Details





Titel:

10 FEBRUARI 2022. - Besluit van de Waalse Regering betreffende de toekenning van steun aan zelfstandigen en aan ondernemingen die in het eerste kwartaal van 2022 hun deuren hebben moeten sluiten of die getroffen zijn door beslissingen ingevolge de coronavirus COVID-19 crisis



Inhoudstafel:


Art. 1-11



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
  1° maatregelen ter bestrijding van het COVID-19 coronavirus : de maatregelen die bijeenkomsten, zowel binnen als buiten, beperken en die sluitingen opleggen zoals aangenomen bij het koninklijk besluit van 27 november 2021 houdende wijziging van het koninklijk besluit van 28 oktober 2021 houdende de nodige maatregelen van bestuurlijke politie teneinde de gevolgen voor de volksgezondheid van de afgekondigde epidemische noodsituatie betreffende de coronavirus COVID-19 pandemie te voorkomen of te beperken en bij de koninklijke besluiten die vervolgens het voornoemde koninklijk besluit van 28 oktober 2021 hebben gewijzigd;
  2° het decreet : het decreet van 11 maart 2004 betreffende de gewestelijke incentives ten gunste van kleine en middelgrote ondernemingen;
  3° de Minister : de Minister van Economie;
  4° de onderneming : de zeer kleine, kleine of middelgrote onderneming bedoeld in artikel 3, § § 3 en 5 van het decreet;
  5° de steunperiode : de periode van 1 januari 2022 tot en met 31 maart 2022;
  6° de NACE-BEL-code : de activiteitennomenclatuur uitgewerkt door het Nationaal Instituut voor de Statistiek (NACE-BEL 2008) in ééngemaakt Europees verband, opgelegd bij Verordening (EEG) nr. 3037/90 van 9 oktober 1990 van de Raad betreffende de statistieke nomenclatuur van de economische activiteiten in de Europese Gemeenschap, gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 761/93 van de Commissie van 24 maart 1993, bij Verordening (EG) nr. 29/2002 van 19 december 2001, bij Verordening (EG) nr. 1882/2003 van het Europese Parlement en van de Raad van 29 september 2003 en bij Verordening (EG) nr. 1893/2006 van het Europese Parlement en van de Raad van 20 december 2006;
  7° de Administratie : de Waalse Overheidsdienst Economie, Tewerkstelling en Onderzoek;
  8° het webplatform : de webtoepassing bedoeld in artikel 1, § 1, eerste lid, 6°, van het decreet van 6 december 21 houdende de toekenning van steun via een in het Waalse Gewest geïntegreerd steunportfolio aan projectontwikkelaars en kleine en middelgrote ondernemingen, ter vergoeding van de diensten ter bevordering van het ondernemerschap of de groei, en strekkende de oprichting van een databank van authentieke bronnen die verbonden is met die geïntegreerde portefeuille, die toegankelijk is op https://indemnitecovid.wallonie.be;
  9° het personeelsbestand : het gemiddeld aantal werknemers, in 2019 tewerkgesteld via een arbeidsovereenkomst in de gezamenlijke bedrijfszetels van de onderneming die overeenstemmen met de arbeidseenheden (JAE), berekend op grond van de multifunctionele aangiften bij de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid voor de vier kwartalen van 2019;
  10° de tijdelijke kaderregeling : de mededeling van de Europese Commissie van 19 maart 2020 inzake staatssteun ter ondersteuning van de economie vanwege de huidige COVID-19-uitbraak, en de latere wijzigingen ervan;
  11° Verordening (EU) nr. 1407/2013 : Verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (Publicatieblad van 24 december 2013, L 352), en de latere wijzigingen ervan.

Art.2. De gezondheidscrisis gebonden aan het coronavirus COVID-19 wordt door de Regering erkend als een buitengewone gebeurtenis in de zin van artikel 10 van het decreet.
  Alle steun die op grond van dit besluit wordt toegekend, wordt verleend binnen de grenzen en onder de voorwaarden als bedoeld in Verordening (EU) nr. 1407/2013.
  In afwijking van lid 2 kan de onderneming er uitdrukkelijk voor kiezen dat de steun wordt toegekend binnen de grenzen en onder de voorwaarden die zijn vastgesteld in de tijdelijke kaderregeling COVID-19, punt 22.

Art.3. Voor steun mag niet in aanmerking komen, de onderneming die :
  1° zich bevindt in één van de rechtssituaties bedoeld in artikel 23, tweede lid, van het decreet van 11 mei 2004;
  2° haar activiteiten tijdens de steunperiode vrijwillig heeft stopgezet;
  3° bij de aanvang van de steunperiode niet is ingeschreven in de Kruispuntbank van Ondernemingen, overeenkomstig Boek III, Titel 2, Hoofdstuk 1, van het Wetboek van Economisch Recht;
  4° niet actief is gedurende het jaar dat aan de steunperiode voorafgaat.

Art.4. § 1. Volgens de door de Minister vastgestelde voorwaarden wordt forfaitaire steun verleend aan de onderneming die tijdens de steunperiode heeft moeten sluiten in toepassing van de maatregelen ter bestrijding van het COVID-19 coronavirus:
  1° die voor de aanvang van de steunperiode een vestigingseenheid als bedoeld in artikel I.2, 16°, van boek I van het Wetboek van economisch recht in het Waalse Gewest heeft;
  2° die sociale zekerheidsbijdragen betaalt op basis van haar beroepsinkomsten;
  3° waarvan de activiteit ressorteert onder de NACE-BEL-codes vermeld onder één van de sectoren of deelsectoren bedoeld in hiernavolgende afdelingen en subklassen :
  a) 56.302 van de NACE-BEL-code;
  b) 92.000 van de NACE-BEL-code;
  c) 93.110 van de NACE-BEL-code;
  d) 93.212 van de NACE-BEL-code;
  d) 93.291 tot 93.299 van de NACE-BEL-code;
  4° die op 31 december 2019 niet in moeilijkheden verkeerde, in de zin van artikel 2, punt 18, van Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard.
  De Minister kan de lijst van NACE-BEL-codes, bedoeld in lid 1, 3°, aanpassen of aanvullen in het licht van de maatregelen ter bestrijding van het COVID-19 coronavirus.
  § 2. Het bedrag van de in paragraaf 1, eerste lid, bedoelde forfaitaire steun wordt voor een volledig kwartaal als volgt bepaald :
  a) 8.000 euro als het personeelsbestand 0 bedraagt;
  b) 12.000 euro als het personeelsbestand hoger is dan 0 en lager is dan;
  c) 18.000 euro als het personeelsbestand gelijk is aan of hoger is dan 10 en lager dan 50;
  d) 24.000 euro als het personeelsbestand gelijk is aan of hoger is dan 50.
  Het toegekende bedrag wordt berekend naar rato van het aantal sluitingsdagen tijdens de steunperiode, op basis van de maatregelen ter bestrijding van het COVID-19 coronavirus.
  De in lid 1 bedoelde forfaitaire steun mag niet worden gecumuleerd met de in artikel 5 bedoelde steun en wordt slechts eenmaal per steunperiode en per bij de Kruispuntbank van Ondernemingen ingeschreven onderneming toegekend, overeenkomstig boek III, titel 2, hoofdstuk 1, van het Wetboek van economisch recht.
  In afwijking van artikel 1, 9°, wordt, wanneer de onderneming in 2020 of 2021 is opgericht, de steun afgetopt door rekening te houden met het gemiddelde aantal werknemers in 2020 of 2021, al naargelang het geval.

Art.5. § 1. Volgens de door de Minister vastgestelde modaliteiten wordt steun verleend aan de onderneming die een activiteit uitoefent die tijdens de steunperiode getroffen is als gevolg van de maatregelen ter bestrijding van het COVID-19 coronavirus :
  1° die voor de aanvang van de steunperiode een vestigingseenheid als bedoeld in artikel I.2, 16°, van boek I van het Wetboek van economisch recht in het Waalse Gewest heeft;
  2° die sociale zekerheidsbijdragen betaalt op basis van haar beroepsinkomsten;
  3° die, met uitzondering van de onderneming die vanaf het eerste kwartaal van 2019 is opgericht, aan de hand van de btw-aangifte aantoont dat haar omzet in het eerste kwartaal van 2022 met ten minste 50 % is gedaald ten opzichte van het betrokken kwartaal van 2019;
  4° die op 31 december 2019 niet in moeilijkheden verkeerde, in de zin van artikel 2, punt 18, van Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard.
  In het geval van fusie van ondernemingen, inbreng van een algemeenheid of bedrijfstak,, bedoeld in boek XII van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, alsmede in geval van gerechtelijke reorganisatie als bedoeld in titel V van boek XX van het Wetboek van economisch recht, wordt voor de berekening van het omzetverlies, bedoeld in het eerste lid, 3°, de omzet van de overgenomen vennootschap niet in aanmerking genomen.
  De in lid 1 bedoelde steun mag niet worden gecumuleerd met de in artikel 4 bedoelde steun en wordt slechts eenmaal per bij de Kruispuntbank van Ondernemingen ingeschreven onderneming toegekend, overeenkomstig boek III, titel 2, hoofdstuk 1, van het Wetboek van economisch recht.
  § 2. Het bedrag van de steun bedoeld in § 1, eerste lid, bedraagt 15 % van de omzet over het eerste kwartaal van 2019 en wordt als volgt beperkt indien is voldaan aan de voorwaarde van omzetverlies, bedoeld in § 1, eerste lid, 3° :
  1° 8.000 euro als het personeelsbestand 0 is;
  2° 12.000 euro als het personeelsbestand hoger is dan 0 en lager is dan 10;
  3° 18.000 euro als het personeelsbestand gelijk is aan of hoger is dan 10 en lager dan 50;
  4° 24.000 euro als het personeelsbestand gelijk is aan of hoger is dan 50.
  De grondslag voor de berekening van de in lid 1 bedoelde steun wordt vastgesteld op basis van de omzet van het eerste kwartaal van 2019, rekening houdend met een indexering op basis van het afgevlakte indexcijfer van de consumptieprijzen (basis 2013) voor het laatste kwartaal van 2021.
  In afwijking van lid 1 wordt, wanneer de onderneming vanaf het eerste kwartaal van 2019 is opgericht en het omzetverlies niet met de btw-aangifte kan aantonen, het omzetverlies voor het betrokken kwartaal aangetoond met het financieel plan of een ander bewijsstuk. In dat geval wordt, in afwijking van artikel 1, lid 9, indien de onderneming in 2020 of 2021 is opgericht, de steun afgetopt door rekening te houden met het gemiddelde aantal werknemers in 2020 of 2021, al naargelang het geval.
  In afwijking van lid 1 wordt, wanneer de onderneming onder een bijzondere regeling inzake de belasting over de toegevoegde waarde valt en het omzetverlies niet met de btw-aangifte kan aantonen, het omzetverlies voor het betrokken kwartaal aangetoond met het financieel plan of een ander bewijsstuk.
  De Minister kan bepalen welke bewijsstukken de onderneming moet overleggen om de percentages van de omzet, bedoeld paragraaf 1, eerste lid, 3°, en in de leden 3 en 4, aan te tonen.

Art.6. Volgens de door de Minister vastgestelde modaliteiten dient de onderneming via een formulier op het webplatform haar steunaanvraag bij de Administratie in. De termijn voor de indiening van de steunaanvraag is vastgesteld op het webplatform.
  Bij het indienen van het dossier op het webplatform moet de onderneming de volgende informatie verstrekken :
  1° haar ondernemingsnummer;
  2° de NACE-BEL-code voor de activiteit waarvoor de onderneming de specifieke tegemoetkoming aanvraagt;
  3° een verklaring op erewoord die op het webplatform ingevuld moet worden;
  4° het rekeningnummer van de onderneming.
  5° wat de in artikel 5 bedoelde steun betreft, de omzet over de betrokken periodes en een verslag over de bevindingen van een bedrijfsrevisor of een (beëdigd) externe accountant die de steunaanvraag ondersteunt.
  Indien de in artikel 4 bedoelde forfaitaire steun of de in artikel 5 bedoelde steun wordt toegekend overeenkomstig punt 22 van de tijdelijke kaderregeling, verklaart de onderneming tevens, door middel van een verklaring op erewoord, dat zij het steunbedrag van 2 300 000 EUR, met inbegrip van de in dit besluit bedoelde steun, niet overschrijdt.
  De Administratie kan gebruik maken van de databanken die authentieke bronnen vormen om alle gegevens te verkrijgen die nodig zijn voor het onderzoek van het dossier.

Art.7. De beslissing over de ontvankelijkheid, de betaling, de controle en invordering van de in artikel 4 of in artikel 5 bedoelde steun wordt genomen door elk personeelslid van niveau A zoals omschreven in het besluit van de Waalse Regering van 18 december 2003 houdende de Waalse Ambtenarencode, aangewezen door de directeur-generaal van de Administratie.

Art.8. Het in artikel 7 bedoelde personeelslid van niveau A analyseert de steunaanvraag en, indien de aanvraag niet ontvankelijk is, schorst hij de steunaanvraag en brengt hij de onderneming op de hoogte, die haar aanvraag kan aanvullen en indienen voor een nieuw onderzoek naar ontvankelijkheid.
  Als het dossier niet wordt aangevuld en onderworpen aan een nieuw onderzoek van ontvankelijkheid binnen een termijn van één maand te rekenen van de datum van schorsing, dan wordt de steunaanvraag definitief vernietigd.
  Indien de aanvraag aan de gestelde voorwaarden voldoet, wordt de onderneming er elektronisch van in kennis gesteld dat de steun bedoeld in artikel 4 of in artikel 5 wordt toegekend.
  De Administratie deelt de onderneming mee dat de in artikel 4 of artikel 5 bedoelde steun wordt verleend hetzij overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1407/2013, hetzij overeenkomstig de tijdelijke kaderregeling, naar gelang van het geval.

Art.9. Indien de in artikel 4 of artikel 5 bedoelde steun wordt verleend overeenkomstig punt 22 van de tijdelijke kaderregeling, maakt de Administratie de in bijlage III en overeenkomstig artikel 9 van Verordening (EU) nr. 651/2014 vermelde relevante informatie over elke steun van meer dan 100 000 euro die op grond van dit besluit wordt verleend, binnen twaalf maanden na de datum van verlening bekend via de IT-tool van de Europese Commissie.
  De Administratie bewaart alle gegevens die nodig zijn om vast te stellen of aan de gestelde voorwaarden is voldaan, gedurende een periode van tien jaar na de toekenning van de betrokken steun. De Administratie geeft deze informatie door aan de Europese Commissie als deze daarom verzoekt.

Art.10. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt wordt.

Art. 11. De Minister van Economie is belast met de uitvoering van dit besluit.