29 NOVEMBER 2022. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 2 april 2021 waarbij aan de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij een opdracht wordt toevertrouwd overeenkomstig artikel 2, § 3, van de wet van 2 april 1962 betreffende de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij en de gewestelijke investeringsmaatschappijen
Art. 1-3
Artikel 1. § 1. In het artikel 1, § 3 van het koninklijk besluit van 2 april 2021 waarbij aan de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij een opdracht wordt toevertrouwd overeenkomstig artikel 2, § 3 van de wet van 2 april 1962 betreffende de Federale Participatie-en Investeringsmaatschappij en de gewestelijke investeringsmaatschappijen worden de volgende wijzigingen aangebracht:
(i) een "(a)" wordt ingevoegd vóór de woorden "die zich vóór de crisis die is veroorzaakt door de verspreiding van het coronavirus COVID-19 niet in een situatie van grote financiële moeilijkheden bevonden";
(ii) de woorden "of (b) die zich vóór de crisis die is veroorzaakt door de ernstige verstoring van het energiesysteem van de wereld niet in een situatie van grote financiële moeilijkheden bevonden en op 31 december 2021 een positief eigen vermogen hadden," worden ingevoegd na de woorden "die zich vóór de crisis die is veroorzaakt door de verspreiding van het coronavirus COVID-19 niet in een situatie van grote financiële moeilijkheden bevonden en op 31 december 2019 een positief eigen vermogen hadden,";
(iii) de woorden "waarvan de activiteit rechtstreeks of onrechtstreeks structureel is beïnvloed door deze crisis" worden vervangen door de woorden "waarvan de activiteit rechtstreeks of onrechtstreeks structureel is beïnvloed door deze crises";
(iv) de woorden "die in hun businessmodel de transformatie van de economie integreren" worden vervangen door de woorden "die in hun businessmodel de transformatie van de economie integreren en, voor wat de vennootschappen bedoeld onder (i) (b) hierboven betreft, die de blootstelling van het businessmodel aan stijgende energieprijzen verminderen
§ 2. In het artikel 1, § 5 van het koninklijk besluit van 2 april 2021 waarbij aan de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij een opdracht wordt toevertrouwd overeenkomstig artikel 2, § 3 van de wet van 2 april 1962 betreffende de Federale Participatie-en Investeringsmaatschappij en de gewestelijke investeringsmaatschappijen worden de woorden "moeten, voor wat het doel bedoeld in § 2 (i) van dit artikel betreft, vóór 31 december 2021 worden gedaan" vervangen door de woorden "moeten, voor wat het doel bedoeld in § 2 (i) van dit artikel betreft, door de betreffende investeringsvehikels vóór het einde van hun respectieve investeringsperiode worden gedaan".
Art.2. De Minister bevoegd voor Financiën is belast met het aanpassing van de overeenkomst tot delegatie van een opdracht met de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij waarin haar betrekkingen met de Staat in het kader van de uitvoering van het koninklijk besluit van 2 april 2021 waarbij aan de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij een opdracht wordt toevertrouwd overeenkomstig artikel 2, § 3, van de wet van 2 april 1962 betreffende de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij en de gewestelijke investeringsmaatschappijen worden gespecificeerd, zoals gewijzigd door dit besluit.
Art. 3. De Minister bevoegd voor Financiën is ook belast met de uitvoering van dit besluit.