Details





Titel:

21 APRIL 2022. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de werking van het Observatorium voor de ethiek van de lichamelijke en sportactiviteiten en van de vergoedingen van zijn leden, alsook van de werking van het netwerk voor ethiek



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Definities
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Werking van het Waarnemingscentrum
Art. 2-6
HOOFDSTUK 3. - Ethisch netwerk
Art. 7
HOOFDSTUK 4. - Slotbepaling
Art. 8



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Definities
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
  1° "decreet": het decreet van 14 oktober 2021 betreffende de ethiek in de sport en tot oprichting van een Waarnemingscentrum voor de ethiek in lichamelijke en sportactiviteiten;
  2° "Administratie" : het Algemeen Bestuur Sport van het Ministerie van de Franse Gemeenschap;
  3° "Minister" : de Minister van de regering van de Franse Gemeenschap die sport in zijn bevoegdheid heeft;
  4° "Waarnemingscentrum": het Waarnemingscentrum voor de ethiek in lichamelijke en sportactiviteiten bedoeld in artikel 2 van het decreet;
  5° "ethisch netwerk": het netwerk dat is opgericht krachtens artikel 14 van het decreet;

HOOFDSTUK 2. - Werking van het Waarnemingscentrum
Art.2. De oproep tot kandidaatstelling bedoeld in artikel 7 van het decreet wordt bekendgemaakt op de website van de Administratie en per elektronische post verzonden naar de organisaties en instellingen bedoeld in artikel 6, derde lid, van het decreet.
  De door de organisaties of instellingen overeenkomstig de procedures van artikel 7 van het decreet geselecteerde aanvragen worden binnen negentig kalenderdagen na de bekendmaking van de oproep aan de Administratie toegezonden.

Art.3. De Minister wijst onder de leden van het Waarnemingscentrum de personen aan die belast zullen zijn met het voorzitterschap en het ondervoorzitterschap, voor de periode bepaald in artikel 6, lid 2, van het decreet.
  Indien de persoon die het voorzitterschap bekleedt verhinderd is, wordt het Waarnemingscentrum voorgezeten door de persoon die het ondervoorzitterschap bekleedt.

Art.4. Het secretariaat van het Waarnemingscentrum voert de volgende opdrachten uit:
  1° het bijeenroepen en voorbereiden van de vergaderingen;
  2° de toezending van documenten aan de leden van het Waarnemingscentrum;
  3° het opstellen van de notulen van de vergaderingen van het Waarnemingscentrum;
  4° het opstellen van het jaarlijks activiteitenverslag;
  5° het opstellen van de agenda van de jaarlijkse vergaderingen;
  6° de behandeling van de verzoeken om advies die bij het Waarnemingscentrum worden ingediend;
  7° de inventaris van het onderzoek en de geformuleerde adviezen in een specifieke databank;
  8° het meedelen aan de Minister en aan het Ethisch Netwerk van de analyses en studies die door het Waarnemingscentrum worden uitgevoerd.

Art.5. De in artikel 13 van het decreet vastgestelde reiskostenvergoedingen dekken de reizen die worden gemaakt om deel te nemen aan de vergaderingen van het Waarnemingscentrum en bestaan uit:
  1° de prijs van het biljet tweede klasse wanneer de reis per trein wordt afgelegd;
  2° de prijs van de bus-, tram- of metrorit wanneer de rit met het openbaar vervoer wordt afgelegd;
  3° de kilometervergoeding binnen de regeringsdiensten wanneer de verplaatsing wordt afgelegd met het persoonlijk voertuig van het lid van het centrum.
  2. De in lid 1 bedoelde vergoedingen worden per kwartaal uitbetaald op basis van de verklaringen die aan het secretariaat van het Waarnemingscentrum worden toegezonden.

Art.6. De minister keurt het door het Waarnemingscentrum vastgestelde huishoudelijk reglement goed.

HOOFDSTUK 3. - Ethisch netwerk
Art.7. De minister wijst uit de leden van het ethisch netwerk de personen aan die het ambt van voorzitter en ondervoorzitter zullen bekleden.
  Indien de persoon die het voorzitterschap bekleedt, verhinderd is, wordt het ethisch netwerk voorgezeten door de persoon die het ondervoorzitterschap bekleedt.

HOOFDSTUK 4. - Slotbepaling
Art. 8. De minister is belast met de uitvoering van dit besluit.