Details





Titel:

9 DECEMBER 2022. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 januari 2022 over het verlenen van een overbruggingslening aan ondernemingen



Inhoudstafel:


Art. 1-12



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2022030522 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 januari 2022 over het verlenen van een overbruggingslening aan ondernemingen, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2022, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° Er wordt een punt 2° /1 ingevoegd dat luidt als volgt:
  "2° /1 LRM: de naamloze vennootschap Limburgse Reconversiemaatschappij opgericht bij notariële akte van 1 februari 1994, bij uittreksel gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 24 februari 1994 onder het nummer 940224-318, met inbegrip van alle latere wijzigingen van de statuten;";
  2° In artikel 1, 6°, wordt de zinsnede "artikel 3, 1°, 2° en 3°, " vervangen door de zinsnede "artikel 3, 1° tot en met 4°, ".

Art.2. In artikel 2 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2022, wordt de zinsnede "jaren 2019, 2020 en 2021" vervangen door de woorden "drie kalenderjaren voorafgaand aan de aanvraag".

Art.3. In artikel 4 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2022, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° aan het eerste lid wordt de zinsnede "en voortvloeien uit stijgende kosten inzake energie en, meer algemeen, de toename van het algehele prijsniveau." toegevoegd;
  2° in het tweede lid wordt de zinsnede "tot en met 15 december 2022" vervangen door de zinsnede "tot en met 15 december 2023".

Art.4. In artikel 5 van hetzelfde besluit, wordt een punt 1° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt:
  "1° /1: een maatschap met een commercieel karakter;".

Art.5. In artikel 6 van hetzelfde besluit, wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt:
  " De steunaanvrager, maatschap, heeft minstens één vennoot die gevestigd is in het Vlaamse Gewest.".

Art.6. In artikel 8, derde lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2022, worden de woorden "of PMV" vervangen door de zinsnede ", PMV of LRM".

Art.7. Aan artikel 9 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2022, wordt een punt 8° toegevoegd dat luidt als volgt:
  "8° hij op het ogenblik van de aanvraag leningen lopende heeft of in aanvraag heeft bij LRM met opgave van de concrete gegevens van deze lening en of er achterstallen zijn in de terugbetaling van deze leningen.".

Art.8. In artikel 10 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 15 juli 2022 en 7 oktober 2022, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  In het eerste lid worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in punt 1° wordt het woord "twee" vervangen door het woord "drie";
  2° punt 3° wordt vervangen door wat volgt:
  "3° de voorgelegde facturen hebben betrekking op de periode van 1 augustus 2022 tot en met de datum van aanvraag van de lening en uiterlijk 15 december 2023, 12.00 uur. De steunaanvrager kan maximaal honderd facturen inbrengen per lening. De steunaanvrager geeft in de applicatie, vermeld in artikel 7, eerste lid, voor elke ingebrachte factuur minstens de datum en het volgnummer van de factuur, de identiteit van de onderneming die de factuur uitschrijft, en de prijs exclusief btw. Facturen met een bedrag dat hoger ligt dan 15.000 euro moeten mee worden opgeladen. Facturen van bedrijven die geen maatschappelijke zetel hebben binnen het grondgebied van de Europese Economische Ruimte worden niet aanvaard. Een factuur kan slechts één maal gebruikt worden. Het Agentschap Innoveren en Ondernemen kan bijkomende elementen tot staving van de factuur opvragen;";
  3° punt 4° wordt vervangen door wat volgt:
  "4° betaalbewijzen van handelshuur hebben betrekking op de huurperiode tussen 1 augustus 2022 tot en met de datum van aanvraag van de lening en uiterlijk 15 december 2023. De verhuurder mag geen aan de steunaanvrager verbonden onderneming zijn. Leasingfacturen hebben betrekking op de leasing tussen 1 augustus 2022 tot en met de datum van aanvraag van de lening en uiterlijk 15 december 2023. De leasinggever mag geen aan de steunaanvrager verbonden onderneming zijn. Maximaal 20 procent van het te ontlenen bedrag mag betrekking hebben op handelshuur en/of leasing";
  4° punt 5° wordt vervangen door wat volgt:
  "5° de totale omvang per lening en van de drie leningen, vermeld in punt 1°, samen kan nooit meer zijn dan 2 miljoen euro en is ook beperkt tot:
  a) ondernemingen die kiezen om de steun te krijgen in uitvoering van de-minimis of artikel 2.1 van de tijdelijke kaderregeling: 200.000 euro of het voor specifieke sectoren vermelde maximum in artikel 2.1 van de tijdelijke kaderregeling voor ondernemingen met minder dan 50 werknemers en de maximale bedragen vermeld in artikel 2.1 van de tijdelijke kaderregeling voor ondernemingen met 50 of meer werknemers;
  b) ondernemingen die kiezen om de steun te krijgen in uitvoering van artikel 2.3 van de tijdelijke kaderregeling: 2 miljoen euro. De steun die toegekend wordt met toepassing van artikel 2.3 van de tijdelijke kaderregeling mag niet hoger zijn dan 15% van de gemiddelde jaaromzet van de voorbije drie jaar. De steunaanvrager bezorgt hiervoor de officiële btw-aangifte met overzicht van de uitgaande handelingen (kader II) voor de drie kalenderjaren voorafgaand aan de aanvraag aan het Agentschap Innoveren en Ondernemen via de applicatie, vermeld in artikel 7, eerste lid, of, indien de applicatie dit niet toelaat, via email. Enkel indien de aanvrager vrijgesteld is van het indienen van een officiële btw-aangifte, mag hij zijn gemiddelde jaaromzet bewijzen door middel van de klantenlisting van de voorbije drie jaar, zijnde een lijst van de Belgische btw-nummers van de klanten aan wie de onderneming goederen heeft geleverd of diensten heeft verstrekt tijdens het vorige kalenderjaar. De lijst bevat voor elke klant het totaalbedrag aan leveringen en diensten. De minister kan nader bepalen hoe ondernemingen die geen officiële btw-aangifte indienen hun jaaromzet moeten bewijzen.";
  5° in punt 9° wordt de zinsnede "van PMV al een handelshuurlening, een of meerdere heropstartleningen," vervangen door de zinsnede "van PMV of LRM al een handelshuurlening, een of meerdere heropstartleningen, een of meerdere overbruggingsleningen". In hetzelfde punt wordt het bedrag "750.000 euro" vervangen door het bedrag "2.000.000 euro";
  6° punt 10° wordt vervangen door wat volgt:
  "10° voor leningen boven de 400.000 euro oordeelt het kredietcomité, vermeld in punt 9°, altijd of de steunaanvrager nog over voldoende terugbetalingscapaciteit beschikt om de lening te krijgen.".
  In het tweede lid wordt het getal "2022" vervangen door het getal "2023".

Art.9. Artikel 13 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2022 en 7 oktober 2022, wordt vervangen door:
  "PMV hanteert de volgende voorwaarden bij het toekennen van de overbruggingslening:
  De rente op de lening bedraagt tot 1 april 2023:
  1° 2% op jaarbasis, voor kleine en middelgrote ondernemingen die ervoor kiezen de lening terug te betalen over een periode van 36 maanden;
  2° 2,5% op jaarbasis, voor grote ondernemingen die ervoor kiezen de lening terug te betalen over een periode van 36 maanden;
  3° 2,5% op jaarbasis, voor kleine en middelgrote ondernemingen die ervoor kiezen de lening terug te betalen over een periode van 60 maanden;
  4° 3,5% op jaarbasis, voor grote ondernemingen die ervoor kiezen de lening terug te betalen over een periode van 60 maanden.
  Op 1 april 2023, 1 juli 2023 en 1 oktober 2023 actualiseert de Minister de rente zodat de minimale rente ten minste gelijk is aan het basispercentage (eenjaars IBOR of gelijkwaardig, zoals gepubliceerd door de Commissie) op respectievelijk 1 maart 2023, 1 juni 2023 en 1 september 2023 vermeerderd met
  1° 50 basispunten voor kleine en middelgrote ondernemingen die ervoor kiezen de lening terug te betalen over een periode van 36 maanden;
  2° 100 basispunten, voor grote ondernemingen die ervoor kiezen de lening terug te betalen over een periode van 36 maanden;
  3° 100 basispunten, voor kleine en middelgrote ondernemingen die ervoor kiezen de lening terug te betalen over een periode van 60 maanden;
  4° 200 basispunten, voor grote ondernemingen die ervoor kiezen de lening terug te betalen over een periode van 60 maanden.
  De terugbetaling van het kapitaal gebeurt maandelijks, in gelijke schijven, na een vrijgestelde periode van 24 maanden.
  De terugbetaling van de rente gebeurt maandelijks. Er is geen vrijgestelde periode voor de terugbetaling van de rente.
  PMV kan in de leningsovereenkomst nog bijkomende voorwaarden bepalen.
  PMV kan aangepaste terugbetalingstermijnen verlenen aan ondernemingen.
  In het eerste en tweede lid wordt verstaan onder:
  1° kleine en middelgrote onderneming: de onderneming, vermeld in artikel 3, 2° en 3°, van het decreet van 16 maart 2012 betreffende het economisch ondersteuningsbeleid;
  2° grote onderneming: de onderneming, vermeld in artikel 3, 4°, van het decreet van 16 maart 2012 betreffende het economisch ondersteuningsbeleid.".

Art.10. Aan artikel 14 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2022 en van 7 oktober 2022, wordt een derde lid toegevoegd dat luidt als volgt:
  "Als uit een controle blijkt dat de onderneming een steunaanvraag heeft ingediend, na de datum van inwerkingtreding van dit lid, op basis van onjuiste verklaringen of foutieve informatie en die niet spontaan heeft gecorrigeerd, komt die onderneming gedurende een periode van vijf jaar, vanaf het moment van de kennisgeving van de voormelde vaststelling, niet in aanmerking voor steun, als vermeld in artikel 3, 5°, van het decreet van 16 maart 2012, artikel 4, eerste en vijfde lid, van het decreet van 15 juli 2016 houdende toekenning van een hinderpremie aan kleine ondernemingen die ernstige hinder ondervinden van openbare werken in het Vlaamse Gewest, en artikel 41ter, § 2, van het decreet van 21 december 2001 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2002."

Art.11. Dit besluit treedt in werking op 3 januari 2023.

Art. 12. De Vlaamse minister, bevoegd voor de economie is belast met de uitvoering van dit besluit.