5 MEI 2023. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2022 tot vaststelling van de verhouding van de stemrechten tussen de gemeenten en OCMW'S die in het werkingsgebied voor woonmaatschappijen "Limburg" liggen
Art. 1-2
Artikel 1. In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2022 tot vaststelling van de verhouding van de stemrechten tussen de gemeenten en OCMW's die in het werkingsgebied voor woonmaatschappijen "Limburg" liggen wordt het eerste lid vervangen door wat volgt:
"Voor de woonmaatschappij die erkend is voor het werkingsgebied Limburg, wordt de verhouding van de stemrechten tussen de gemeenten en OCMW's die in dat werkingsgebied liggen, op de volgende wijze vastgesteld:
1° gemeente Alken: 0,80%;
2° gemeente As: 0,82%;
3° gemeente Beringen: 6,02%;
4° gemeente Bilzen: 2,98%;
5° gemeente Bocholt: 1,57%;
6° gemeente Borgloon: 0,83%;
7° gemeente Bree: 1,83%;
8° gemeente Diepenbeek: 1,60%;
9° gemeente Dilsen-Stokkem: 3,15%;
10° gemeente Genk: 11,88%;
11° gemeente Gingelom: 0,66%;
12° gemeente Halen: 0,74%;
13° gemeente Ham: 1,26%;
14° gemeente Hamont-Achel: 1,58%;
15° gemeente Hasselt: 8,83%;
16° gemeente Hechtel-Eksel: 1,04%;
17° gemeente Heers: 0,52%;
18° gemeente Herk-de Stad: 0,98%;
19° gemeente Herstappe: 0,02%;
20° gemeente Heusden-Zolder: 3,72%;
21° gemeente Hoeselt: 1,09%;
22° gemeente Houthalen-Helchteren: 4,05%;
23° gemeente Kinrooi: 1,72%;
24° gemeente Kortessem: 0,93%;
25° gemeente Lanaken: 1,98%;
26° gemeente Leopoldsburg: 2,04%;
27° gemeente Lommel: 3,19%;
28° gemeente Lummen: 1,17%;
29° gemeente Maaseik: 4,10%;
30° gemeente Maasmechelen: 5,95%;
31° gemeente Nieuwerkerken: 0,43%;
32° gemeente Oudsbergen: 1,64%;
33° gemeente Peer: 1,56%;
34° gemeente Pelt: 3,16%;
35° gemeente Riemst: 1,01%;
36° gemeente Sint-Truiden: 5,66%;
37° gemeente Tessenderlo: 2,10%;
38° gemeente Tongeren: 4,32%;
39° gemeente Voeren: 0,23%;
40° gemeente Wellen: 0,52%;
41° gemeente Zonhoven: 1,63%;
42° gemeente Zutendaal: 0,69%.".
Art. 2. De Vlaamse minister, bevoegd voor het woonbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.