31 MAART 2022. - Koninklijk besluit tot tijdelijke verhoging van het uitkeringspercentage en het minimum dagbedrag van de tijdelijk werklozen en tot het tijdelijk toekennen van een supplement aan de tijdelijk werkloze wegens overmacht
Art. 1-4
Artikel 1. In afwijking van artikel 114, § 6, van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering wordt het dagbedrag van de werkloosheidsuitkering van de tijdelijk werkloze vastgesteld op 70 pct. van het gemiddeld dagloon.
Het bedrag van de werkloosheidsuitkering van de werknemer die tijdelijk werkloze is aangezien zijn arbeidsprestaties tijdelijk verminderd of geschorst zijn in toepassing van artikel 26 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, wordt verhoogd met 5 euro per dag, voor zover zijn tijdelijke werkloosheid niet het gevolg is van een schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst wegens overmacht die veroorzaakt wordt door de arbeidsongeschiktheid van de werknemer.
Het bedrag van 5 euro bedoeld in het vorige lid, is gekoppeld aan de spilindex geldend op 1 januari 2012.
Dit bedrag wordt verhoogd of verminderd overeenkomstig artikel 4 van de wet van 2 augustus 1971 houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld. De verhoging of de vermindering wordt toegepast vanaf de dag bepaald in artikel 6, 3°, van voornoemde wet.
Art.2. In afwijking van artikel 115, § 4, van hetzelfde koninklijk besluit wordt het minimum dagbedrag van de werkloosheidsuitkering van de tijdelijk werkloze bedoeld in artikel 114, § 6, van hetzelfde koninklijk besluit, ongeacht zijn gezinssituatie, vastgesteld op 38,92 euro.
Art.3. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 april 2022 en is van toepassing op de toekenning van de werkloosheidsuitkeringen die betrekking hebben op de maanden april 2022 tot juni 2022.
Art. 4. De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.