10 JANUARI 2023. - Ministerieel besluit houdende vaststelling van de variabelen voor de berekening van het bedrag van de premie voor archeologisch onderzoek van menselijke inhumatieresten en van de inhoud van het aanvraagdossier
Art. 1-4
Artikel 1. De premie voor archeologisch onderzoek van menselijke inhumatieresten wordt berekend op basis van de volgende formule (prijseenheden in euro): [(a x 300) + (b x 2000) + (c x 300) + (d x 600) + (e x 300)] x 0,60.
Art.2. De volgende variabelen worden in rekening gebracht bij de berekening van de premie voor archeologisch onderzoek van menselijke inhumatieresten :
1° het aantal volledige skeletten dat tijdens de archeologische opgraving is opgegraven, met factor 300. Deze variabele wordt in artikel 1 aangeduid als "a";
2° het gegeven dat er wel of niet een assessment is uitgevoerd van de opgegraven skeletten na de archeologische opgraving, respectievelijk gequoteerd met de waarden 1 (wel) of 0 (niet) en vervolgens vermenigvuldigd met factor 2000. Deze variabele wordt in artikel 1 aangeduid als "b";
3° het aantal C14-gedateerde skeletten, met factor 300. Deze variabele wordt in artikel 1 aangeduid als "c";
4° het aantal dendrochronologisch gedateerde grafkisten, met factor 600. Deze variabele wordt in artikel 1 aangeduid als "d".
5° het aantal door een fysisch antropoloog onderzochte skeletten, op basis van de selectie tijdens het assessment en met het oog op de opmaak van het eindverslag, met factor 300. Deze variabele wordt in artikel 1 aangeduid als "e".
In het eerste lid wordt verstaan onder :
1° assessment : geschreven, op feiten en interpretatie gebaseerde, beargumenteerde inschatting van het potentieel voor kennisvermeerdering, van een archeologische site of van een collectie vondsten, stalen, of sporen, ingezameld of geregistreerd via archeologisch vooronderzoek of via archeologische opgravingen;
2° C14-datering of radiokoolstofdatering : de methode om de absolute ouderdom te bepalen van een voorwerp dat organisch materiaal bevat, door gebruik te maken van de eigenschappen van radioactieve koolstof (14C), een isotoop van koolstof;
3° dendrochronologie : de methode voor het dateren van gebeurtenissen, ecologische evoluties en archeologische voorwerpen door gebruik te maken van de eigenschappen van jaarlijkse groeiringen in bewerkt hout of fragmenten van bomen;
4° eindverslag : document, opgemaakt op basis van een vooronderzoek met ingreep in de bodem of een archeologische opgraving, met administratieve gegevens en een definitief verslag van resultaten;
5° fysisch antropoloog : een persoon die op basis van een academisch diploma gespecialiseerd is in de studie van menselijke resten uit archeologisch onderzoek en hun begravingsomgeving;
6° menselijke inhumatieresten : alle resten van personen die in de bodem of onder water worden aangetroffen, waarbij op de stoffelijke resten geen inwerking van vuur is opgetreden tussen het tijdstip van overlijden en de opname in de bodem of in het water;
7° volledig skelet : een menselijk geraamte waarbij meer dan de helft van de beenderen aanwezig is. Ribben, wervels, hand- en voetbeenderen tellen hierbij, per categorie, steeds als 1, indien die categorie aanwezig is. De vier categorieën worden dus als groep geteld en niet per individueel bot.
Art.3. De aanvraag voor de premie voor archeologisch onderzoek van menselijke inhumatieresten bevat :
1° een volledig ingevuld en ondertekend aanvraagformulier, waarvan het model ter beschikking wordt gesteld op de website van het agentschap;
2° de bewijsstukken waarmee de aanvrager aantoont dat hij de opdrachtgever is van het verplicht uit te voeren archeologisch onderzoek van menselijke inhumatieresten en de kosten ervan draagt;
3° de bewijsstukken waarmee de aanvrager aantoont dat de initiatiefnemer van de vergunde handelingen of werken waarbinnen het archeologisch onderzoek plaatsvindt, voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 11.11.2 van het Onroerenderfgoedbesluit van 16 mei 2014;
4° de referentie naar het digitaal ontsloten eindverslag van het archeologisch onderzoek op de website van het agentschap.
Art. 4. Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.