteitsbedrijven en de tussenkomstregels voor het ten laste nemen hiervan



Inhoudstafel:


Art. 1-6



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2012201922  2012201924 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In artikel 12bis van het koninklijk besluit van 29 maart 2012 tot vaststelling van de regels voor het bepalen van de kosten van de toepassing van de sociale tarieven door de aardgasondernemingen en de tussenkomstregels voor het ten laste nemen hiervan, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 28 januari 2021 en laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 21 maart 2023, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in het zevende lid worden de woorden "424,3 miljoen euro" vervangen door de woorden "230 miljoen euro";
  2° in het achtste lid worden de woorden "424,3 miljoen euro" vervangen door de woorden "230 miljoen euro";
  3° in het negende lid worden de woorden "of aanvullend voorschot" ingevoegd tussen de woorden "bij wijze van voorschot" en de woorden "op de in artikel 12 bedoelde terugbetaling".

Art.2. In artikel 12ter, § 2, eerste lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 22 december 2022, worden de woorden "of aanvullend voorschot" ingevoegd tussen de woorden "bij wijze van voorschot" en de woorden "op de in artikel 12 bedoelde terugbetaling".

Art.3. In artikel 12bis van het koninklijk besluit van 29 maart 2012 tot vaststelling van de regels voor het bepalen van de kosten van de toepassing van de sociale tarieven door de elektriciteitsbedrijven en de tussenkomstregels voor het ten laste nemen hiervan, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 28 januari 2021 en laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 21 maart 2023, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in het zevende lid worden de woorden "196,6 miljoen euro" vervangen door de woorden "98,5 miljoen euro";
  2° in het achtste lid worden de woorden "196,6 miljoen euro" vervangen door de woorden "98,5 miljoen euro";
  3° in het negende lid worden de woorden "of aanvullend voorschot" ingevoegd tussen de woorden "bij wijze van voorschot" en de woorden "op de in artikel 12 bedoelde terugbetaling".

Art.4. In artikel 12ter, § 2, eerste lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 22 december 2022, worden de woorden "of aanvullend voorschot" ingevoegd tussen de woorden "bij wijze van voorschot" en de woorden "op de in artikel 12 bedoelde terugbetaling".

Art.5. Dit besluit treedt in werking de tiende dag na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad, met uitzondering van:
  1° artikel 1, 3° en artikel 3, 3° die uitwerking hebben met ingang van 21 december 2021;
  2° artikel 2 en artikel 4 die uitwerking hebben met ingang van 30 december 2022.

Art. 6. De minister bevoegd voor Economie en de minister bevoegd voor Energie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.