10 NOVEMBER 2022. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 juli 2017 tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt
Art. 1-4
Artikel 1. In artikel 74 van het koninklijk besluit van 13 juli 2017 tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt, worden volgende wijzigingen aangebracht:
1° In paragraaf 1, worden het tweede en het derde lid vervangen als volgt:
"Het eerste deel bedraagt 80% van het vorige bedrag van de kilometervergoeding, vermenigvuldigd met een breuk waarvan de noemer het gemiddelde van de afgevlakte gezondheidsindexen van de eerste twee maanden van twee kwartalen voordien is en de teller het gemiddelde van de afgevlakte gezondheidsindexen van de eerste twee maanden van het voorgaande kwartaal; het verkregen resultaat wordt berekend tot op vijf decimalen.
Het tweede deel bedraagt 20% van de vorige kilometervergoeding, vermenigvuldigd met een breuk waarvan de noemer de som is van de gemiddelde officiële maandelijkse tarieven voor benzine 95 RON E10 en gasolie diesel B7 van de eerste twee maanden van twee kwartalen voordien en de teller de som van de gemiddelde officiële maandelijkse tarieven n voor benzine 95 RON E10 en gasolie diesel B7 van de eerste twee maanden van het voorgaande kwartaal; het verkregen resultaat wordt berekend tot op vijf decimalen.";
2° In paragraaf 2 wordt het tweede lid vervangen als volgt:
"Het bedrag van de kilometervergoeding wordt elk kwartaal herzien.".
Art.2. Tussen artikel 74 en 75 van hetzelfde besluit, wordt een nieuw artikel 74bis ingevoegd dat als volgt luidt:
"Art. 74bis.
In afwijking van artikel 74, § 2, tweede lid wordt het bedrag van de kilometervergoeding tijdelijk vastgesteld op 0,4020 euro voor de periode van 1 maart 2022 tot 30 juni 2022."
Art.3. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 oktober 2022.
In afwijking van het eerste lid heeft artikel 2 uitwerking vanaf 1 maart 2022 en treedt het buiten werking op 30 juni 2022.
Art. 4. De ministers zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.