Details





Titel:

26 DECEMBER 2022. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 december 2013 tot uitvoering van artikelen 4 en 13 van de wet van 13 maart 2013 tot hervorming van de inhouding van 3,55 % ten gunste van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en de solidariteitsbijdrage verricht op de pensioenen met het oog op de invoering van de unieke aangifte



Inhoudstafel:


Art. 1-26



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2013022595 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In artikel 1 van het koninklijk besluit van 8 december 2013 tot uitvoering van artikelen 4 en 13 van de wet van 13 maart 2013 tot hervorming van de inhouding van 3,55 % ten gunste van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en de solidariteitsbijdrage verricht op de pensioenen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 juli 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in de bepaling onder a) wordt het woord "pensioen" vervangen door de woorden "wettelijk pensioen";
  2° de bepaling onder b) wordt vervangen als volgt:
  "b) onder "aanvullend pensioen",
  1° elk aanvullend pensioen bedoeld in artikel 2 van het koninklijk besluit van 25 april 2007 tot uitvoering van artikel 306 van de Programmawet (I) van 27 december 2006 en bedoeld als aanvulling of vervanging van een wettelijk pensioen ten laste van een Belgisch pensioenstelsel, ongeacht het feit of het een periodiek of een in de vorm van een kapitaal betaald voordeel betreft;
  2° elk voordeel, bedoeld als aanvulling van een wettelijk pensioen ten laste van een buitenlands pensioenstelsel of van een pensioenstelsel van een internationale instelling, ongeacht het feit of het een periodiek of een in de vorm van een kapitaal betaald voordeel betreft;"
  3° in de bepaling onder c) worden de woorden "voornoemde wet van 14 juli 1994" vervangen door de woorden "wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994";
  4° in de bepaling onder d) worden de woorden "totaal van pensioenen en pensioenvoordelen" vervangen door de woorden "totaal bedrag van de wettelijke pensioenen en de aanvullende pensioenen";
  5° de bepaling onder e) wordt vervangen als volgt:
  "e) onder "Dienst", de Federale Pensioendienst;";
  6° de bepaling onder f) wordt vervangen als volgt:
  "f) onder "DB2P", de gegevensbank betreffende de aanvullende pensioenen, zoals opgericht door de Programmawet van 27 december 2006, en beheerd door de vzw Sigedis;";
  7° artikel 1 wordt aangevuld met de bepaling onder g) luidende:
  "g) "onder " uitbetalingsinstelling ", de natuurlijke of -rechtspersoon of de feitelijke vereniging die de betaling van het wettelijk pensioen of van het aanvullend pensioen verzekert.".

Art.2. In artikel 2 van hetzelfde besluit wordt het woord "pensioen" vervangen door de woorden "wettelijk pensioen".

Art.3. Artikel 3 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:
  "Art. 3. Worden niet als wettelijke of aanvullende pensioenen beschouwd in de zin van artikel 1, a) of b), de vakantiegelden en de aanvullende vakantiegelden, de eindejaarstoelagen, de verwarmingstoelagen, de aanpassingsvergoedingen, de forfaitaire welvaartspremies en de bijzondere bijslagen voor zelfstandigen.".

Art.4. In artikel 4, 1° van hetzelfde besluit worden de woorden "instelling van internationaal publiek recht" vervangen door de woorden "internationale instelling".

Art.5. In artikel 5 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in het eerste lid worden de woorden "pensioenen en pensioenvoordelen" vervangen door de woorden "wettelijke pensioenen en aanvullende pensioenen";
  2° in het tweede lid worden de woorden "pensioenen en pensioenvoordelen" vervangen door de woorden "wettelijke pensioenen en aanvullende pensioenen";
  3° in het derde lid worden de woorden "pensioenen of pensioenvoordelen" vervangen door de woorden "wettelijke pensioenen of aanvullende pensioenen".

Art.6. Artikel 6 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:
  "Art. 6. Iedere persoon die recht heeft op een wettelijk pensioen ten laste van een Belgisch pensioenstelsel en aan wie wettelijke en/of aanvullende pensioenen ten laste van een buitenlands pensioenstelsel en/of van een pensioenstelsel van een internationale instelling worden toegekend, is ertoe gehouden daarvan aangifte te doen bij de Dienst, onder de modaliteiten beschreven in artikel 68bis, § 2, van de wet van 30 maart 1994 houdende sociale bepalingen.".

Art.7. In artikel 7 van hetzelfde besluit worden de paragrafen 1, 2, 3 en 4 vervangen als volgt:
  " § 1. Elke Belgische uitbetalingsinstelling die wettelijke pensioenen uitkeert, verricht van ambtswege de inhouding op deze pensioenen voor zover het globaal bedrag van de door haar aan eenzelfde persoon betaalde wettelijke pensioenen en aanvullende pensioenen de drempel overschrijdt.
  § 2. Elke Belgische en buitenlandse uitbetalingsinstelling die in artikel 1, b), 1° bedoelde Belgische aanvullende pensioenen toekent, is verplicht de inhouding te verrichten op de door haar betaalde voordelen zonder dat met de drempel rekening wordt gehouden.
  § 3. Wanneer aan eenzelfde persoon één of meer wettelijke pensioenen worden toegekend waarop de inhouding van ambtswege niet overeenkomstig paragraaf 1 is verricht, maar waarvan het totaal bedrag, eventueel verhoogd met het bedrag van de in artikel 1, b), 1° bedoelde Belgische aanvullende pensioenen en van de wettelijke en/of aanvullende pensioenen toegekend ten laste van een buitenlands pensioenstelsel en/of van een pensioenstelsel van een internationale instelling, hoger is dan de drempel, geeft de Dienst de uitbetalingsinstellingen de opdracht om in afwijking van paragraaf 1 de inhouding te verrichten. Deze inhouding, waarvan het percentage lager is dan of gelijk aan 3,55 %, wordt verricht vanaf de eerste betaling die volgt op de mededeling van het percentage door de Dienst.
  De Dienst controleert of de in het eerste lid bedoelde opdracht daadwerkelijk wordt uitgevoerd door de uitbetalingsinstellingen.
  § 4. Het gedeelte van de met toepassing van paragraaf 1 uit te voeren inhouding dat overeenstemt met wettelijke en/of aanvullende pensioenen ten laste van een buitenlands pensioenstelsel en/of van een pensioenstelsel van een internationale instelling wordt uitsluitend verricht:
  1° als de gerechtigde zijn hoofdverblijfplaats heeft gevestigd in België en een wettelijk pensioen of als zodanig geldend voordeel ten laste van een Belgisch pensioenstelsel geniet;
  2° als de gerechtigde zijn hoofdverblijfplaats heeft gevestigd in het buitenland en de geneeskundige verstrekkingen verschuldigd in uitvoering van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen geniet ten laste van een Belgische instelling.".

Art.8. In artikel 7 van hetzelfde besluit wordt paragraaf 2 vervangen als volgt:
  " § 2. Elke Belgische en buitenlandse uitbetalingsinstelling die in artikel 1, b), 1° bedoelde Belgische aanvullende pensioenen toekent, handelt met betrekking tot de op deze pensioenen te verrichten inhouding overeenkomstig het tweede en derde lid.
  Wanneer de vzw Sigedis hiervoor over voldoende gegevens beschikt, deelt zij aan de uitbetalingsinstelling mee of het totaal bedrag van de aan eenzelfde persoon betaalde wettelijke pensioenen en aanvullende pensioenen de drempel overschrijdt. In geval van niet overschrijding van de drempel, verricht de uitbetalingsinstelling geen inhouding. In geval van overschrijding van de drempel, verricht de uitbetalingsinstelling een inhouding waarvan het bedrag en/of het daarmee overeenstemmende percentage haar wordt meegedeeld door de vzw Sigedis.
  Wanneer de vzw Sigedis niet over voldoende gegevens beschikt om te bepalen of het totaal bedrag van de aan eenzelfde persoon betaalde wettelijke pensioenen en aanvullende pensioenen de drempel overschrijdt, verricht de Belgische of buitenlandse uitbetalingsinstelling ambtshalve een inhouding van 3,55% op de door haar betaalde aanvullende pensioenen.
  De Koning kan de modaliteiten vaststellen voor de toepassing van het tweede en het derde lid.".

Art.9. In artikel 7, § 5, eerste lid van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in de eerste zin worden de woorden "Belgische wettelijke pensioenen" vervangen door de woorden "wettelijke pensioenen ten laste van een Belgisch pensioenstelsel";
  2° de bepaling onder 3° wordt vervangen door:
  "3° de rust- en overlevingspensioenen ten laste van een pensioenstelsel van de overheidssector beheerd door de Dienst;";
  3° de bepaling onder 4° wordt opgeheven;
  4° in de bepaling onder 6° worden de woorden "de Dienst voor overzeese sociale zekerheid" vervangen door de woorden "het stelsel voor overzeese sociale zekerheid.".

Art.10. Artikel 7, § 6, van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:
  " § 6. Indien na inhouding het totaal bedrag van de wettelijke pensioenen en de aanvullende pensioenen dat aan eenzelfde persoon is uitbetaald, lager is dan de drempel, betaalt de Dienst de onverschuldigde inhoudingen van ambtswege terug aan de begunstigde.
  In afwijking van paragraaf 2 kan de Dienst eveneens de uitbetalingsinstellingen opdracht geven geen inhouding te verrichten op de betaalde wettelijke pensioenen en aanvullende pensioenen of een inhouding waarvan het percentage lager is dan 3,55 %. Deze laatste inhouding wordt verricht vanaf de eerste betaling die volgt op de mededeling van het percentage door de Dienst.".

Art.11. In artikel 7, § 7, eerste lid van hetzelfde besluit wordt het woord "Rijksdienst" vervangen door het woord "Dienst".

Art.12. Artikel 7, § 8, van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art.13. In artikel 8 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° het eerste lid wordt vervangen als volgt:
  "Als de wettelijke pensioenen of de aanvullende pensioenen in de vorm van een kapitaal uitbetaald worden, stort de Dienst aan de begunstigde de op het kapitaal verrichte inhouding volledig terug indien, bij de eerste uitbetaling van het definitief bedrag van een wettelijk pensioen die volgt op de uitbetaling van een kapitaal, het gecumuleerde maandelijkse brutobedrag van de wettelijke pensioenen en aanvullende pensioenen kleiner is dan de drempel.";
  2° in het tweede lid worden de woorden "pensioen" en "Rijksdienst" respectievelijk vervangen door de woorden "wettelijk pensioen" en "Dienst".

Art.14. Artikel 9 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:
  "Art. 9. De uitbetalingsinstellingen storten de opbrengst van de inhouding op de wettelijke pensioenen ten laste van een Belgisch pensioenstelsel aan de Dienst tijdens de maand volgend op deze waarin het wettelijk pensioen werd uitbetaald.
  De Belgische of buitenlandse uitbetalingsinstellingen storten aan de Dienst de opbrengst van de inhouding op de in artikel 1, b), 1° bedoelde Belgische aanvullende pensioenen ten belope van het bedrag, tegen de vervaldatum en met de mededeling vermeld in het maandelijkse betaaloverzicht van de vzw Sigedis.".

Art.15. Artikel 10 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:
  "Art. 10. De Belgische uitbetalingsinstellingen moeten uiterlijk de achtste werkdag na het einde van de maand tijdens welke de wettelijke pensioenen werden uitbetaald, aan de Dienst alle aangiften bezorgen van de gegevens in verband met die pensioenen, in de door de Dienst voorgeschreven vorm.
  De Belgische en buitenlandse uitbetalingsinstellingen bezorgen de aangiften van de gegevens in verband met de betaling van de in artikel 1, b), 1° bedoelde Belgische aanvullende pensioenen, binnen de in het eerste lid vermelde termijn en in de vorm die is voorgeschreven door de vzw Sigedis, aan DB2P die deze gegevens meedeelt aan de Dienst.".

Art.16. Artikel 11 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:
  "Art. 11. De Federale Overheidsdienst Financiën deelt aan de Dienst de identiteit van elke persoon mede, die één of meerdere wettelijke pensioenen en/of aanvullende pensioenen genoten heeft. Deze mededeling bevat eveneens de bedragen van deze wettelijke pensioenen en aanvullende pensioenen, ongeacht het feit of het periodieke of in de vorm van een kapitaal betaalde pensioenen betreft.".

Art.17. Artikel 12 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:
  "Art. 12. De Dienst ziet de in artikel 6 en artikel 10, eerste lid bedoelde aangiften na.
  De Dienst kan te dien einde voor de controle op de uitvoering van dit besluit de medewerking vorderen van de administraties, instellingen en diensten die wettelijke pensioenen en/of aanvullende pensioenen toekennen en/of betalen.".

Art.18. In artikel 13, § 3, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in het eerste lid worden de woorden "Rijksdienst" en "artikel 10" respectievelijk vervangen door de woorden "Dienst" en "artikel 10, eerste lid";
  2° paragraaf 3 wordt aangevuld met een lid luidend als volgt:
  "Het niet verschaffen aan DB2P van de in artikel 10, tweede lid bedoelde aangifte binnen de in artikel 10, eerste lid bedoelde termijn en in de vorm die is voorgeschreven door de vzw Sigedis verplicht de uitbetalingsinstelling tot het betalen van een forfaitaire vergoeding van 25 EUR.".

Art.19. In artikel 13, § 4 van hetzelfde besluit wordt het woord "Rijksdienst" vervangen door het woord "Dienst".

Art.20. In artikel 13, § 5, van hetzelfde besluit worden de woorden "het bestuur van Registratie en Domeinen" vervangen door de woorden "de administratie van de Federale Overheidsdienst Financiën belast met de inning en de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen".

Art.21. In artikel 14 van hetzelfde besluit wordt het woord "Rijksdienst" telkens vervangen door het woord "Dienst".

Art.22. In artikel 16 van hetzelfde besluit worden de woorden "de pensioenen en de pensioenvoordelen" vervangen door de woorden "de wettelijke pensioenen en de aanvullende pensioenen".

Art.23. In artikel 17 van hetzelfde besluit worden de woorden "de pensioenen en de pensioenvoordelen" vervangen door de woorden "de wettelijke pensioenen en de aanvullende pensioenen".

Art.24. In artikel 18 van hetzelfde besluit wordt het woord "Rijksdienst" vervangen door het woord "Dienst".

Art.25. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2023 en is van toepassing op alle betalingen van Belgische aanvullende pensioenen die worden verricht vanaf deze datum, met uitzondering van artikel 8 dat in werking treedt op een door de Koning te bepalen datum.
  In afwijking van het eerste lid, is artikel 10, tweede lid van het voormelde koninklijk besluit van 8 december 2013, zoals gewijzigd bij artikel 15 van dit besluit, ook van toepassing op de betalingen van Belgische aanvullende pensioenen die worden verricht vóór 1 januari 2023 indien de aangifte van de gegevens in verband met die pensioenen niet vóór 12 januari 2023 werd bezorgd aan de Dienst.

Art. 26. De minister bevoegd voor Sociale Zaken en de minister bevoegd voor Pensioenen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.