Details





Titel:

15 DECEMBER 2022. - Besluit van de Waalse Regering betreffende het verbod op of de beperking van het gebruik van middelen of producten die vermijdbare pijn, lijden of letsel bij dieren veroorzaken



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Verboden middelen
Art. 2-6
HOOFDSTUK 4. - Overgangs- en slotbepalingen
Art. 7-9



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit dient te worden verstaan onder:
  1° aquarium : een waterbak met vaste, doorzichtige wanden waarin planten en vissen permanent worden gehouden voor sier- en observatiedoeleinden;
  2° softstock: een stok die door de trainer op de hond wordt gebruikt om bevelen te bevestigen of hem te belonen;
  3° werkhond: een hond die is gefokt en getraind om taken uit te voeren om mensen bij te staan of te helpen;
  4° elektrische halsband: een halsband voor een hond of kat met een elektrisch apparaat dat elektrische schokken veroorzaakt die manueel of automatisch kunnen worden geactiveerd om blaffen of weglopen te voorkomen of voor opvoedings- of trainingsdoeleinden;
  5° wurghalsband: een hondenhalsband met of zonder naar de binnenkant van de nek gerichte spikes, al dan niet verbonden met een riem, waarvan de twee uiteinden eindigen in een ring en zo zijn samengesteld dat ze een vernauwing rond de nek van het dier veroorzaken volgens het principe van de strop;
  6° Minister : de Minister van Dierenwelzijn;
  7° Dienst: de directie van de Waalse Overheidsdienst Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu bevoegd voor het dierenwelzijn;
  8° dierenarts : een dierenarts die is ingeschreven op de lijst van dierenartsen bedoeld in artikel 1 van de wet van 19 december 1950 houdende de oprichting van de Orde der Dierenartsen.

HOOFDSTUK 2. - Verboden middelen
Art.2. Verboden zijn:
  1° het gebruik van middelen voor honden of katten die:
  a) elektrische schokken geven, zoals elektrische halsbanden;
  b) geluidssignalen afgeven die onaangenaam zijn voor het welzijn van het dier;
  c) met behulp van chemische stoffen werken;
  2° het gebruik van wurghalsbanden;
  3° het gebruik van spijkerhalsbanden, waaronder wordt verstaan een hondenhalsband met spikes of doornen die in de nek van de hond boren wanneer de hond of een persoon aan de lijn trekt;
  4° het houden van vissen in een bolaquarium, waaronder een bolvormig aquarium wordt verstaan;
  5° het houden van vissen in een aquarium met een inhoud van minder dan 10 liter;
  6° het gebruik van een softstock.

Art.3. § 1. In afwijking van artikel 2, 1°, mag de elektrische halsband worden gebruikt voor werkhonden:
  1° van de Civiele Veiligheid;
  2° de federale en de lokale politie;
  3° van Landsverdediging;
  4° van de Douane,
  in het kader van hun opdrachten en overeenkomstig dit artikel.
  § 2. Om voor de in paragraaf 1 bedoelde afwijking in aanmerking te komen, dient de betrokken instelling per post of elektronisch een kennisgeving in bij de dienst met vermelding van:
  1° het aantal personen dat nodig is om het middel te gebruiken;
  2° de redenen voor en de precieze omstandigheden van het gebruik van het middel;
  3° het bewijs dat alternatieve methoden zijn overwogen en niet toelaten het nagestreefde doel in de betrokken omstandigheden te bereiken;
  4° het bewijs dat de betrokken personen de in paragraaf 3 bedoelde opleiding hebben gevolgd;
  5° het door de instelling opgestelde document met de modaliteiten voor het gebruik van de elektrische halsband die door de agenten moeten worden nageleefd.
  Binnen vijftien dagen na ontvangst van de kennisgeving:
  1° indien de kennisgeving volledig is, bevestigt de dienst de ontvangst ervan;
  2° indien de kennisgeving onvolledig is, stuurt de dienst de aanvrager een lijst met de ontbrekende gegevens. De aanvrager beschikt over dertig dagen om het kennisgevingsdossier in te vullen.
  De kennisgeving wordt om de vier jaar vernieuwd.
  § 3. Personen die de elektrische halsband gebruiken, volgen ten minste de volgende opleiding door een erkende opleider:
  1° vier uur theoretische opleiding over de werking van de elektrische halsband en de trainingsmethoden;
  2° acht uur praktische opleiding over hoe te communiceren met de hond met behulp van de elektrische halsband;
  3° één bijscholing om de zes maanden.
  De erkende opleiders zijn de volgende:
  1° De Directie hondensteun van het Directoraat-generaal administratieve politie van de federale Politie;
  2° de Politieacademies;
  3° een dierenarts die een opleiding geeft overeenkomstig de bepalingen van lid 1 en die door de Minister of zijn afgevaardigde is gevalideerd.
  § 4. De stimulatieniveaus van de elektrische halsband worden progressief gebruikt.
  § 5. De elektrische halsband mag niet worden gebruikt voor :
  1° honden jonger dan zes maanden;
  2° drachtige of zogende teven;
  3° honden die om leeftijds- of gezondheidsredenen niet kunnen reageren op stimulatie via de halsband.
  § 6. Elektrische schokken worden alleen gebruikt wanneer het nagestreefde doel dit rechtvaardigt en wanneer het niet met andere middelen kan worden bereikt.

Art.4. In afwijking van artikel 2, 1°, mag de wurghalsband worden gebruikt :
  1° voor werkhonden van de Civiele Veiligheid, de Federale en Lokale Politie, Landsverdediging en de Douane, indien dit gebruik voldoet aan de volgende voorwaarden:
  a) het gebruik geschiedt in het kader van de uitoefening van hun opdrachten;
  b) wanneer het nagestreefde doel dit rechtvaardigt en wanneer het niet met andere middelen kan worden bereikt;
  c) het gebruik geschiedt met inachtneming van de ethologische en fysiologische behoeften van de dieren;
  2° voor alle volwassen honden, indien dit gebruik noodzakelijk is om redenen die verband houden met het gedrag van het dier, zijn welzijn of de openbare veiligheid.
  In dit geval beschikt de voor de hond verantwoordelijke persoon over een certificaat van de dierenarts, samen met een veterinaire gedragsdiagnose en een bewijs dat de informatie over de werking van de wurghalsband door de dierenarts aan de verantwoordelijke persoon is verstrekt.
  Het certificaat heeft een geldigheidsduur van zes maanden en kan worden verlengd.

Art.5. § 1. In afwijking van artikel 2, 6°, mag de softstock worden gebruikt voor werkhonden:
  1° van de Civiele Veiligheid;
  2° de federale en de lokale politie;
  3° van Landsverdediging;
  4° van de Douane,
  in het kader van de uitoefening van hun opdrachten.
  HOODSTUK 3. - Middelen waarvan het gebruik beperkt is

Art.6. De muilkorf wordt alleen gebruikt voor honden en met inachtneming van de volgende voorwaarden:
  1° hij is aangepast aan de anatomie van de mond van de hond:
  a) de lengte van de muilkorf laat voldoende ruimte tussen de neus en de muilkorf, en voorkomt dat de muilkorf op de ogen van de hond drukt;
  b) door de diepte van de muilkorf kan de hond zijn bek volledig openen, hijgen en normaal drinken;
  2° hij wordt gebruikt voor een beperkte periode ;
  3° hij wordt gebruikt onder toezicht van de eigenaar van het dier.
  In afwijking van 1°, b, zijn muilkorven die de bek van een hond volledig afsluiten toegestaan om veiligheidsredenen in het kader van een behandeling en alleen voor de duur van de behandeling.

HOOFDSTUK 4. - Overgangs- en slotbepalingen
Art.7. Voor een duur van één jaar na de inwerking van dit besluit:
  1° zijn de artikelen 2, 1° tot en met 3°, en 4, 2°, niet van toepassing op hondenclubs en hondengeleiders;
  2° is dit besluit niet van toepassing op elektrische halsbanden in combinatie met een ingegraven afrastering;
  3° zijn de artikelen 2, 1°, a), en 3, §§ 1 tot 3, niet van toepassing op werkhonden van de Civiele Veiligheid, de Federale en Lokale Politie, Landsverdediging en de Douane, onverminderd artikel 3, §§ 4 tot 6.

Art.8. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na de maand volgend op het verstrijken van een termijn van tien dagen die begint te lopen op de dag volgend op zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.

Art. 9. De Minister bevoegd voor Dierenwelzijn is belast met de uitvoering van dit besluit.