Details





Titel:

22 SEPTEMBER 2022. - Besluit van de Waalse Regering houdende tijdelijke maatregelen ter afwijking, in het kader van de Brexit, van het besluit van de Waalse Regering van 29 oktober 2015 betreffende de steun voor internationalisering van ondernemingen



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Art. 1-4
HOOFDSTUK 2. - Tijdelijke bepalingen die afwijken van het besluit van 29 oktober 2015
Art. 5-9
HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen
Art. 10-11



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
  1° het besluit van 29 oktober 2015: het besluit van de Waalse Regering van 29 oktober 2015 betreffende de steun voor internationalisering van de ondernemingen;
  2° de aanvrager: de onderneming die bedoeld is in artikel 1, 1° tot 4°, van het besluit van 29 oktober 2015 en die voldoet aan de voorwaarden van de artikelen 3, 7 en 10 van hetzelfde besluit;
  3° de Brexit: de daadwerkelijke terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie op 31 januari 2020;
  4° project op internationaal vlak: de strategie gevolgd door de aanvrager om zijn internationale ontwikkeling te bevorderen;
  5° het Brexit-initiatief: de concrete uitvoering van het internationale project van de aanvrager wiens activiteiten rechtstreeks negatief zijn beïnvloed door de Brexit om verloren marktaandeel terug te winnen, zijn internationale positie te verbeteren of nieuwe kansen buiten de Belgische markt aan te grijpen;
  6° de Verordening (EU) 2021/1755 : de Verordening (EU) 2021/1755 tot oprichting van de reserve voor aanpassing aan de Brexit;
  7° de subsidiabiliteitsperiode: de referentieperiode bedoeld in artikel 3, lid 1, van Verordening (EU) 2021/1755, eventueel verlengd.

Art.2. Dit besluit stelt de tijdelijke bepalingen vast die afwijken van het besluit van 29 oktober 2015 en die van toepassing zijn wanneer de aanvrager :
  1° als gevolg van de Brexit rechtstreekse negatieve gevolgen voor zijn bedrijf heeft ondervonden, gerechtvaardigd :
  a) door een verlies van ten minste vijf procent van zijn jaaromzet in het Verenigd Koninkrijk exclusief btw vanaf 1 januari 2020 ten opzichte van zijn omzet in het Verenigd Koninkrijk exclusief btw in het referentiejaar 2019; of;
  b) door een verlies van werkgelegenheid van ten minste één voltijdsequivalent voor een aanvrager met tussen een en negenenveertig personen, ten minste drie voltijdsequivalenten voor een aanvrager met tussen vijftig en honderdnegenennegentig personen en ten minste vijf voltijdsequivalenten voor een aanvrager met ten minste tweehonderd personen of;
  c) een stijging van de niet-btw-kosten in verband met Brexit, een stijging van de grondstoffenprijzen uit het Verenigd Koninkrijk of andere extra kosten van ten minste vijf procent ten opzichte van de niet-btw-kosten van het referentiejaar 2019;
  2° over een Brexit-initiatief beschikt dat voldoet aan de nationale en internationale normen die van toepassing zijn op de beroepssector van de aanvrager met inbegrip van de eventuele deontologische regels;
  3° niet in liquidatie, faillissement, staking van activiteiten of collectieve insolventieprocedures, met inbegrip van gerechtelijke reorganisatieprocedures, verkeert in enig stadium van de procedure voor de toekenning van subsidies op grond van dit besluit;
  4° indien de vennootschap meer dan drie jaar bij de Kruispuntbank van Ondernemingen is ingeschreven, mag het eigen vermogen niet kleiner zijn dan de helft van het geplaatste kapitaal;
  5° geen groepering van ondernemingen, federatie of gemengde kamer van koophandel zijn waarvan de steun wordt geregeld door het besluit van de Waalse Regering van 9 juli 2020 betreffende de ondersteuning van de internationalisering van groeperingen van ondernemingen, gemengde kamers van koophandel en hun leden.
  Met betrekking tot het eerste lid 1, 1°, kan de Minister bevoegd voor buitenlandse handel de elementen die de rechtstreekse negatieve impact op de activiteiten van de onderneming van de aanvrager als gevolg van de Brexit rechtvaardigen, aanvullen of specificeren.

Art.3. De maatregelen in dit besluit zijn specifieke steunmaatregelen ter ondersteuning van de Brexit-initiatieven van de aanvrager. Zij worden toegekend binnen de grenzen van de daartoe in de begroting van het Agentschap vastgelegde kredieten.
  Deze maatregelen moeten in overeenstemming zijn met de :
  1° Verordening (EU) nr. 1407/2013: Verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun.
  2° Verordening (EU) 2021/1755: Verordening (EU) 2021/1755 van het Europees Parlement en de Raad van 6 oktober 2021 tot oprichting van de reserve voor aanpassing aan de Brexit.

Art.4. Alle bepalingen en voorwaarden van het besluit van de Waalse Regering van 29 oktober 2015 waarvan dit besluit niet uitdrukkelijk afwijkt, blijven van toepassing op de aanvrager.

HOOFDSTUK 2. - Tijdelijke bepalingen die afwijken van het besluit van 29 oktober 2015
Art.5. Wanneer de subsidiabele kosten met betrekking tot de communicatiesteun, de steun voor deelname aan beurzen en salons in het buitenland en de mobiliteitssteun verband houden met het Brexit-initiatief van de aanvrager en uiterlijk negentig dagen voor het einde van de subsidiabiliteitsperiode worden gemaakt en betaald, wordt het in de artikelen 17, lid 1, 24, lid 1, 30, lid 1, en 32, lid 4, van het besluit van 29 oktober 2015 bedoelde bijdragepercentage verhoogd van vijftig tot tachtig procent.
  Voor de toepassing van lid 1 wordt verstaan onder
  1° de communicatiesteun: de subsidie geregeld in afdeling 2 van hoofdstuk III van het besluit van 29 oktober 2015;
  2° steun voor deelname aan beurzen en salons in het buitenland: de subsidie geregeld in afdeling 3 van hoofdstuk III van het besluit van 29 oktober 2015;
  3° de mobiliteitssteun: de subsidie geregeld in afdeling 4 van hoofdstuk III van het besluit van 29 oktober 2015;

Art.6. Wanneer de aanvrager in het kader van zijn Brexit-initiatief een bureau voor handelsvertegenwoordiging vestigt in een in het Verenigd Koninkrijk gelegen commerciële incubator, bedraagt het maximumbedrag van de subsidie voor de ondersteuning van een bureau voor handelsvertegenwoordiging, in afwijking van artikel 39, tweede lid, van het decreet van 29 oktober 2015, tachtig procent van het forfaitaire bedrag vastgesteld in hoofdstuk 5 van de bijlage bij het ministerieel besluit van 9 juli 2020 tot vaststelling van de forfaitaire bedragen die van toepassing zijn op bepaalde steun voor internationalisering toegekend door het "Agence wallonne à l'Exportation et aux investissements étrangers" (Waals Exportagentschap voor uitvoer en Buitenlandse Investeringen).
  Het percentage van tachtig procent van het in lid 1 bedoelde vaste percentage is van toepassing voor een periode van bezetting van het bureau die uiterlijk negentig dagen voor het einde van de subsidiabiliteitsperiode eindigt.
  Indien de periode waarin het bureau door de aanvrager wordt bezet, eindigt na de datum die is vastgesteld met toepassing van de in lid 2 bedoelde termijn, wordt het bedrag van de in lid 1 bedoelde subsidie verlaagd naar evenredigheid van de duur van de periode waarin het bureau vóór die datum werd bezet.
  Voor de toepassing van het eerste lid wordt onder de ondersteuning van bureau voor handelsvertegenwoordiging verstaan: de subsidie geregeld in afdeling 5 van hoofdstuk III van het besluit van 29 oktober 2015.

Art.7. In afwijking van artikel 50, vierde lid, van het besluit van 29 oktober 2015 voegt de aanvrager bij zijn aanvraag tot subsidieverlening ook een bijlage wanneer deze is gebaseerd op dit besluit:
  1° een beschrijving van zijn Brexit-initiatief, met een plan voor de uitvoering ervan en een raming van de kosten;
  2° een gedetailleerde toelichting van de rechtstreekse negatieve gevolgen van de Brexit voor de activiteiten van zijn onderneming, alsmede de bewijsstukken waarmee deze gevolgen kunnen worden aangetoond op basis van de criteria van artikel 2, tweede lid, 1°. Het Agentschap publiceert de aanvaarde bewijsstukken op zijn website.

Art.8. In afwijking van artikel 57, vijfde lid, van het besluit van 29 oktober 2015 is het vertrouwensbeginsel niet van toepassing op subsidies waarvoor de tijdelijke afwijkende maatregelen van dit besluit gelden.

Art.9. De in artikel 57, lid 1, van het besluit van 29 oktober 2015 bedoelde stortingsaanvraag wordt uiterlijk zestig dagen vóór de datum waarop de subsidiabiliteitsperiode afloopt, ingediend.

HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen
Art.10. Dit besluit treedt in werking de dag na zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad en houdt op van kracht te zijn op de datum van het einde van de subsidiabiliteitsperiode, terwijl het van toepassing blijft op dossiers die vóór die datum zijn ingediend.

Art. 11. De Minister van Buitenlandse Handel is belast met de uitvoering van dit besluit.