15 DECEMBER 2022. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 15 december 2022 tot wijziging van het besluit van 19 juli 2012 tot oprichting van een Adviesraad Gelijke Kansen voor Vrouwen en Mannen voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 november 2017 tot oprichting van de Raad voor Personen met een handicap
Art. 1-4
Artikel 1. In artikel 12 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 juli 2012 tot oprichting van een Adviesraad Gelijke Kansen voor Vrouwen en Mannen voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, worden paragrafen 1 en 2 als volgt vervangen:
" § 1. De coördinatie en de administratieve en logistieke werking van het Secretariaat van de Raad worden verzekerd door het secretariaat van Brupartners, zonder dat dit gevolgen heeft voor de onafhankelijkheid van de Raad.
§ 2. De personele, materiële en financiële middelen die nodig zijn voor de werking van de Raad worden door de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel ter beschikking gesteld van het Secretariaat van Brupartners.
Binnen de grenzen van de beschikbare begrotingskredieten, worden deze middelen ter beschikking gesteld voor het bedrag dat jaarlijks in de algemene uitgavenbegroting wordt vastgesteld in het kader van de dotatie aan de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel. Ze worden enerzijds aangerekend op het budget voor de uitwerking van een gelijkekansenbeleid en anderzijds op het budget voor de personeelsvergoedingen ten belope van de vergoeding van een voltijdsequivalent.
Elk jaar deelt het Secretariaat van Brupartners uiterlijk op 1 juni zijn uitgavenramingen voor het volgende jaar mee aan de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel, vergezeld van de nodige motiveringen.
De middelen die in aanmerking komen, zijn:
1° de personeels-, investerings- en werkingskosten van het Secretariaat van de Raad, met inbegrip van de verschuldigde bijdrage van het Secretariaat aan de algemene kosten van Brupartners.
2° de vergoeding van de externe deskundigen waarop de Raad een beroep doet;
3° de presentiegelden van de leden van de Raad;
4° de specifieke kosten van de Raad, zoals kosten voor evenementen en onderzoeken.
Deze middelen worden jaarlijks in twee schijven vrijgemaakt. De eerste schijf wordt uiterlijk op 31 maart voor negen twaalfden betaald. De tweede schijf wordt uiterlijk op 15 november betaald op basis van de bewijsstukken van de gedane uitgaven en de afrekening van de geraamde uitgaven tot en met 31 december van het lopende jaar, die uiterlijk op 30 oktober door het secretariaat van Brupartners worden meegedeeld.
De bewijsstukken van de in december gedane uitgaven worden uiterlijk op 20 januari van het volgende jaar overgemaakt aan de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel door het Secretariaat van Brupartners."
Art.2. Artikel 8 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 november 2017 tot oprichting van de raad voor Personen met een handicap wordt als volgt vervangen:
" § 1. De coördinatie en de administratieve en logistieke werking van het Secretariaat van de Raad voor personen met een handicap worden verzekerd door het secretariaat van Brupartners, zonder dat dit gevolgen heeft voor de onafhankelijkheid van de Raad.
§ 2. De personele, materiële en financiële middelen die nodig zijn voor de werking van de Raad voor personen met een handicap worden door de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel ter beschikking gesteld van het Secretariaat van Brupartners.
Binnen de grenzen van de beschikbare begrotingskredieten, worden deze middelen worden ter beschikking gesteld voor het bedrag dat jaarlijks in de algemene uitgavenbegroting wordt vastgesteld in het kader van de dotatie aan de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel. Ze worden enerzijds aangerekend op het budget voor de uitwerking van een gelijkekansenbeleid en anderzijds op het budget voor de personeelsvergoedingen ten belope van de vergoeding van een voltijdsequivalent.
Elk jaar deelt het Secretariaat van Brupartners uiterlijk op 1 juni zijn uitgavenramingen voor het volgende jaar mee aan de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel, vergezeld van de nodige motiveringen.
De middelen waarmee rekening wordt gehouden, zijn:
1° de personeels-, investerings- en werkingskosten van het Secretariaat van de Raad voor personen met een handicap, met inbegrip van de verschuldigde bijdrage van het Secretariaat van de Raad voor personen met een handicap aan de algemene kosten van Brupartners.
2° de vergoeding van de externe deskundigen waarop de Raad voor personen met een handicap een beroep doet;
3° de presentiegelden van de leden van de Raad voor personen met een handicap;
4° de specifieke kosten van de Raad voor personen met een handicap zoals kosten voor evenementen en onderzoeken.
Deze middelen worden jaarlijks in twee schijven vrijgemaakt. De eerste schijf wordt uiterlijk op 31 maart voor negen twaalfden betaald. De tweede schijf wordt uiterlijk op 15 november betaald op basis van de bewijsstukken van de gedane uitgaven en de afrekening van de geraamde uitgaven tot en met 31 december van het lopende jaar, die uiterlijk op 30 oktober door het secretariaat van Brupartners worden meegedeeld.
De bewijsstukken van de in december gedane uitgaven worden uiterlijk op 20 januari van het volgende jaar overgemaakt aan de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel door het Secretariaat van Brupartners."
Art.3. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2023.
Art. 4. De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Gelijke Kansen en de Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor het openbaar ambt worden, ieder voor wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.