15 MAART 2023. - Koninklijk besluit houdende de toekenning van een toelage voor de personeelsleden van de penitentiaire administratie die tewerkgesteld zijn in een gevangenis op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Art. 1-6
BIJLAGE.
Art. N
Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op de personeelsleden zoals gedefinieerd in artikel 2, 8°, van de wet van 23 maart 2019 betreffende de organisatie van de penitentiaire diensten en van het statuut van het penitentiair personeel die in functie zijn of een functie opnemen in een gevangenis op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Art.2. Aan het personeelslid dat in functie is of een functie opneemt in een gevangenis dat gelegen is op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt een toelage toegekend waarvan het jaarlijks bedrag is vastgesteld in de tabel in de bijlage.
De periode die in aanmerking genomen moet worden voor de toekenning van de jaarlijkse toelage bedoeld in de bijlage, begint vanaf de dag dat het personeelslid voldoet aan de voorwaarden om de toelage te genieten. Indien het personeelslid zijn functie niet opneemt op de eerste dag van de maand, begint deze periode op de eerste dag van de volgende maand.
De toelage is verschuldigd aan het personeelslid dat vanaf 1 januari 2023 voldoet aan de voorwaarden om de toelage te genieten. Het bedrag van de toelage wordt vervolgens jaarlijks verhoogd, volgens de in de bijlage bepaalde progressie, op voorwaarde dat het personeelslid ononderbroken een functie heeft behouden in een gevangenis dat gelegen is op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Voor de beoordeling van de ononderbroken uitoefening van de functie wordt een onderbreking van minder dan 15 dagen niet in aanmerking genomen.
Nadat het personeelslid gedurende een ononderbroken periode van vijf jaar een functie heeft uitgeoefend in een gevangenis dat gelegen is op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, blijft het personeelslid het bedrag van de toelage bedoeld in de vijfde kolom van de tabel van de bijlage genieten zolang het in een gevangenis in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is tewerkgesteld.
De toelage wordt maandelijks betaald, per twaalfde, tezelfdertijd als de bezoldiging.
De toelage is naar rato verschuldigd als de bezoldiging zelf naar rato wordt betaald.
De toelage komt in aanmerking voor de indexeringsregeling. Ze is verbonden aan de spilindex 138,01. Bij de berekening ervan wordt geen rekening gehouden met de derde decimaal in het eindresultaat.
Art.3. De toelage is niet verschuldigd als:
1° het personeelslid om eender welke reden meer dan dertig opeenvolgende werkdagen afwezig is; de schorsing van de toelage gebeurt met terugwerkende kracht op de eerste dag van de afwezigheid;
2° ofwel als het personeelslid het voordeel van zijn bezoldiging verliest of een wachtgeld in het kader van de disponibiliteit wegens ziekte geniet; de schorsing van de toelage gebeurt vanaf de eerste dag.
Hij houdt op verschuldigd te zijn als niet langer aan de voorwaarden wordt voldaan.
Komen niet in aanmerking voor de registratie van de dertig werkdagen, bepaald in het eerste lid, 1° :
1° een ouderschapsverlof en een verlof verbonden aan de bescherming van het moederschap;
2° de recuperaties die worden toegekend in het kader van de overschrijdingen van de grens die is bepaald in de wet van 14 december 2000 tot vaststelling van sommige aspecten van de organisatie van de arbeidstijd in de openbare sector;
3° een jaarlijks vakantieverlof;
4° een afwezigheid door een arbeidsongeval, een ongeval op de weg naar of van het werk of een beroepsziekte.
Art.4. In geval van een terugkeer na een onderbreking van minstens 15 kalenderdagen in een functie die recht geeft op de toelage worden de vroegere aanwezigheidsperiodes geacht nooit bestaan te hebben en ontvangt het personeelslid het bedrag van de toelage bedoeld in de eerste kolom van de tabel in bijlage.
Art.5. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand na die waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Art.6. De minister bevoegd voor justitie is belast met de tenuitvoerlegging van dit besluit.
BIJLAGE.
Art. N.
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 04-04-2023, p. 36058)