25 SEPTEMBER 2022. - Koninklijk besluit tot vaststelling vanaf het kalenderjaar 2022 van de tegemoetkoming voor diverse maatregelen die voorzien zijn met betrekking tot de federale gezondheidssectoren
Art. 1-8
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
1° RIZIV: het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering zoals bedoeld in artikel 10 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994;
2° de sociale akkoorden die betrekking hebben op de federale gezondheidssectoren: de akkoorden die door de federale regering werden gesloten met de betrokken representatieve organisaties van de werkgevers en werknemers op 1 maart 2000, 28 november 2000, 26 april 2005, 18 juli 2005, 4 februari 2011, 25 februari 2011 en 24 oktober 2012 en het attractiviteitsplan voor het verpleegkundig beroep voorzien in de akkoorden van 4 maart 2010 en 17 maart 2010;
3° Het specialisatiecomplement voor verpleegkundigen in de thuisverpleging : het complement zoals bedoeld in artikel 1, § 2 van het koninklijk besluit van 17 juli 2022 tot invoering van een specialisatiecomplement en tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 december 2011 betreffende uitvoering van het attractiviteitsplan voor het verpleegkundig beroep, in bepaalde federale gezondheidssectoren, wat betreft de premies voor de titels en bijzondere beroepsbekwaamheden en ongemakkelijke prestaties en het koninklijk besluit van 25 september 2014 betreffende uitvoering van het attractiviteitsplan voor het verpleegkundig beroep, in de thuisverpleging, wat betreft de premies voor de titels en bijzondere beroepsbekwaamheden;
4° Fonds Sociale Maribel van de Overheidssector : het Fonds Sociale Maribel bedoeld in artikel 35, § 5, C, 2°, a) van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers, ingesteld bij de Rijksdienst voor sociale zekerheid;
5° Fonds Sociale Maribel voor gezondheidsinrichtingen- en diensten 330 : het fonds sociale maribel zoals bedoeld in het koninklijk besluit van 18 juli 2002 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector;
6° federale gezondheidsectoren: hieronder worden de volgende werkgevers bedoeld die vallen onder de toepassing van de Sociale Maribel :
a) de pediatrische revalidatiecentra waarmee het Verzekeringscomité van het RIZIV op voorstel van het College van Artsen-directeurs, in uitvoering van artikel 22, 6° van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, een overeenkomst heeft afgesloten;
b) de diensten voor thuisverpleging;
c) de wijkgezondheidscentra;
d) de diensten voor het bloed van het Rode Kruis van België;
e) de ziekenhuizen.
Art.2. Het RIZIV kent een tegemoetkoming toe in de kosten van de maatregelen die zijn voorzien in de sociale akkoorden die betrekking hebben op de federale gezondheidssectoren en in de kosten van het specialisatiecomplement voor verpleegkundigen in de thuisverpleging.
Deze tegemoetkoming kan enkel worden aangewend op voorwaarde dat de werkgevers zoals bedoeld in artikel 1 de maatregelen toepassen die zijn omgezet in collectieve arbeidsovereenkomsten of in protocols van akkoorden of die zijn voorzien in het koninklijk besluit van 17 juli 2022 tot invoering van een specialisatiecomplement voor verpleegkundigen. Bij de vergoeding van deze maatregelen aan de werkgevers door de respectieve fondsen sociale maribel, controleren de fondsen deze voorwaarde.
Art.3. Het maximumbedrag van de jaarlijkse tegemoetkoming in de kosten van de maatregelen die zijn voorzien in de sociale akkoorden die betrekking hebben op de federale gezondheidssectoren wordt voor 2022 vastgesteld op 155.441.050 euro en wordt door het RIZIV ten laste genomen van ofwel de begroting van de geneeskundige verzorging ofwel van de administratiekost van het RIZIV:
a) Voor de diensten thuisverpleging die vallen onder de toepassing van Fonds Sociale Maribel voor gezondheidsinrichtingen- en diensten 330 : 79.653.496 euro, waarvan 8.204.015 euro ten laste van begroting geneeskundige verzorging en 71.449.481 euro van de administratiekost. Binnen de begroting geneeskundige verzorging is 7.298.239 euro voor tewerkstelling en 905.776 euro voor loonmaatregelen. Binnen de begroting administratiekost is 5.050.879 euro voor tewerkstelling en 66.398.603 euro voor loonmaatregelen.
b) Voor de wijkgezondheidscentra die vallen onder de toepassing van het Fonds Sociale Maribel voor gezondheidsinrichtingen- en diensten 330 : 40.565.625 euro, waarvan 3.611.396 euro ten laste van begroting geneeskundige verzorging en 36.954.229 euro van de administratiekost. Binnen de begroting geneeskundige verzorging is 3.310.550 euro voor tewerkstelling en 300.846 euro voor loonmaatregelen. Binnen de begroting administratiekost is 0 euro voor tewerkstelling en 36.954.229 euro voor loonmaatregelen.
c) Voor de Diensten voor het Bloed van het Rode Kruis van België die vallen onder de toepassing van het Fonds Sociale Maribel voor gezondheidsinrichtingen- en diensten 330 : 11.116.383 euro waarvan 294.760 euro ten laste van begroting geneeskundige verzorging en 10.821.623 euro van de administratiekost. Deze tegemoetkoming is volledig bestemd voor loonmaatregelen.
d) Voor de diensten thuisverpleging die vallen onder de toepassing van het Fonds Sociale Maribel van de Overheidssector: 2.545.138 euro, waarvan 460.400 euro ten laste van begroting geneeskundige verzorging en 2.084.738 euro van de administratiekost. Binnen de begroting geneeskundige verzorging is 421.748 euro voor tewerkstelling en 38.653 euro voor loonmaatregelen. Binnen de begroting administratiekost is 63.935 euro voor tewerkstelling en 2.020.803 euro voor loonmaatregelen.
e) Voor de wijkgezondheidscentra die vallen onder de toepassing van het Fonds Sociale Maribel van de Overheidssector: 315.782 euro, waarvan 148.736 euro ten laste van begroting geneeskundige verzorging en 167.046 euro van de administratiekost. Binnen de begroting geneeskundige verzorging is 147.376 euro voor tewerkstelling en 1.360 euro voor loonmaatregelen. Binnen de begroting administratiekost is 0 euro voor tewerkstelling en 167.046 euro voor loonmaatregelen.
f) In het kader van de maatregel inzake peterschap in de ziekenhuizen, 9.196.808 euro ten laste van de administratiekost, opgesplitst als volgt:
i. Voor de private ziekenhuizen : 5.748.005 euro te storten aan het Fonds Sociale Maribel voor gezondheidsinrichtingen- en diensten 330;
ii. Voor de openbare ziekenhuizen : 3.448.803 euro te storten aan het Fonds Sociale Maribel van de Overheidssector. Dit bedrag kan ook besteed worden in het kader van de financiering van het vormingsproject 600 en/of in het kader van de maatregel inzake het bijkomend verlof voor personeelsleden van minstens 50 jaar die niet genieten van de maatregelen in het kader van de eindeloopbaan
Deze tegemoetkoming is volledig bestemd voor creatie van tewerkstelling.
g) In het kader van de maatregel inzake het bijkomend verlof voor personeelsleden van minstens 50 jaar die niet genieten van de maatregelen in het kader van de eindeloopbaan, 12.047.818 euro ten laste van de administratiekost, opgesplitst als volgt:
i. Voor de private federale gezondheidsectoren : 7.449.414 euros te storten aan het Fonds Sociale Maribel voor gezondheidsinrichtingen- en diensten 330.
ii. Voor de openbare federale gezondheidsectoren: 4.598.404 euro te storten aan het Fonds Sociale Maribel van de Overheidssector.
Deze tegemoetkoming is volledig bestemd voor creatie van tewerkstelling.
Art.4. De tegemoetkoming in de kosten van het specialisatiecomplement voor loontrekkende of statutaire verpleegkundigen in de thuisverpleging komt overeen met de som van de bedragen die de werkgevers van de diensten voor thuisverpleging hebben ten laste gelegd van de respectieve fondsen sociale maribel ter vergoeding van de specialisaitecomplementen die deze werkgevers verschuldigd zijn in toepassing van het van het genoemde koninklijk besluit van 17 juli 2022.
Deze tegemoetkoming wordt geboekt in de begroting van de administratiekosten van het RIZIV.
Art.5. De tegemoetkomingen zoals bedoeld in artikel 3 worden door het RIZIV aan de respectieve Fondsen Sociale Maribel gestort op basis van :
a) Een voorschot dat per trimester gestort wordt tegen de 30ste van de eerste maand van elk trimester. Dit voorschot komt overeen met 25 % van het budget van de jaarlijkse tegemoetkoming.
b) De voorschotten van het kalenderjaar T worden geregulariseerd met het voorschot van het derde trimester van kalenderjaar T+1. Deze regularisatie gebeurt op basis van een afrekening die de respectievelijke fondsen indienen bij het RIZIV met betrekking tot het jaar T. In deze afrekening worden per sector minstens de volgende gegeven opgenomen :
i. het aantal betrokken werkgevers op het einde van elk trimester;
ii. het aantal betrokken werknermers op de laatste dag van het trimester;
iii. het aantal betrokken voltijdsequivalenten op de laatste dag van het trimester.
Het totaal van de afrekening kan niet hoger zijn dan het bedrag dat voor dat kalenderjaar T is vastgelgegd in toepassing van de artikelen 3, 4 en 5. Eventuele overschrijdingen in een sector kunnen worden gecompenseerd door overschotten in een andere sector.
Het RIZIV kan op elk moment de lijst opvragen van de betrokken werkgevers (benaming, adres, KBO-nummer en het aantal VTE) en van de bedragen die aan deze werkgevers werden gestort door het Fonds, eventueel uitgesplitst per type maatregel zoals die is opgenomen in de akkoorden.
Art.6. De tegemoetkomingen bedoeld in artikel 4 wordt door het RIZIV aan de respectieve Fondsen Sociale Maribel gestort op basis van :
a) Een voorschot dat tegen 31 augustus 2022 wordt gestort. Dit voorschot komt overeen met 90% van het budget dat voor 2022 in toepassing van artikel 40 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkernigen, gecoördineerd op 14 juli 1994 werd vastgelegd. De verdeling over de openbare en de private sector bedraagt respectievelijk 2.5% en 97.5%.
b) Het voorschot dat tegen 31 augustus 2022 werd gestort wordt geregulariseerd op basis van een afrekening die de respectievelijke fondsen tegen 30 november 2022 indienen bij het RIZIV met betrekking tot de periode van 1 september 2021 tot 31 augustus 2022. In deze afrekening worden minstens de volgende gegeven opgenomen :
i. het aantal betrokken werkgevers;
ii. het aantal betrokken werknermers;
iii. het aantal betrokken voltijdsequivalenten.
Het RIZIV kan op elk moment de lijst opvragen van de betrokken werkgevers (benaming, adres en KBO-nummer, het aantal VTE) en van de bedragen die aan deze werkgevers werden gestort door het Fonds.
Art.7. § 1. De storting van de voorschotten zoals bedoeld in artikel 5 en die betrekking hebben op de trimesters die voorafgaan aan de publicatie van dit besluit worden door het RIZIV gestort binnen de 14 dagen na publicatie van dit besluit.
§ 2. De storting van het voorschot zoals bedoeld in artikel 6 wordt door het RIZIV gestort binnen de 14 dagen na publicatie van dit besluit.
Art. 8. De minister bevoegd voor Sociale zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.