7 APRIL 2023. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 juni 2011 tot vaststelling van de samenstelling en de werking van de Adviesraad van het sociaal strafrecht en betreffende de datum van inwerkingtreding van de artikelen 96, 97 en 98 van het Sociaal Strafwetboek
Art. 1-7
Artikel 1. Artikel 1 van het koninklijk besluit van 7 juni 2011 tot vaststelling van de samenstelling en de werking van de Adviesraad van het sociaal strafrecht en betreffende de datum van inwerkingtreding van de artikelen 96, 97 en 98 van het Sociaal Strafwetboek wordt vervangen als volgt:
" Artikel 1. De Adviesraad van het sociaal strafrecht, hierna " de Adviesraad " genoemd, bestaat uit 20 leden die houder zijn van een diploma van doctor in de rechten, van licentiaat in de rechten of van master in de rechten, van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, de Federale Overheidsdienst Justitie, de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen, de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst, de rechterlijke orde, de academische wereld en de balie.
De leden worden aangewezen op basis van hun ervaring of hun bijzondere kennis inzake het sociaal strafrecht.
Zij oefenen hun mandaat als expert op het gebied van sociaal strafrecht uit in volledige onafhankelijkheid van de professionele omgeving waaruit zij afkomstig zijn.
Zij ontvangen geen instructies of aanbevelingen van hun eigen organisatie in het kader van hun mandaat.".
Art.2. In artikel 3, tweede lid, van hetzelfde koninklijk besluit wordt de zin "Deze worden gekozen uit de leden." vervangen door de zin "Deze worden gekozen uit de leden die niet tot de uitvoerende macht behoren.".
Art.3. Artikel 4 van hetzelfde koninklijk besluit wordt vervangen als volgt:
"Art. 4. Een secretaris en een adjunct-secretaris worden gekozen uit de leden van de Federale Overheidsdienst Justitie en de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.".
Art.4. In artikel 5, derde lid, van hetzelfde koninklijk besluit wordt de zin "In geval een lid overlijdt of ontslag neemt, wordt hij vervangen door de overheid die hem heeft benoemd." vervangen door de zin "In geval een lid overlijdt of ontslag neemt, wordt een vervanger die dezelfde professionele achtergrond heeft als zijn voorganger, benoemd. ".
Art.5. De artikelen 6 tot 6/2 van hetzelfde koninklijk besluit worden opgeheven.
Art.6. In artikel 11 van hetzelfde koninklijk besluit worden de woorden "en de deskundigen aangewezen door de ministers en de staatssecretarissen" opgeheven.
Art. 7. De minister bevoegd voor Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.