Details





Titel:

22 DECEMBER 2022. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 29 maart 2012 tot vaststelling van de regels voor het bepalen van de kosten van de toepassing van de sociale tarieven door de aardgasondernemingen en de tussenkomstregels voor het ten laste nemen hiervan en van het koninklijk besluit van 29 maart 2012 tot vaststelling van de regels voor het bepalen van de kosten van de toepassing van de sociale tarieven door de elektriciteitsbedrijven en de tussenkomstregels voor het ten laste nemen hiervan



Inhoudstafel:


Art. 1-4



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2012201922  2012201924 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In het koninklijk besluit van 29 maart 2012 tot vaststelling van de regels voor het bepalen van de kosten van de toepassing van de sociale tarieven door de aardgasondernemingen en de tussenkomstregels voor het ten laste nemen hiervan, wordt een artikel 12ter ingevoegd, luidende:
  "art. 12ter. § 1. Onverminderd paragraaf 2, wordt bij wijze van aanvullend voorschot op de in artikel 12 bedoelde terugbetaling met betrekking tot de levering van aardgas aan de beschermde residentiële afnemers die genieten van de verhoogde verzekeringstegemoetkoming, aangewezen door de Koning overeenkomstig artikel 15/10, § 2/2, derde lid, van de wet, een bedrag van 203,990 miljoen euro (btw inbegrepen) uitbetaald door de CREG aan de leveranciers uiterlijk vijftien dagen volgend op de dag dat de CREG het voormelde bedrag ontvangt. Dit bedrag wordt geput uit de in het fonds aanwezige middelen bedoeld in artikel 15/11, § 1bis/1, van de wet en wordt proportioneel verdeeld over de leveranciers op basis van het aantal beschermde residentiële afnemers van elke leverancier per 31 december 2021.
  § 2. In de volgende gevallen, waarvan de CREG kennis heeft, worden de krachtens dit artikel uit te betalen bedragen bij wijze van voorschot op de in artikel 12 bedoelde terugbetaling niet uitbetaald door de CREG aan een leverancier :
  1° in geval van faillissement van de leverancier uiterlijk 5 dagen voor de datum van betaling van het bedrag door de CREG;
  2° in geval van de opening van een procedure van gerechtelijke reorganisatie als vermeld in boek XX, titel V, van het Wetboek van economisch recht ten aanzien van de leverancier uiterlijk 5 dagen voor de datum van betaling van het bedrag door de CREG;
  3° in geval van de opheffing of schorsing van de gewestelijke leveringsvergunning van de leverancier door de bevoegde overheid uiterlijk 5 dagen voor de datum van betaling van het bedrag door de CREG;
  4° of ingeval van het ontzeggen, schorsen of opheffen van de toegang van het distributienet, aan de leverancier door de bevoegde overheid uiterlijk 5 dagen voor de datum van betaling van het bedrag door de CREG.
  Bedragen die niet worden uitbetaald door de CREG krachtens het voorgaande lid komen niet in mindering bij het vaststellen van de definitieve eindafrekening bedoeld in artikel 12.
  De krachtens dit artikel uitbetaalde bedragen komen in mindering voor het vaststellen van de definitieve eindafrekening bedoeld in artikel 12. Wanneer de eindafrekening negatief is, storten de leveranciers uiterlijk op 31 maart 2025 het teveel betaalde terug."

Art.2. In het koninklijk besluit van 29 maart 2012 tot vaststelling van de regels voor het bepalen van de kosten van de toepassing van de sociale tarieven door de elektriciteitsbedrijven en de tussenkomstregels voor het ten laste nemen hiervan, wordt een artikel 12ter ingevoegd, luidende:
  "art. 12ter. § 1. Onverminderd paragraaf 2, wordt bij wijze van aanvullend voorschot op de in artikel 12 bedoelde terugbetaling met betrekking tot de levering van elektriciteit aan de beschermde residentiële afnemers die genieten van de verhoogde verzekeringstegemoetkoming, aangewezen door de Koning overeenkomstig artikel 20, § 2/1, tweede lid, van de wet, een bedrag van 145,133 miljoen euro (btw inbegrepen) uitbetaald door de CREG aan de leveranciers uiterlijk vijftien dagen volgend op de dag dat de CREG het voormelde bedrag ontvangt. Dit bedrag wordt geput uit de in het fonds aanwezige middelen bedoeld in artikel 21bis, § 1/1 van de wet en wordt proportioneel verdeeld over de leveranciers op basis van het aantal beschermde residentiële afnemers van elke leverancier per 31 december 2021.
  § 2. In de volgende gevallen, waarvan de CREG kennis heeft, worden de krachtens dit artikel uit te betalen bedragen bij wijze van voorschot op de in artikel 12 bedoelde terugbetaling niet uitbetaald door de CREG aan een leverancier :
  1° in geval van faillissement van de leverancier uiterlijk 5 dagen voor de datum van betaling van het bedrag door de CREG;
  2° in geval van de opening van een procedure van gerechtelijke reorganisatie als vermeld in boek XX, titel V, van het Wetboek van economisch recht ten aanzien van de leverancier uiterlijk 5 dagen voor de datum van betaling van het bedrag door de CREG;
  3° in geval van de opheffing of schorsing van de gewestelijke leveringsvergunning van de leverancier door de bevoegde overheid uiterlijk 5 dagen voor de datum van betaling van het bedrag door de CREG;
  4° of ingeval van het ontzeggen, schorsen of opheffen van de toegang van het distributienet, aan de leverancier door de bevoegde overheid uiterlijk 5 dagen voor de datum van betaling van het bedrag door de CREG.
  Bedragen die niet worden uitbetaald door de CREG krachtens het voorgaande lid komen niet in mindering bij het vaststellen van de definitieve eindafrekening bedoeld in artikel 12.
  De krachtens dit artikel uitbetaalde bedragen komen in mindering voor het vaststellen van de definitieve eindafrekening bedoeld in artikel 12. Wanneer de eindafrekening negatief is, storten de leveranciers uiterlijk op 31 maart 2025 het teveel betaalde terug.".

Art.3. Dit besluit treedt in werking de dag waarop ze in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 4. De minister bevoegd voor Economie en de minister bevoegd voor Energie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.