20 JANUARI 2022. - Koninklijk besluit tot vaststelling, voor het jaar 2022, van de dotaties bedoeld in Titel IV en in Titel VII van het koninklijk besluit van 18 juli 2002 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 31-01-2022 en tekstbijwerking tot 19-07-2022)
Art. 1-3
Artikel 1.Voor het jaar 2022, worden de bedragen van de opbrengst van de patronale bijdrageverminderingen bedoeld in artikel 35, § 5, van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers vastgesteld als volgt :
- Fonds sectoriel Maribel RW-RB-CG, opgericht door het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap (PSC 318.01) : 9.037.230,19 euro;
- Fonds Sociale Maribel voor de diensten gezinszorg van de Vlaamse Gemeenschap, opgericht door het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap (PSC 318.02) : 34.241.182,68 euro, te verhogen met 2.073.945,62 euro;
- Fonds Sociale Maribel voor de instellingen en diensten die behoren tot het bevoegdheidsgebied van het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten (PC 319) : 4.798.672,83 euro;
- Sectoraal Fonds Sociale Maribel voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen van de Vlaamse Gemeenschap, opgericht door het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Vlaamse Gemeenschap (PSC 319.01) : 74.840.503,36 euro;
- Fonds Mirabel, opgericht door het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap (PSC 319.02) : 42.159.447,16 euro;
- [2 Vlaams Sociaal Fonds voor de bevordering van de tewerkstelling in de maatwerkbedrijven, opgericht door het Paritair Subcomité voor de Vlaamse sector van de beschutte werkplaatsen, de sociale werkplaatsen en de maatwerkbedrijven (PSC 327.01): 50.568.338,95 euro;]2
- [2 Fonds Maribel social pour les entreprises de travail adapté subsidiées par la Commission communautaire française, opgericht door het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Franse Gemeenschapscommissie (PSC 327.02): 3.201.966,36 euro, te verhogen met 37.905,08 euro;]2
- [2 Sociaal Fonds voor de bevordering van de tewerkstelling in de beschutte werkplaatsen, opgericht door het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen van het Waalse Gewest en van de Duitstalige Gemeenschap (PSC 327.03): 15.817.381,45 euro;]2
- Sociaal fonds Sociale Maribel voor de socioculturele sector, opgericht door het Paritair Comité voor de socioculturele sector (PSC 329.03) : 6.437.049,00 euro;
- Sociaal Fonds Sociale Maribel voor de socioculturele sector van de Vlaamse Gemeenschap, opgericht door het Paritair Comité voor de socioculturele sector (PSC 329.01) : 29.318.836,42 euro;
- Fonds social Maribel social du secteur socioculturel des communautés française et germanophone, opgericht door het Paritair Comité voor de socioculturele sector (PSC 329.02) : 20.722.609,56 euro;
- Fonds sociale Maribel, opgericht door het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en diensten (PC 330) : 452.892.838,32 euro, te vermeerderen met 6.274.235,99 euro;
- Sectoraal Fonds Sociale Maribel voor de Vlaamse welzijns- en gezondheidssector, opgericht door het Paritair Comité voor de Vlaamse welzijns- en gezondheidssector (PC 331) : 23.268.640,12 euro;
- Sociale Maribel Fonds, opgericht door het Paritair Comité van de Franstalige en Duitstalige welzijns- en gezondheidssector (PC 332) : 12.619.694,86 euro, te verhogen met 506.393,25 euro;
- Fonds sociale Maribel bedoeld in artikel 35, § 5, C, van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers : 402.519.351,47 euro, te verhogen met 1.520.118,23 euro en te vermeerderen met 38.720.000,00 euro.
----------
(1)<KB 2022-04-18/06, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2022>
(2)<KB 2022-07-12/06, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 01-04-2022>
Art.2. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2022.
Art. 3. De minister bevoegd voor Werk en de minister bevoegd voor Sociale Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.