23 FEBRUARI 2023. - Besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023 betreffende de agrarische vergoedingen en de bosbouwvergoedingen voor Natura 2000-locaties(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 24-05-2023 en tekstbijwerking tot 17-05-2024)
HOOFDSTUK 1. - Begripsomschrijvingen
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Algemene bepalingen
Art. 2
HOOFDSTUK 3. - Agrarische vergoedingen
Art. 3-6
HOOFDSTUK 4. - Bosbouwvergoedingen
Art. 7-12
HOOFDSTUK 5. - Gemeenschappelijke bepalingen
Art. 13-17
HOOFDSTUK 6. - Overgangs- en slotbepalingen
Art. 18-19
HOOFDSTUK 1. - Begripsomschrijvingen
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit [1 en de uitvoeringsbesluiten ervan]1 dient te worden verstaan onder:
1° administratie: de administratie in de zin van artikel D.3, 3°, van het Waalse Landbouwwetboek;
2° landbouwer: landbouwer in de zin van artikel D.3, 4°, van het Waals Landbouwwetboek;
3° biologisch waardevolle bomen: de biologisch waardevolle bomen in de zin van artikel 1, 2°, van het besluit van de Waalse Regering van 24 maart 2011;
4° dode bomen: de dode bomen bedoeld in de artikelen 2, § 4, 2° en 3°, eerste lid, 2°, van het besluit van de Waalse Regering van 24 maart 2011;
5° besluit van de Waalse Regering van 24 maart 2011 : het besluit van de Waalse Regering van 24 maart 2011 houdende de algemene preventieve maatregelen die toepasselijk zijn op de Natura 2000-locaties, alsook op de locaties die in aanmerking komen voor het Natura 2000-netwerk;
6° het besluit van de Waalse Regering van 19 mei 2011: het besluit van de Waalse Regering van 19 mei 2011 tot bepaling van de beheerseenheidstypes die binnen een Natura 2000-locatie afgebakend zouden kunnen worden, alsook tot bepaling van de verbodsmaatregelen en van de bijzondere preventieve maatregelen die erop toepasselijk zijn;
7° besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023: het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023 betreffende de gemeenschappelijke begrippen voor de interventies en steunmaatregelen in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en de conditionaliteit;
8° aanwijzingsbesluiten: de besluiten van de Waalse Regering tot aanwijzing van de Natura-locaties, aangenomen overeenkomstig artikel 26 van de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud;
9° verzamelaanvraag: de verzamelaanvraag in de zin van artikel D.3, 13°, van het Waalse Landbouwwetboek;
10° instandhoudingseilanden: de instandhoudingseilanden bedoeld in artikel 2 van het besluit van de Waalse Regering van 24 maart 2011;
11° grasland : alle landbouwarealen die in het geïntegreerde beheers- en controlesysteem, "GBCS", zijn aangegeven als blijvend grasland, tijdelijk grasland dat bestemd is om blijvend te worden, met inbegrip van geïsoleerde struiken en heesters en de topografische kenmerken bedoeld in artikel 2, § 1, eerste lid, 7° en 32°, respectievelijk, van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023 die op het perceel aanwezig zijn en de habitat vormen, alsmede de percelen die bestemd zijn voor de teelt van hoogstammige fruitbomen van vijftig tot tweehonderdvijftig bomen per hectare, met uitzondering van de voor varkens en pluimvee bestemde percelen;
12° betaalorgaan: het betaalorgaan in de zin van artikel D.3, 25°, van het Waalse Landbouwwetboek;
13° vergunningen: de vergunningen in de zin van artikel 1bis, 28°, alsmede afwijkingen en toelatingen afgegeven krachtens de artikelen 5, 28, § 4, en 41 van de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud;
14° Verordening (EU) 2021/2115 van 2 december 2021: Verordening (EU) nr. 2021/2115 van het Europees Parlement en de Raad van 2 december 2021tot vaststelling van voorschriften inzake steun voor de strategische plannen die de lidstaten in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid opstellen (strategische GLB-plannen) en die uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) worden gefinancierd, en tot intrekking van Verordeningen (EU) nr. 1305/2013 en (EU) nr. 1307/2013;
15° GBCS: het geïntegreerd beheers- en controlesysteem bedoeld in Titel II, Hoofdstuk I, Afdeling 1 van het Waalse Landbouwwetboek;
16° Natura 2000-locaties: de Natura 2000-locaties in de zin van artikel 1bis, 18°, van de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud ;
17° landbouwarealen: de landbouwarealen in de zin van artikel 2, § 1, lid 1, 44°, van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023;
18° beheerseenheden of "UG": de beheerseenheden in de zin van artikel 1bis van de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud, vastgesteld bij besluit van de Waalse Regering van 19 mei 2011.
----------
(1)<BWG 2024-02-15/17, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 27-05-2024>
HOOFDSTUK 2. - Algemene bepalingen
Art.2. Overeenkomstig artikel 72 van Verordening (EU) nr. 2021/2115 van 2 december 2021 worden jaarlijks onder de in dit besluit vastgestelde voorwaarden agrarische vergoedingen en bosbouwvergoedingen toegekend ter compensatie van de specifieke nadelen die verbonden zijn aan de aanwijzing van arealen als Natura 2000-locaties.
Alleen arealen gelegen op het grondgebied van het Waalse Gewest komen in aanmerking voor een agrarische vergoeding of een bosbouwvergoeding uit hoofde van dit besluit.
HOOFDSTUK 3. - Agrarische vergoedingen
Art.3. De agrarische vergoeding wordt aan de landbouwers toegekend voor landbouwarealen die in artikel 2, 2° tot 4°, 14° en 15° van het besluit van de Waalse Regering van 19 mei 2011 zijn aangewezen als "prioritair open milieus" (UG 2), "weiland habitats van soorten" (UG 3), "extensieve stroken" (UG 4), "gebieden onder beschermingsstatuut" (UG temp 1) of "gebieden met openbaar beheer" (UG temp 2).
Art.4. Om de agrarische vergoeding te genieten, moeten de landbouwers, naast de eisen en normen betreffende de conditionaliteit bedoeld in deel 3 van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023, de bepalingen van het besluit van de Regering van 24 maart 2011, het besluit van de Regering van 19 mei 2011 en de desbetreffende aanwijzingsbesluiten naleven.
Art.5. Er wordt geen agrarische vergoeding toegekend indien de landbouwer een gecumuleerde oppervlakte subsidiabele landbouwarealen heeft die leidt tot een vergoeding van minder dan 100 euro.
Art.6. De aanvraag voor de agrarische vergoeding wordt jaarlijks ingediend met gebruikmaking van het enige aanvraagformulier bedoeld in de artikelen 3, 4 en 9 van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023 betreffende de gemeenschappelijke begrippen voor de interventies en steunmaatregelen in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en de conditionaliteit.
HOOFDSTUK 4. - Bosbouwvergoedingen
Art.7. § 1. De bosbouwvergoeding wordt toegekend aan eigenaars of vruchtgebruikers van bospercelen die volledig in een Natura 2000-locatie zijn gelegen. Alleen privaatrechtelijke eigenaren of vruchtgebruikers, natuurlijke of rechtspersonen, zijn subsidiabel.
§ 2. Binnen de in paragraaf 1 bedoelde bospercelen zijn de voor de bosbouwvergoeding in aanmerking komende arealen die welke zijn aangewezen als "prioritaire bossen" (UG 6), "prioritaire alluviale bossen" (UG 7), "inheemse bossen met een grote biologische waarde" (UG 8), "bossen habitats van soorten" (UG 9), "gebieden onder beschermingsstatuut" (UG temp 1) of "veldbies-beukenbossen en andere niet-gedifferentieerde loofsoorten" (UG temp 3) in artikel 2, 6° tot en met 9°, 14° en 16° van het besluit van de Waalse regering van 19 mei 2011.
De bosbouwvergoeding wordt ook toegekend voor arealen die in niet in lid 1 bedoelde beheerseenheden liggen, wanneer deze als behorend bij het bosareaal worden beschouwd. Voor de toepassing van dit artikel worden de ruimtes met natuurlijke habitats, houtopslagen, open voederplaatsen, moerassen, vijvers en brandwegen, met uitzondering van grond die hoofdzakelijk voor landbouw- of stadsdoeleinden wordt gebruikt, beschouwd als behorend bij een bosareaal.
Voor de bosarealen die bij artikel 2, 10°, van het besluit van de Waalse Regering van 19 mei 2011 zijn aangewezen als "niet-inheemse verbindingsbossen" (UG 10) wordt geen bosbouwvergoeding toegekend.
Art.8. Om in aanmerking te komen voor de bosbouwvergoeding moeten de eigenaars of vruchtgebruikers voldoen aan de bepalingen van het besluit van de Regering van 24 maart 2011, het besluit van de Regering van 19 mei 2011 en, in voorkomend geval, het aanwijzingsbesluit. Zij moeten tevens voldoen aan de vereisten inzake het fysiek merkteken van de instandhoudingseilanden, de dode bomen en de biologisch waardevolle bomen die zijn voorgeschreven in respectievelijk de artikelen 3, 4 en 5 van het ministerieel besluit van 27 maart 2014 tot bepaling van de mededelingsprocedures voor de instandhouding van kleine landschapselementen en van voor het merken van dode bomen, van biologisch waardevolle bomen en van de kleine, in stand te houden landschapselementen in de Natura 2000-locaties en in de locaties die in aanmerking komen voor het Natura 2000-netwerk.
Art.9. De door de eigenaars of vruchtgebruikers aangegeven percelen hebben een oppervlakte tussen 10 are en 30 hectare, tenzij er geen fysieke kenmerken zijn die de grenzen ervan aangeven.
Art.10. Om de bosbouwvergoeding te genieten, moet de eigenaar of vruchtgebruiker beschikken over een gecumuleerde oppervlakte subsidiabele arealen die leidt tot een vergoeding van ten minste 60 euro.
Art.11. De aanvraag voor de bosbouwvergoeding wordt uiterlijk op 30 april van elk jaar ingediend door middel van een aanvraagformulier voor bosbouwvergoeding, dat beschikbaar is op het door de administratie ter beschikking gestelde geïnformatiseerde loket voor interventies en steunmaatregelen in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid.
De aanvraag voor de bosbouwvergoeding is ontvankelijk indien de eigenaar of vruchtgebruiker voldoet aan de volgende cumulatieve voorwaarden:
1° hij is geïdentificeerd in het GBCS overeenkomstig het besluit van de Waalse Regering van 17 december 2015 betreffende de identificatie in het geïntegreerd beheers- en controlesysteem, de toekenning van een landbouwernummer tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 12 februari 2015 tot uitvoering van het systeem van de rechtstreekse betalingen ten gunste van de landbouwers en tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 7 mei 2015 tot toekenning van een gekoppelde steun aan de landbouwers voor vrouwelijke vleesrunderen, gemengde koeien, melkkoeien en schapen;
2° hij bewerkt het perceel/de percelen waarvoor hij de bosbouwvergoeding aanvraagt;
3° hij verklaart alle percelen waarvan hij het beheer waarneemt en die volledig gelegen zijn in een Natura 2000-locatie;
4° hij identificeert de instandhoudingseilanden op het aanvraagformulier voor de bosbouwvergoeding;
5° hij wijst, voor elk perceel gelegen buiten de instandhoudingseilanden, het aantal dode bomen en biologisch waardevolle bomen aan.
Art.12. De bosbouwvergoeding vormt steun in verband met gebiedsspecifieke nadelen die het gevolg zijn van bepaalde verplichte vereisten in de zin van artikel 45 van Verordening (EG) nr. 2022/2472 van de Commissie van 14 december 2022 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard.
HOOFDSTUK 5. - Gemeenschappelijke bepalingen
Art.13. De Minister stelt het bedrag van de agrarische vergoeding en de bosbouwvergoeding vast.
Art.14. De Minister kan het bedrag van de agrarische vergoeding of bosbouwvergoeding verminderen wanneer de instandhoudingsmaatregelen opgenomen in het besluit van de Waalse Regering van 24 maart 2011, in het besluit van de Waalse Regering van 19 mei 2011 of in een aanwijzingsbesluit door een vergunning worden ingetrokken. De Minister kan de verhoudingen van deze verminderingen vaststellen.
Art.15. Wanneer de evolutie van een areaal gelegen in een bepaalde beheerseenheid leidt tot de overgang van die oppervlakte naar een andere beheerseenheid, past het betaalorgaan het bedrag van de overeenkomstige vergoeding aan. De aanpassing gaat in op 1 januari van het jaar dat volgt op het jaar waarin de overgang plaatsvindt.
Voor de toepassing van het eerste lid wordt de overgang van de ene beheerseenheid naar de andere geacht te hebben plaatsgevonden op de datum van de bekrachtiging ervan door de administratie via elk middel dat een vaste datum verleent.
Art.16. Het betaalorgaan berekent het bedrag van de agrarische vergoedingen en de bosbouwvergoedingen op basis van de relevante gegevens waarover het beschikt, waaronder:
1° de gegevens vermeld in de verzamelaanvraag of de aanvraag voor de bosbouwvergoeding;
2° de aanwijzingsbesluiten, het besluit van de Waalse Regering van 24 maart 2011 en het besluit van de Waalse Regering van 19 mei 2011;
3° de vergunningen toegekend voor de arealen die voor de steun in aanmerking komen;
4° de gegevens uit de administratieve controles en, in voorkomend geval, uit de controles ter plaatse.
Art.17. § 1. Het betaalorgaan betaalt de agrarische vergoedingen en de bosbouwvergoedingen niet eerder dan 1 december van het jaar waarop zij betrekking hebben en niet later dan 30 juni van het daaropvolgende jaar.
De periode waarop een land- of bosbouwvergoeding betrekking heeft, gaat in op 1 januari van het jaar waarop ze betrekking heeft en eindigt op 31 december van hetzelfde jaar.
§ 2. Een mededeling met vermelding van de berekening van de land- of bosbouwvergoeding wordt na elke betaling aan de begunstigde verzonden.
HOOFDSTUK 6. - Overgangs- en slotbepalingen
Art.18. In het besluit van de Waalse Regering van 14 juli 2016 m.b.t. de vergoedingen en toelagen toegekend in de Natura 2000-sites en in de sites die in aanmerking komen voor het Natura-net en in de ecologische hoofdstructuur en tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 24 maart 2011 houdende de algemene preventieve maatregelen die toepasselijk zijn op de Natura 2000-locaties alsook op de locaties die in aanmerking komen voor het Natura 2000-net en tot opheffing van het besluit van de Waalse Regering van 8 november 2012 betreffende de vergoedingen en toelagen toegekend in de Natura 2000-sites en in de sites die in aanmerking komen voor het Natura 2000-net en in de ecologische hoofdstructuur wordt een artikel 47/1 ingevoegd, luidend als volgt:
"Art. 47/1. Op de datum van inwerkingtreding van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023 betreffende de agrarische vergoedingen en de bosbouwvergoedingen voor Natura 2000-locaties, houdt dit besluit uitwerking te hebben wat de agrarische vergoedingen en de bosbouwvergoedingen betreft.
Art. 19. De Minister bevoegd voor Natuur is belast met de uitvoering van dit besluit.