7 OKTOBER 2022. - Koninklijk besluit betreffende de beroepen van orthoptist en optometrist(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 09-02-2023 en tekstbijwerking tot 22-06-2023)
HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepalingen
Art. 1-2
HOOFDSTUK 2. - Erkenningscriteria.
Art. 3
HOOFDSTUK 3. - Toevertrouwde handelingen en technische prestaties
Art. 4-7
HOOFDSTUK 4. - Wijzigings- en overgangsbepalingen.
Art. 8-15
BIJLAGEN.
Art. N1-N8
HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepalingen
Artikel 1. De uitoefening van "orthoptie" is een paramedisch beroep in de zin van artikel 69 van de gecoördineerde wet van 10 mei 2015 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen.
Dit beroep wordt uitgeoefend onder de beroepstitel "orthoptist".
Art.2. De uitoefening van "optometrie" is een paramedisch beroep in de zin van artikel 69 van de gecoördineerde wet van 10 mei 2015 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen.
Dit beroep wordt uitgeoefend onder de beroepstitel "optometrist".
HOOFDSTUK 2. - Erkenningscriteria.
Art.3. § 1. Het beroep van orthoptist en het beroep van optometrist mag slechts worden uitgeoefend door personen die voldoen aan de voorwaarden in § 2 en § 3.
§ 2. De persoon is houder van een diploma van orthoptist of een diploma van optometrist dat een opleiding bekroont, die overeenstemt met een opleiding in het kader van een hoger onderwijs, overeenstemmend met minstens 180 ECTS studiepunten.
Het leerprogramma bestaat uit een gemeenschappelijke stam ("truncus communis") en een afstudeerrichting die vervolgens toegang geeft tot de specifieke beroepstitel orthoptist of optometrist.
Het leerprogramma omvat op zijn minst :
1) een theoretische opleiding in :
a) wat betreft de "truncus communis" :
i. algemene anatomie, fysiologie, neurologie en pathologie;
ii. anatomie, (neuro-)fysiologie en pathologie van het oog en het visuele systeem in het algemeen;
iii. algemene pathologie van het oog en het visuele systeem;
iv. Basiskennis van optica en refractie;
v. Optische hulpmiddelen voor de correctie van refractiefouten;
vi. Basiskennis van de contactologie;
vii. Low vision en algemene beginselen van revalidatie;
viii. Basiskennis van de theorie van het binoculair zien, amblyopie en strabismus;
ix. Algemene farmacologie en farmacologie specifiek voor oogheelkunde;
x. Algemene psychologie, gezondheidspsychologie, ontwikkelingspsychologie en neuropsychologie;
xi. Algemene pedagogiek en algemene kennis van de geriatrische patiënt;
xii. Grondbeginselen van statistiek en literatuuronderzoek;
xiii. Wetenschappelijk Engels/Frans/Nederlands;
xiv. Ethiek en deontologie;
xv. Recht, wetgeving en organisatie van de gezondheidszorg en de gezondheidszorgberoepen in België;
xvi. E-Health.
b) specifiek voor orthoptie :
i. Grondige kennis van de theorie van normaal en abnormaal binoculair zien;
ii. Grondige kennis van de theorie van strabismus;
iii. Grondige kennis van de theorie van oogmotiliteitsstoornissen;
iv. Grondige kennis van de theorie van amblyopie;
v. Refractie bij het kind;
vi. Oftalmo-pediatrie;
vii. Neuro-oftalmologie;
viii. Kennis van het oculo-vestibulair systeem en de hieraan gerelateerde oculaire pathologie.
c) specifiek voor optometrie :
i. Grondige kennis van optica;
ii. Grondige kennis van refractie;
iii. Grondige kennis van de theorie van het normaal binoculair zien;
iv. Grondige kennis van de contactologie;
v. Grondige kennis van optica en low vision;
vi. Grondige kennis van geriatrisch gerelateerde oculaire pathologie.
2) een theoretische en praktische opleiding in het algemeen en specifiek, rekening houdend met en in functie van het vakgebied van de orthoptie of het vakgebied van de optometrie :
a) Onderzoeksmethoden :
i. Hoofdhouding;
ii. Oogstand;
iii. Oogbewegingen, amblyopie;
iv. Oculovestibulaire stoornissen;
v. Gezichtsvermogen (inclusief bepalen van gezichtsscherpte en refractieve status, accommodatie- en convergentievermogen, contrast- en lichtgevoeligheid, optimale prismasterkte, opsporen van kleurenzichtstoornissen en aniseikonie);
vi. Vooronderzoek van de patiënt in samenwerking met de oftalmoloog;
vii. Onderzoeksmethoden van de low vision zorgvrager.
b) Behandelingsmethoden :
i. Strabisme;
ii. Andere binoculaire stoornissen phorie met klachten;
iii. Amblyopie;
iv. Oculovestibulaire stoornissen.
c) Technische onderzoeksmethoden van het visueel systeem: Visuele perceptie, visuo-integratieve functies; oculovestibulaire functies (elektrofysiologie en beeldvorming van het oog);
d) Optische hulpmiddelen voor refractieve correctie en contactologie;
e) Optische hulpmiddelen ter behandeling van aandoening (amblyopie penalisatie, speciale glazen behandeling myopie;
f) Onderzoeks- en behandelingsmethoden bij low vision;
g) Visuele hulpmiddelen;
h) Methodologie van het paramedisch denken, onderzoeksbilan binnen het specifieke domein van de orthoptist en binnen het specifieke domein van de optometrist ; Evidence based medicine; Evidence based practice;
i) Interdisciplinaire en interprofessionele samenwerking;
j) Communicatie en communicatieve vaardigheden;
k) Organisatie en administratie in het kader van de therapeutische planning;
l) Informatica in de gezondheidszorg en eHealth applicaties;
m) EHBO;
n) Hygiëne en steriel werken;
o) Assistentie en instrumentatie in de oftalmologische chirurgie;
p) Toedienen van collyria;
3) Het maken van minimaal een eindwerk dat in verband staat met de uitoefening in het vakgebied van orthoptie of het vakgebied van optometrie en waaruit blijkt dat de betrokkene in staat is tot een analytische en synthetische activiteit in het vak domein en dat hij zelfstandig kan werken;
4) Met vrucht een stage doorlopen hebben van minstens 600 uren. De 600 uur stage worden als volgt verdeeld over niet-universitaire (particuliere) oogheelkundige praktijken, universitaire oogheelkundige praktijken, en paramedische praktijken van orthoptie of optometrie onder supervisie van de medische of paramedische professional :
a) 140 uur op het gemeenschappelijk werkterrein van de kandidaten orthoptie en optometrie;
b) Minimum 460 uur stage verdeeld over :
i. hetzij, de verschillende deelgebieden van vakgebied orthoptie (strabologie en andere binoculaire stoornissen, neuro-oftalmologie, low vision, oculovestibulair, pediatrische oftalmologie, neurovisuele functiestoornissen, low vision (complexe pathologie) en visuele screening en visuele revalidatie bij kinderen onder 16 jaar);
ii. hetzij, de verschillende deelgebieden van de optometrie: (uitgebreid optometrisch onderzoek, contactologie, low vision (geïsoleerd oftalmologisch probleem), visuele revalidatie), geriatrische oftalmologie, visuele screening >/= 12 jaar.
§ 3. De persoon onderhoudt zijn beroepskennis en -vaardigheden en werkt deze bij via bijscholing, gedurende ten minste 15 uren per jaar, om een beroepsuitoefening op een optimaal kwaliteitsniveau te behouden. Deze bijscholing moet bestaan uit persoonlijke studie en deelname aan vormingsactiviteiten.
HOOFDSTUK 3. - Toevertrouwde handelingen en technische prestaties
Art.4. § 1. De technische prestaties, bedoeld in artikel 71, § 1, eerste lid, van voormelde gecoördineerde wet van 10 mei 2015, die door een orthoptist kunnen worden uitgevoerd, zijn opgenomen in bijlage 1, bijlage 2 en bijlage 3 van dit besluit. De technische prestaties vereisen telkens een omstandig verslag in het medisch dossier (E-health) van de patiënt.
§ 2. Bijlage 1 betreft prestaties gekoppeld aan screeningsprogramma's in de preventieve gezondheidszorg.
§ 3. De in bijlage 2 bedoelde technische prestaties kunnen autonoom worden verricht indien de patiënt voorafgaandelijke binnen de volgende periode is gezien door een oftalmoloog: minder dan 1 jaar voor kinderen jonger dan 10 jaar; minder dan 2 jaar voor kinderen tussen 10 en 16 jaar; minder dan 10 jaar voor personen tussen 16 en 45 jaar; minder dan 3 jaar voor personen tussen 45 en 65 jaar en minder dan 2 jaar voor personen ouder dan 65 jaar. De termijn kan door de oftalmoloog worden aangepast, afhankelijk van de pathologie.
§ 4. De in bijlage 3, artikel 1, bedoelde technische prestaties vereisen een eerste gedetailleerd medisch voorschrift, opgesteld door een oftalmoloog.
De in bijlage 3, artikel 2, bedoelde technische prestaties vragen een omstandig oftalmologisch voorschrift en een voorschrift van een van volgende andere artsen-specialisten: KNO, neuroloog of kinderneuroloog.
Art.5.§ 1. De technische prestaties, bedoeld in artikel 71, § 1, eerste lid, van voormelde gecoördineerde wet van 10 mei 2015, die door een optometrist kunnen worden uitgevoerd, zijn opgenomen in bijlage 4 en in bijlage 5 en bijlage 6.
§ 2. Bijlage 4 betreffen prestaties, gekoppeld aan screeningsprogramma's in de preventieve gezondheidszorg bij populatie > 12jaar.
§ 3. De in bijlage 5 bedoelde technische prestaties mogen autonoom worden verricht indien de patiënt voorafgaandelijk binnen de volgende periode werd gezien door een oftalmoloog [1 minder dan 10 jaar]1 voor personen tussen 16 en 45 jaar; minder dan 3 jaar voor personen tussen 45 en 65 jaar en minder dan 2 jaar voor personen ouder dan 65 jaar. De termijn kan door de oftalmoloog worden aangepast, afhankelijk van de pathologie.
§ 4. De in bijlage 6 bedoelde technische prestaties vereisen een eerste gedetailleerd medisch voorschrift, opgesteld door een oftalmoloog.
----------
(1)<KB 2023-05-21/04, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 02-07-2023>
Art.6. De handelingen die, overeenkomstig artikel 23, § 1, eerste lid, van de voornoemde gecoördineerde wet van 10 mei 2015, aan een orthoptist kunnen worden toevertrouwd door een oftalmoloog, worden vermeld in bijlage 7 bij dit besluit. De in bijlage 7 bedoelde procedures worden aan een orthoptist toevertrouwd door een oftalmoloog.
Art.7. De handelingen die, overeenkomstig artikel 23, § 1, eerste lid, van de voornoemde gecoördineerde wet van 10 mei 2015, aan een optometrist kunnen worden toevertrouwd door een geneesheer gespecialiseerd in oogheelkunde, worden vermeld in bijlage 8 bij dit besluit.
§ 1. De in bijlage 8 bedoelde procedures worden aan een optometrist toevertrouwd door een oftalmoloog.
HOOFDSTUK 4. - Wijzigings- en overgangsbepalingen.
Art.8. Het koninklijk besluit van 7 juli 2017 betreffende de beroepstitel en de kwalificatievereisten voor de uitoefening van het beroep van orthoptist en houdende vaststelling van de lijst van de technische prestaties en van de lijst van handelingen waarmee de orthoptist door een arts kan worden belast wordt opgeheven.
Art.9. § 1. In afwijking van artikel 3, § 1, van dit besluit mag het beroep van orthoptist eveneens worden uitgeoefend door personen die een erkenning voor het beroep van orthoptist bekomen op grond van de overgangsbepalingen in artikelen 10, 12, § 1, 13 of 14 van dit besluit.
§ 2. In afwijking van artikel 3, § 1, van dit besluit, mag het beroep van optometrist eveneens worden uitgeoefend door personen die een erkenning voor het beroep van optometrist bekomen op grond van de overgangsbepalingen in artikelen 11, 12, § 2, 13 of 14 van dit besluit.
Art.10. § 1. Aan de personen die op de datum van inwerkingtreding van dit besluit erkend zijn voor het beroep van orthoptist op basis van het koninklijk besluit van 7 juli 2017 wordt ambtshalve een erkenning toegekend voor het beroep van orthoptist op basis van onderhavig besluit.
§ 2. De personen die uiterlijk voor 22 april 2019 een opleiding tot orthoptist hadden en aangevat, zoals beschreven in artikel 3, 1°, van het koninklijk besluit van 7 juli 2017 betreffende de beroepstitel en de kwalificatievereisten voor de uitoefening van het beroep van orthoptist en houdende vaststelling van de lijst van de technische prestaties en van de lijst van handelingen waarmee de orthoptist door een arts kan worden belast, en die voldoen aan de opleidings- en stagevoorwaarden beschreven in artikel 3, 1°, van het voornoemde koninklijk besluit van 7 juli 2017, worden gelijkgesteld met de personen die voldoen aan de kwalificatievereisten bedoeld in artikel 3.
Aan deze personen wordt op hun verzoek een erkenning toegekend voor het beroep van orthoptist. Deze aanvraag dient te gebeuren binnen de drie jaar na de inwerkingtreding van dit besluit.
Art.11. Op hun verzoek wordt een erkenning toegekend van optometrist aan de personen die houder zijn van een graduaat of bachelor diploma in het domein van de oogzorg dat een opleiding bekroont waarvan het niveau, maar niet de volledige theoretische of theoretische en praktische opleiding en stages, overeenstemt met de in artikel 3, § 2, bedoelde opleiding.
Deze aanvraag dient te gebeuren binnen de drie jaar na de inwerkingtreding van dit besluit.
Art.12.§ 1. De personen die op de datum van inwerkingtreding van dit besluit gedurende ten minste drie jaar [1 op een niet onderbroken en continue wijze in het beroep in kwestie]1 bepaalde in artikel 4 bedoelde technische prestaties en/of bepaalde in artikel 6 bedoelde toevertrouwde handelingen hebben verricht, [1 en dit aantonen]1, kunnen om een erkenning voor het beroep van orthoptist verzoeken, om dezelfde technische prestaties en/of dezelfde toevertrouwde handelingen te mogen blijven verrichten onder dezelfde voorwaarden als beoefenaars van het beroep van orthoptist. Dit verzoek tot erkenning kan tot uiterlijk drie jaar na de inwerkingtreding van dit besluit worden ingediend.
§ 2. De personen die op de datum van inwerkingtreding van dit besluit gedurende ten minste drie jaar [1 op een niet onderbroken en continue wijze in het beroep in kwestie]1, bepaalde in artikel 5 bedoelde technische prestaties en/of bepaalde in artikel 7 bedoelde toevertrouwde handelingen van het beroep van optometrist hebben verricht, [1 en dit aantonen]1, kunnen om een erkenning voor het beroep van optometrist verzoeken, om dezelfde technische prestaties en/of dezelfde toevertrouwde handelingen te mogen blijven verrichten onder dezelfde voorwaarden als beoefenaars van het beroep van optometrist. Dit verzoek tot erkenning kan tot uiterlijk drie jaar na de inwerkingtreding van dit besluit worden ingediend.
----------
(1)<KB 2023-05-21/04, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 02-07-2023>
Art.13. De personen die een erkenning als orthoptist-optometrist hebben behaald op grond van het koninklijk besluit van 27 februari 2019 betreffende het beroep van orthoptist-optometrist, vernietigd bij het arrest nr. 251.846 van 14 oktober 2021 van de Raad van State, kunnen op grond van onderhavig besluit om een erkenning verzoeken voor het beroep van orthoptist en/of optometrist, al naargelang de gevolgde keuzeopleidingen en stages.
Indien daarbij door de bevoegde erkenningscommissie tekortkomingen met betrekking tot de in artikel 3, § 2, van dit besluit bedoelde opleiding worden vastgesteld, kan een nieuw verzoek worden ingediend, na te zijn geslaagd voor een aanvullende opleiding aan een door de bevoegde autoriteit opgerichte, gesubsidieerde of erkende instelling.
De in het eerste en tweede lid bedoelde verzoeken tot erkenning kunnen tot uiterlijk drie jaar na de inwerkingtreding van dit besluit worden ingediend.
Art.14. Aan de personen die uiterlijk tussen 22 april 2019 en de inwerkingtreding van dit besluit een opleiding, zoals beschreven in artikel 3 van het koninklijk besluit van 27 februari 2019 betreffende het beroep van orthoptist-optometrist, vernietigd bij het arrest nr. 251.846 van 14 oktober 2021 van de Raad van State, tot orthoptist-optometrist hadden aangevat en geslaagd zijn voor deze opleiding uiterlijk drie jaar na de inwerkingtreding van dit besluit, wordt op hun verzoek een erkenning toegekend voor het beroep van orthoptist en/of optometrist.
Art.15. De minister bevoegd voor Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
BIJLAGEN.
Art. N1. Bijlage 1 - technische prestaties voor de orthoptist, I
Enig artikel. Technische prestaties, in het kader van de uitvoering van preventieve geneeskunde, met uitsluiting van handelingen die een rechtstreeks contact met het oog vereisen, kunnen worden uitgevoerd door orthoptisten in toepassing van artikel 71, § 1, eerste lid, van de gecoördineerde wet van 10 mei 2015 betreffende de uitoefening van de beroepen in de gezondheidszorg.
Deze technische prestaties vereisen een gedetailleerd order in het kader van het desbetreffende screeningsprogramma met vooraf bepaalde doorverwijscriteria in opdracht van de federale overheid of de gemeenschappen in het kader van de volksgezondheid .
Art. N2. Bijlage 2 - technische prestaties voor de orthoptist, II
Enig artikel. De volgende prestaties mogen door orthoptisten autonoom worden uitgevoerd op grond van artikel 71, § 1, eerste lid, van de gecoördineerde wet van 10 mei 2015 betreffende de uitoefening van de beroepen in de gezondheidszorg en zijn de volgende :
I. Orthoptisch onderzoek
a) Inwinnen van de noodzakelijke gegevens voor een goed verloop van het onderzoek
b) Observatie van gelaatsvorm en hoofdhouding; observatie van de oogstand
c) Observatie nystagmus en oogstand
d) Onderzoek en analyse :
1. fixatie;
2. oogstand, phorie, tropie, (strabisme)+bepaling van deviaties, bv. Met prisma's en synoptofoor
3. abnormale positie van het hoofd;
4. oogmotiliteit: klinisch onderzoek (incomitanties, ducties, versies volgbewegingen, vergenties, saccades)
5. oculovestibulaire reflex en cervico-oculaire reflex ; cervico-oculaire reflex ; (optokinetische reflex)
6. De senso-motorische status van binoculair zicht
7. accommodatie- en convergentie vermogen en AC/A en CA/A
8. aniseikonia;
9. onderzoek en analyse van nystagmus
10. bepalen van de optimale prismasterkte
11. Bepaling van statische en dynamische gezichtsscherpte;
12. onderzoek en analyse van afwijkingen in kleurwaarneming en contrastvisus.
13. Gezichtsveld met behulp van confrontatietechniek.
14. Vernieuwen van Fresnelprisma's
15. Aanpassen van eenvoudige low-vision hulpmiddelen bij geisoleerde oculaire pathologie.
II. Refractie en bepaling van de optimale correctie
Bepaling van refractie met objectieve en subjectieve methoden zonder cycloplegie,en voorschrijven van optimale refractie zonder prisma (er moet al een eerste brilvoorschrift staan in e- health)
De orthoptist verwijst de patiënt naar een oftalmoloog als :
- Refractieverandering > 1D;
- Cilinderasverandering > 20° ;
- Verlies van gezichtsscherpte na BVCA (best gecorrigeerde gezichtsscherpte);
- Verandering in oftalmologisch klachten patroon
- Afwijking buiten zijn eigen vakgebied
Art. N3. Bijlage 3 - technische prestaties voor de orthoptist, III
Artikel 1. De volgende technische prestaties mogen door de orthoptist worden verricht op voorschrift van een oftalmoloog:
I. Onderzoeken
a) Beoordeling van refractie met behulp van objectieve methoden met cycloplegie
b) uitvoeren van technische onderzoeken in het kader van de diagnose van oogaandoeningen
c) onderzoek van visueel-perceptuele, visueel-cognitieve en visuo-integratieve functies en stoornissen
2. Behandelingen
a) EBM amblyopiebehandeling bv occlusie
b) Aanpassen van optische hulpmiddelen ter behandeling van een medische aandoening ( penalisaties igv amblyopie) speciale glazen voor behandeling van myopie
c) EBM visuele revalidatie die gericht is op het verhelpen van medische aandoeningen die niet kunnen worden verbeterd door medicatie of chirurgie
d) low vision revalidatie bij patiënten die in aanmerking komen opname in revalidatie centra
e) Aanpassing en aanleren in het gebruik van low vision hulpmiddelen,
f) Toediening van oogdruppels
Art. 2. De volgende technische prestaties mogen door de orthoptist worden verricht en vragen een omstandig initieel oftalmologisch voorschrift en een voorschrift van een van volgende andere artsen-specialisten: KNO, neuroloog en/of kinderneuroloog.
De eerste behandeling moet gebaseerd zijn op een eerste oftalmologische en neurologische diagnose.
I. Onderzoek
a) Onderzoek en analyse van oculovestibulaire functies
b) Orthoptisch onderzoek en analyse van de oogmotiliteit
II. Behandeling
a) oculovestibulaire dysfuncties met als doel het behandelen van oculovestibulaire dysfuncties, visuele hyperafhankelijkheid en het verbeteren van de oculovestibulaire neurosensoriele integratie
b) Orthoptische oefeningen in een multidisciplinaire context
Art. N4. Bijlage 4 - technische prestaties voor de optometrist, I
Enig artikel. Technische prestaties, in het kader van de uitvoering van preventieve geneeskunde kunnen worden uitgevoerd door optometristen in toepassing van artikel 71, § 1, eerste lid, van de gecoördineerde wet van 10 mei 2015 betreffende de uitoefening van de beroepen in de gezondheidszorg.
Deze technische prestaties vereisen een gedetailleerd order in het kader van het desbetreffende screeningsprogramma met vooraf bepaalde doorverwijscriteria in opdracht van de federale overheid of de gemeenschappen in het kader van de volksgezondheid
Art. N5. Bijlage 5 - technische prestaties voor de optometrist, II
Enig artikel. De volgende prestaties die door optometristen autonoom mogen worden uitgevoerd bij populatie >16jaar op grond van artikel 71, § 1, eerste lid, van de gecoördineerde wet van 10 mei 2015 betreffende de uitoefening van de beroepen in de gezondheidszorg zijn de volgende :
I. Optometrisch onderzoek >16jaar
a) Inwinnen van de noodzakelijke gegevens voor een goed verloop van het onderzoek
b) Observatie van gelaatsvorm en hoofdhouding en observatie van de oogstand;
c) Observatie van oogvolgbewegingen, versies, vergentie saccades
d) Onderzoek en analyse
1) fixatie en fixatiedispariteit
2) de stand van de ogen orthophorie versus tropie, in geval van tropie doorverwijzen naar oogarts
3) de sensorisch-motorische status van normale binoculair zicht
4) accommodatie- en convergentie vermogen en AC/A en CA/A
5) Beoordeling van refractie met objectieve en subjectieve methoden zonder cycloplegie
6) onderzoek en analyse van afwijkingen in kleurwaarneming,
7) donkeradaptatie, contrast en lichtgevoeligheid
8) Gezichtsveld bij confrontatie
9) Aanpassen van eenvoudige low-vision hulpmiddelen bij geïsoleerde oculaire pathologie.
II. Optometrische behandeling >16jaar
a) Voorschrijven van hulpmiddelen optimale refractie zonder prisma;
b) Aanpassing van low vision hulpmiddelen bij geïsoleerde oculaire problemen;
c) Aanpassen van contactlenzen: zachte en harde exclusief medisch en therapeutische contactlenzen
De optometrist verwijst de patiënt naar een oftalmoloog als:
- Refractieverandering > 1D;
- Cilinderasverandering > 20° ;
- Verlies van gezichtsscherpte na BVCA (best gecorrigeerde gezichtsscherpte);
- Verandering van oftalmologisch klachtenpatroon
- Afwijking buiten zijn eigen vakgebied
Art. N6. Bijlage 6 - technische prestaties voor de optometrist, III
Enig artikel. De volgende technische prestaties mogen door de optometrist worden verricht op voorschrift van een oftalmoloog.
I. Onderzoeken
a) Meten van refractie met behulp van objectieve methoden met cycloplegie vanaf 12 jaar
b) Meten van donkeradaptatie, contrast en lichtgevoeligheid bij kinderen vanaf 12jaar
c) Gezichtsveld bij confrontatie bij kinderen vanaf 12 jaar
d) Aanpassen van eenvoudige low-vision hulpmiddelen bij geïsoleerde oculaire pathologie bij kinderen vanaf 12 jaar
II. Behandelingen
a) Aanpassing van optimale refractie bij kinderen tussen 12 en 16jaar
b) Aanpassen van niet medische contactlenzen bij kinderen vanaf 12 jaar
c) Aanpassing en optimaal leren benutten van low vision hulpmiddelen bij kinderen tussen 12 en 16jaar
d) Toediening van oogdruppels
Art. N7. Bijlage 7 - toevertrouwde handelingen voor de orthoptist
Enig artikel. De volgende handelingen kunnen door een in oogheelkunde gespecialiseerde arts aan een orthoptist worden toevertrouwd:
1. Contact- en non-contact onderzoeken van het visueel systeem ;
2. Assistentie en instrumentatie tijdens oftalmologische operaties;
Art. N8. Bijlage 8 - toevertrouwde handelingen voor de optometrist
Enig artikel. De volgende handelingen kunnen door een in oftalmoloog aan een optometrist worden toevertrouwd:
1. Contact- en non-contact onderzoeken van het visueel systeem;
2. Assistentie en instrumentatie tijdens oftalmologische operaties;
3. Het aanmeten van specifieke contactlenzen voor de behandeling van oogziekten
4. Het aanmeten van contactlenzen bij kinderen onder de 12 jaar.