Details





Titel:

26 OKTOBER 2022. - Koninklijk besluit tot instelling van een mechanisme van staatswaarborg voor bepaalde kredieten afgesloten door leveranciers en tussenpersonen van aardgas en elektriciteit ten gevolge van de energiecrisis(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 31-10-2022 en tekstbijwerking tot 02-05-2023)



Inhoudstafel:


Art. 1-11



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
  1° de Elektriciteitswet: de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt;
  2° de Gaswet: de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen;
  3° de staatswaarborg: de staatswaarborg die krachtens dit besluit wordt toegekend;
  4° krediet: elke overeenkomst waarbij een kredietgever aan de kredietnemer een krediet verleent of toezegt, in de vorm van een lening, een kredietopening, een toegelaten debetstand, of van elke andere gelijkaardige betalingsregeling;
  5° een kredietgever:
  a) een kredietinstelling zoals gedefinieerd in artikel 1, § 3 van de Bankwet, vergund in de Europese Economische Ruimte en;
  b) een verzekeringsonderneming zoals gedefinieerd in artikel 5, 1° van de Verzekeringswet, vergund in de Europese Economische Ruimte;
  6° een kredietnemer: de personen, bedoeld in artikel 2, tweede lid, die een krediet zijn aangegaan;
  7° kmo: kleine of middelgrote onderneming, zoals gedefinieerd in het tijdelijk crisiskader;
  8° Bankwet: de wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op kredietinstellignen en beursvennootschappen;
  9° Verzekeringswet: de wet van 13 maart 2016 op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen
  10° het gewaarborgd krediet: het krediet, bedoeld in artikel 3, waarvoor een staatswaarborg wordt toegekend;
  11° het gewaarborgd verlies: het bedrag, bedoeld in artikel 4;
  12° Tijdelijk crisiskader: de mededeling van de Europese Commissie betreffende een tijdelijk crisiskader voor staatssteunmaatregelen ter ondersteuning van de economie na de Russische agressie tegen Oekraïne (2022/C 131 I/01), zoals gewijzigd door de Mededeling van de Commissie betreffende een Wijziging van het tijdelijk crisiskader voor staatssteunmaatregelen ter ondersteuning van de economie na de Russische agressie tegen Oekraïne (2022/C 280/01);
  13° de Minister: de minister bevoegd voor Energie;
  14° Thesaurie: de Algemene Administratie van de Thesaurie van de Federale Overheidsdienst Financiën;
  15° de FOD Economie : de Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie;
  16° Kredietagentschappen: Fitch, Standard & Poor's en Moody's;
  17° Kredietscore: de beste van de noteringen op lange termijn toegekend aan de kredietnemer door de kredietagentschappen ; in geval van afwezigheid van kredietscore door een kredietagentschap komt het de kredietnemer toe een onderbouwd equivalent aan te leveren.
  Staatswaarborg

Art.2. Onder de in dit besluit gestelde voorwaarden kan de Minister bij besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad aan de personen, bedoeld in het tweede lid, uiterlijk op de datum voorzien in punt 47d. van het tijdelijk crisiskader of op een latere datum indien het tijdelijk crisiskader op dat punt wordt aangepast of verlengd, en in ieder geval uiterlijk op 31 maart 2023, een staatswaarborg toekennen ter dekking van één of meer gewaarborgde kredieten, bedoeld in artikel 3.
  In het besluit, bedoeld in het eerste lid, kan de minister aanvullende voorwaarden vaststellen met betrekking tot de naleving van bestaande contracten met eindafnemers, waaronder zelfstandigen en kmo's. Het gaat onder meer om het gebruik van een driemaandelijkse prijs als basis voor de berekening van de voorschotten, transparantie bij de berekening van de huidige megawattuurprijs en het aanbieden van contracten met een vast tarief.
  Volgende personen kunnen een staatswaarborg aanvragen:
  1° de natuurlijke of rechtspersoon die over een federale of regionale vergunning beschikt voor de levering van aardgas of elektriciteit aan afnemers op de Belgische markt;
  2° de tussenpersoon in de zin van artikel 1, 5° ter van de Gaswet of van artikel 2, 15° van de Elektriciteitswet die aardgas of elektriciteit aankoopt met het oog op de doorverkoop ervan aan een persoon, bedoeld in 1°.
  Gewaarborgd krediet

Art.3.Een krediet komt in aanmerking als gewaarborgd krediet als het aan alle volgende voorwaarden voldoet:
  1° het gaat om een nieuw krediet dat wordt toegezegd tussen de datum van inwerkingtreding van dit besluit en de in artikel 2, eerste lid vermelde termijn;
  2° het krediet wordt toegezegd door de kredietgever aan een kredietnemer;
  3° de kredietnemer toont aan dat hij niet langer in staat is om, zonder staatswaarborg, aan redelijke voorwaarden financiering te verkrijgen;
  4° het krediet heeft een looptijd van maximum twee jaar;
  5° het krediet wordt uitsluitend toegezegd om liquiditeitsnoden te dekken voor de aankoop of doorverkoop van aardgas of elektriciteit met het oog op de levering aan eindafnemers op de Belgische markt. Het betreft de liquiditeitsnoden van de kredietnemer, voor een periode van 12 maanden indien de kredietnemer een kmo betreft en een periode van zes maanden voor elk andere kredietnemer die geen kmo betreft, te rekenen vanaf de datum van toekenning van het krediet;
  6° het krediet wordt in overeenstemming met de voorwaarden, opgesomd in punt 46 en punt 47.h van het tijdelijk crisiskader verstrekt;
  7° de kredietnemer toont aan dat:
  a) tegen hem geen collectieve insolventieprocedure lopende is;
  b) hij niet onderworpen is aan een herstructureringsplan;
  c) hij geen aanvraag tot gerechtelijke reorganisatie heeft gedaan;
  d) geen faillissementsprocedure tegen hem geopend is; en
  e) hij geen schulden heeft uitstaan bij de Belgische Staat van meer dan één jaar;
  8° indien de kredietnemer een kredietscore heeft, mag deze niet lager zijn dan BB voor Fitch of S&P, of Ba2 voor Moody's, op het tijdstip van de aanvraag;
  9° tegen de kredietnemer mogen geen door de EU genomen sancties gericht zijn in de zin van punt 33 van het tijdelijk crisiskader;
  [1 10° De aanvragende kredietnemer maakt niet het voorwerp uit van een procedure naar Europees of nationaal recht voor de terugvordering van verleende steun."
   De Koning kan de bepalingen van het koninklijk besluit van 26 oktober 2022 tot instelling van een mechanisme van staatswaarborg voor bepaalde kredieten afgesloten door leveranciers en tussenpersonen van aardgas en elektriciteit ten gevolge van de energiecrisis, bekrachtigd en gewijzigd bij deze wet, wijzigen, aanvullen, vervangen en opheffen.]1
  Omvang staatswaarborg
  ----------
  (1)<W 2023-04-07/25, art. 6, 002; Inwerkingtreding : 02-05-2023>

Art.4. Het gewaarborgd verlies is gelijk aan zeventig procent van het door een kredietgever geleden verlies in hoofdsom en interesten op een gewaarborgd krediet.
  Vergoeding van de waarborg

Art.5. Per gewaarborgd krediet betaalt de kredietnemer de Staat een vergoeding voor de staatswaarborg.
  De vergoeding is gelijk aan het product van volgende factoren:
  1° 4 procent van de maximaal beschikbare hoofdsom van het gewaarborgd krediet en de geschatte gewaarborgde interesten;
  2° de looptijd van het gewaarborgd krediet, uitgedrukt in dagen, gedeeld door 360;
  3° zeventig procent.
  De Thesaurie berekent de vergoeding en vraagt de betaling ervan aan de kredietnemer.
  Aanvraagprocedure

Art.6. § 1. De kredietnemer dient elektronisch een aanvraag tot toekenning van een staatswaarborg in bij de FOD Economie. De FOD Economie specificeert op haar website het e-mailadres waarnaar de aanvraag moet worden gestuurd.
  Gelijktijdig vult de kredietnemer het formulier in van de gegevensdatabank van de Thesaurie (Masterdata-SAP) dat op de website van de Thesaurie gepubliceerd is.
  De aanvraag bevat minstens volgende gegevens en documenten:
  1° identificatiegegevens, inclusief de naam van de dossierbeheerder en diens contactgegevens, van de aanvrager;
  2° identificatiegegevens, inclusief de naam van de dossierbeheerder en diens contactgegevens, van de kredietgever, zoals deze opgenomen staan in het formulier waarmee de kredietgever zich voorafgaandelijk heeft ingeschreven in de gegevensdatabank van de Thesaurie (Masterdata-SAP). De Thesaurie publiceert het inschrijvingsformulier op haar website;
  3° het bewijs dat het krediet waarvoor een staatswaarborg wordt gevraagd, beantwoordt aan de voorwaarden bedoeld in artikel 3;
  4° een overzicht van de steun die hem reeds werd toegekend sinds 2020;
  5° de laatst bij de Balanscentrale van de Nationale Bank of bij de griffie van de ondernemingsrechtbank neergelegde jaarrekening, en bij gebreke hieraan de laatste jaarrekening voorgelegd dan wel goedgekeurd door het bestuursorgaan van de aanvrager;
  6° een door een bedrijfsrevisor of gecertificeerde accountant geattesteerde financiële analyse van diens liquiditeitstoestand.
  § 2. De FOD Economie bevestigt aan de kredietnemer de ontvangst van de aanvraag binnen de twee werkdagen.
  Uiterlijk tien werkdagen na de bevestiging van de ontvangst deelt de FOD Economie aan de kredietnemer mee of zijn aanvraag voldoet aan de voorwaarden, bedoeld in artikel 3. De FOD Economie kan bijkomende informatie opvragen bij de kredietnemer en kredietgever.
  De staatswaarborg wordt toegekend onder de opschortende voorwaarde van het betalen van de vergoeding, bedoeld in artikel 5.
  Zodra de vergoeding is betaald, bevestigt de Minister, of zijn gemachtigde, aan de kredietnemer dat het krediet is gewaarborgd.
  Aanspreken van de staatswaarborg

Art.7. § 1. De kredietgever kan de staatswaarborg tot maximaal twee maanden na de einddatum van het gewaarborgd krediet aanspreken.
  Hij richt daartoe op elektronische wijze een verzoek in bij de Thesaurie.
  De Thesaurie specificeert op haar website het e-mailadres waarnaar het aanspreken van de staatswaarborg moet worden gestuurd en de informatie die de kredietgever moet vermelden in het aanspreken van de staatswaarborg. De vermelding van deze informatie vormt geen materiële of formele voorwaarde voor de ontvankelijkheid van het aanspreken van de staatswaarborg.
  § 2. De Thesaurie bevestigt op elektronische wijze de ontvangst van het verzoek binnen vijf werkdagen.
  Als alle voorwaarden voor het afroepen van de staatswaarborg zijn vervuld, betaalt de Staat het bedrag van het gewaarborgd verlies aan de kredietgever binnen tien werkdagen na ontvangst van het verzoek. Deze termijn van tien werkdagen doet geen enkele interest lopen.
  § 3. Geen enkele reden tot verbeurdverklaring van de looptijd van het gewaarborgde krediet, ongeacht of deze van wettelijke of contractuele oorsprong is, zal aan de Staat kunnen worden tegengeworpen. Bijgevolg zal een beroep op de waarborg enkel resulteren in een betalingsverplichting van de Staat volgens de normale planning van het gewaarborgde krediet.
  Subrogatie in de rechten

Art.8. Door de betaling, bedoeld in artikel 7, paragraaf 2, tweede lid, wordt de Staat ten belope van het betaalde bedrag ten aanzien van de kredietnemer gesubrogeerd in de rechten van de kredietgever.
  Terugbetaling van de staatswaarborg

Art.9. Binnen 30 dagen na ontvangst van het betalingsverzoek van de Thesaurie, betaalt de kredietnemer het bedrag dat met toepassing van artikel 7 aan de kredietgever werd betaald, vermeerderd met 1 procent, aan de Staat terug.
  Bij gebrek aan tijdige betaling, wordt het verschuldigd bedrag verhoogd met interesten overeenkomstig de interestvoet bedoeld in de wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties. Het verschuldigd bedrag en interesten worden ingevorderd door de administratie van de Federale Overheidsdienst Financiën belast met de inning en de invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen, overeenkomstig de artikelen 3 en volgende van de domaniale wet van 22 december 1949.
  Voor de invordering, bedoeld in het eerste lid, kan de administratie van de Federale Overheidsdienst Financiën, overeenkomstig artikel 334 van de programmawet van 27 december 2004, zonder formaliteit en naar keuze van de bevoegde ambtenaar, volgende aan de kredietnemer verschuldigde sommen aanwenden:
  1° elke som die met toepassing van artikel 2 van het koninklijk besluit van 6 juni 2022 tot vaststelling van de regels voor het bepalen van de werkelijke nettokosten voor de ondernemingen die warmte door middel van netten voor warmtevoorziening op afstand leveren aan residentiële beschermde afnemers en van hun betrokkenheid bij de tenlasteneming aan de kredietnemer verschuldigd is;
  2° elke som die krachtens het koninklijk besluit van 29 maart 2012 tot vaststelling van de regels voor het bepalen van de kosten van de toepassing van de sociale tarieven door de elektriciteitsbedrijven en de tussenkomstregels voor het ten laste nemen hiervan alsook elke som die krachtens het koninklijk besluit van 29 maart 2012 tot vaststelling van de regels voor het bepalen van de kosten van de toepassing van de sociale tarieven door de aardgasondernemingen en de tussenkomstregels voor het ten laste nemen hiervan, aan de kredietnemer verschuldigd is;
  3° elke som die krachtens het koninklijk besluit van 11 september 2022 houdende de nadere regels voor de bepaling van de kost voor de elektriciteitsbedrijven van de activiteiten inzake de verwarmingspremie, en van hun tussenkomst voor het ten laste nemen ervan, alsook desgevallend de in acht te nemen procedure voor het bekomen van een vergoeding, met inbegrip van de termijnen, de gevolgen bij overtredingen het bewijs dat dient geleverd te worden aan de commissie om aan te tonen dat zij voldoen aan de voorwaarden om te genieten van de betaling bedoeld in artikel 24, § 2 van de wet van 28 februari 2022 houdende diverse bepalingen inzake energie, aan de kredietnemer verschuldigd is;
  4° elke andere som die aan de kredietnemer moet worden teruggegeven of betaald door een federale overheidsdienst of staatsorganisme.
  Inwerkingtreding

Art.10. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 11. De minister bevoegd voor Energie en de minister bevoegd voor Financiën zijn elk wat haar of hem betreft belast met de uitvoering van dit besluit.