Details





Titel:

31 MAART 2022. - Besluit van de Waalse Regering tot bepaling van de samenstelling en de werking van het Waals comité ter bescherming van proefdieren



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Art. 1.-2
HOOFDSTUK 2. - Samenstelling van het Comité
Art. 3
HOOFDSTUK 3. - Werking van het Comité
Art. 4-12
HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen
Art. 13-15



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2018A15578 



Uitvoeringsbesluit(en):

2024001989  2024A01989 



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Artikel 1. Bij dit besluit wordt Richtlijn 2010/63/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2002 betreffende de bescherming van dieren die voor wetenschappelijke doeleinden worden gebruikt gedeeltelijk omgezet.

Art.2. Voor de toepassing van dit besluit verstaat men onder:
  1° Wetboek: het Waalse Dierenwelzijnwetboek;
  2° Comité: het Comité ingesteld in artikel D.71, § 1, eerste lid, van het Wetboek;
  3° een ethische Commissie: een ethische commissie als bedoeld in artikel 21 van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren of in artikel D.73 van het Wetboek;
  4° de Minister: de Minister van Dierenwelzijn;
  5° de Dienst: de directie van de Waalse Overheidsdienst Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu bevoegd voor het dierenwelzijn.

HOOFDSTUK 2. - Samenstelling van het Comité
Art.3. Het Comité bestaat uit achttien gewone leden. Er wordt een plaatsvervangend lid benoemd voor elk gewoon lid. Op de voordracht van de Minister wijst de Regering de gewone en de plaatsvervangende leden aan voor een periode van vijf jaar, na een oproep tot het indienen van kandidaturen bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad en op het webportaal dierenwelzijn van de Waalse Overheidsdienst.
  De leden hebben een diploma op masterniveau, behoudens een technicus die houder is van een diploma op bachelorniveau en van een getuigschrift laboratoriumdieren.
  De leden beschikken over bevoegdheden, vormingen of beroepservaringen in volgende vakgebieden: dierenwelzijn, alternatieve methodes voor dierproeven, biologische wetenschappen, biochemische wetenschappen, medische wetenschappen, dierengeneeskundige wetenschappen, farmaceutische wetenschappen, statistieke methodes, ethologie, ethiek of, in voorkomend geval, ieder ander relevant vakgebied voor dierproeven of de alternatieve methodes voor dierproeven.
  Het Comité bestaat uit:
  1° zes leden die verbonden zijn aan de gebruikers in de zin van artikel D.4, § 1, van het Wetboek, waaronder een technicus;
  2° zes leden die verbonden zijn aan de academische sector;
  3° twee leden voorgedragen door de Waalse Raad van Dierenwelzijn;
  4° twee leden voorgedragen door de Beleidsgroep Wetenschapsbeleid;
  5° een vertegenwoordiger van de Dienst;
  6° een vertegenwoordiger van het departement van de Waalse Overheidsdienst Economie, Tewerkstelling en Onderzoek bevoegd voor het onderzoek.
  Op de tien leden aangewezen onder 2°, 3° en 4°, beoefenen twee leden op actieve wijze dierproeven, en acht leden beoefenen geen dierproeven.
  Deze bepaling is ook van toepassing op de plaatsvervangers.
  De leden bedoeld onder 5° en 6° wonen de werken met raadgevende stem bij.
  Op de voordracht van het Comité wijst de Regering onder haar leden de voorzitter en een ondervoorzitter van het Comité onder de leden bedoeld in lid 4, 1° tot 4° aan.

HOOFDSTUK 3. - Werking van het Comité
Art.4. De Dienst, of diens afgevaardigde, neemt het beheer en het secretariaat van het Comité waar.
  De Dienst, of diens afgevaardigde, bewaart de archieven van het Comité gedurende vijf jaar.

Art.5. § 1. Volgende regels zijn van toepassing op het Comité:
  1° een plaatsvervangend lid zetelt enkel als het gewone lid dat hij vervangt afwezig is;
  2° wanneer het mandaat van een gewoon of een effectief lid beëindigd wordt voor de vastgestelde termijn, voltooit de plaatsvervanger de overblijvende duur van het mandaat;
  3° het is ieder lid verboden te beraadslagen over onderwerpen waarin hij een rechtstreeks of onrechtstreeks, vermogens- of persoonlijk belang heeft. Het lid dat met een belangenconflict te maken heeft, licht de Voorzitter daarover in en neemt niet deel aan de beslissing. Heeft de Voorzitter te maken met een belangenconflict, dan wordt hij vervangen door de ondervoorzitter:
  4° naast wat voorzien is in het huishoudelijk reglement van het Comité, wordt geacht ontslagnemend op regeringsbeslissing te zijn, het lid dat:
  a) van meer dan drie opeenvolgende vergaderingen waarvoor hij regelmatig is opgeroepen, zonder verantwoording afwezig is geweest;
  b) zonder medische reden van meer dan helft van de vergaderingen, gehouden in de loop van de laatste twaalf maanden, waarvoor hij regelmatig is opgeroepen, afwezig is geweest;
  c) het vertrouwelijk karakter van de vergadering of van de stukken niet in acht neemt, wanneer een dergelijk vertrouwelijk karakter is erkend overeenkomstig de bepalingen van wettelijke of reglementaire aard, met inbegrip van wat voortvloeit uit het huishoudelijk reglement;
  d) artikel D.105 van het Wetboek of dit besluit niet in acht heeft genomen.
  De Voorzitter of de Ondervoorzitter, wanneer de voorzitter betrokken is, licht de Dienst elektronisch in over iedere situatie die het ontslag van het lid zou kunnen teweegbrengen.
  De Dienst geeft het betrokken lid, per aangetekend schrijven of bij ieder ander middel dat bewijskracht en een vaststaande datum aan het schrijven verleent, kennis van een verslag en roept hem om op te worden gehoord.
  In het verslag worden vermeld:
  - de identiteit van het betrokken lid,
  - de redenen van de oproeping,
  - plaats, dag en uur van de hoorzitting,
  - de termijn waarin het lid zijn bemerkingen schriftelijk kan laten gelden,
  - het recht van betrokkene om zich te laten bijstaan door een verdediger van zijn keuze,
  - het recht van betrokkene om te vragen dat hij alleen wordt gehoord tijdens de hoorzitting.
  De Dienst stelt een proces-verbaal van de hoorzitting op en maakt het dossier aan de Regering over. De beslissing wordt door de Regering genomen maximum 60 dagen na het verzenden van het proces-verbaal van de hoorzitting.
  De Dienst geeft per schrijven en elektronisch kennis van de beslissing van de Regering bedoeld in lid 1, 4°. De kennisgeving wordt, binnen een termijn van vijftien dagen te rekenen van de beslissing van de Regering, aan het betrokken lid en aan de voorzitter gericht, of aan de ondervoorzitter als de voorzitter geacht wordt ontslagnemend te zijn. De beslissing van de Regering bepaalt de datum nader, vanaf welke het lid geacht wordt ontslag te hebben genomen. Een gewoon of een plaatsvervangend lid dat geacht wordt ontslagnemend te zijn mag zich, gedurende een periode van vijf jaar, niet meer kandidaat stellen om comitélid te zijn.
  § 2. Het advies van een lid kan elektronisch worden overgemaakt wanneer dat lid niet op een vergadering van het Comité aanwezig kan zijn.
  § 3. Om de sereniteit van de uitgewisselde standpunten te garanderen, leven de comité leden een strikte vertrouwelijkheid van de debatten na. Buiten het Comité spreken zij over geen enkel onderwerp, document of dossier dat in het Comité besproken wordt. De comité leden leven het zakengeheim na.
  § 4. Overeenkomstig artikel D.71, § 2, 1°, en § 3, 1°, van het Wetboek geeft het Comité aan de Dienst kennis van zijn adviezen inzake dierproeven en zijn adviezen inzake de ontwikkeling en de uitvoering van de alternatieve methodes voor dierproeven.

Art.6. Het Comité werkt een huishoudelijk reglement uit binnen de drie maanden volgend op de samenstelling ervan. Dat reglement, en de eventuele wijzigingen ervan, worden ter goedkeuring aan de Regering voorgelegd.
  Het huishoudelijk reglement behandelt de volgende punten, tenzij deze punten het voorwerp uitmaken van specifieke wettelijke of reglementaire bepalingen :
  1° het minimumaantal jaarlijkse vergaderingen;
  2° de verplichting de debatten die bij elke vergadering zijn gehouden, te notuleren;
  3° de wijze van overmaken van de documenten aan de gewone en aan de plaatsvervangende leden;
  4° de procedure voor de oproeping van vergaderingen;
  5° de voorwaarden en de nadere uitvoeringsbepalingen van de schriftelijke procedure voor het overmaken van adviezen bij spoedeisende gevallen of in bijzonder gemotiveerde omstandigheden.

Art.7. Het Comité wisselt documenten en informatie uit middels een beveiligd computerplatform dat het vertrouwelijk karakter van de gegevens garandeert. Dat platform wordt eveneens gebruikt wanneer een beslissing wordt genomen via een elektrische procedure, overeenkomstig artikel 9, § 4.

Art.8. Het Comité maakt het advies bedoeld in artikel D.71, § 2, 1°, van het Wetboek over binnen een termijn van drie maanden te rekenen van de datum van ontvangst van het volledige adviesaanvraagdossier.
  De termijn kan via een gemotiveerde aanvraag van het Comité, gericht aan de aanvrager, worden verlengd.
  Bij een behoorlijk gemotiveerd geval van dringendheid kan de Minister, de Dienst of de ethische Commissie vragen dat het advies van het Comité overgemaakt wordt binnen een termijn van minder dan drie maanden, maar die niet minder mag bedragen dan drie weken.

Art.9. § 1. Het Comité vergadert minstens één keer per jaar met het volledige ledental.
  § 2. Als één der comitéleden daarom verzoekt, dient te worden voorzien in een systeem waarbij via videocall aan de vergadering wordt deelgenomen. Het lid dat de vergadering per videocall bijwoont, wordt tot de aanwezige leden gerekend.
  § 3. Het Comité beraadslaagt enkel op rechtsgeldige wijze wanneer minstens twee derde van de leden aanwezig zijn. De beslissingen en de adviezen worden voor zover mogelijk per consensus uitgebracht.
  Als geen enkele consensus kan worden bereikt, wordt de beslissing of het advies aangenomen met twee derde van de stemmen van de aanwezige leden.
  Wanneer het aanwezigheidsquorum, vastgesteld in paragraaf 3, lid 1, niet wordt bereikt, kan er op korte termijn een buitengewone vergadering worden opgeroepen, minstens vierentwintig uur na de vergadering waarvoor het quorum niet kon worden bereikt, om te beraadslagen over dezelfde agendapunten. Op deze buitengewone vergadering kan er rechtsgeldig worden beraadslaagd, ongeacht het aantal aanwezige leden. De vermelding "buitengewone vergadering" moet duidelijk in de oproeping verschijnen.
  § 4. Het Comité kan op vraag van de voorzitter of van de Dienst via een elektronische procedure beslissingen nemen. De adviezen, standpunten en beslissingen worden eveneens op het beveiligd computerplatform bedoeld in artikel 7 uitgewisseld.
  De beslissingen die via de elektronische procedure aangenomen worden, worden in de notulen van de volgende vergadering opgenomen, zonder dat een nieuwe goedkeuring vereist wordt.

Art.10. De deskundigen zoals bedoeld bij artikel D.72, lid 3, van het Wetboek, kunnen aan de besprekingen deelnemen over de punten waarvoor ze worden geraadpleegd. De deskundigen nemen niet aan de stemming deel en nemen niet deel aan de besprekingen die leiden tot het besluitvormingsproces van het Comité.
  De deskundigen verbinden zich er schriftelijk toe het vertrouwelijk karakter van de debatten, de dossiers en de documenten in acht te nemen. De deskundigen leven het zakengeheim na.

Art.11. De comitéleden hebben geen recht op aanwezigheidsgeld. Ze komen in aanmerking voor de terugbetaling van hun reiskosten overeenkomstig de regels die van toepassing zijn op de ambtenaren-generaal van het Waalse Gewest.

Art.12. § 1. Overeenkomstig Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG zijn verantwoordelijk voor de verwerking van de persoonsgegevens:
  1° de Dienst, voor het beheer, het secretariaat, de archieven van het Comité, en de procedures voor het ontslag van een comitélid als omschreven in artikel 5;
  2° het Comité voor het formuleren en het uitwisselen van adviezen, het delen van gegevens en informatie overeenkomstig de artikelen 5, 7, 8 en 9.
  § 2. De persoonsgegevens worden in de dossiers, voorgelegd aan het Comitén anoniem gemaakt.

HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen
Art.13. De Regering, op de voordracht van de Minister, stelt het Comité samen binnen een termijn van twaalf maanden te rekenen van de inwerkingtreding van dit besluit.

Art.14. Treden in werking de eerste dag van de maand volgend op het verstrijken van een termijn van tien dagen ingaand de dag na de bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad:
  1° de artikelen D.71 en D.72 van het Wetboek;
  2° dit besluit.

Art. 15. De Minister van Dierenwelzijn is belast met de uitvoering van dit besluit.