23 FEBRUARI 2022. - Koninklijk besluit tot aanstelling van de ambtenaren bevoegd voor de opsporing en vaststelling van de inbreuken begaan door diverse dienstverleners in de bouwsector en de transactie in het kader van de twee wetten betreffende de verplichte verzekering in de bouwsector
Art. 1-6
Artikel 1. De sociaal inspecteurs van de Algemene Directie Toezicht op het Welzijn op het Werk van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg zijn bevoegd voor:
1° het opsporen en vaststellen van de inbreuken op de wet van 31 mei 2017 betreffende de verplichte verzekering van de tienjarige burgerlijke aansprakelijkheid in de bouwsector of op de uitvoeringsbesluiten ervan, begaan door aannemers en de andere dienstverleners in de bouwsector, anders dan de architect; en
2° het opsporen en vaststellen van de inbreuken op de wet van 9 mei 2019 betreffende de verplichte verzekering van de burgerlijke beroepsaansprakelijkheid in de bouwsector of op de uitvoeringsbesluiten ervan, begaan door de landmeter-experten, de veiligheids- en gezondheidscoördinatoren of de andere dienstverleners in de bouwsector, anders dan de architect.
Overeenkomstig artikel 16, § 6, van de voornoemde wet van 31 mei 2017 en artikel 17, § 6, van de voornoemde wet van 9 mei 2019, oefenen zij dit toezicht uit overeenkomstig de bepalingen van titel 1, hoofdstuk 1, van boek XV van het Wetboek van economisch recht.
Art.2. De directeur-generaal, en zo hij afwezig of verhinderd is, een adviseur-generaal van de Algemene Directie Economische Inspectie van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, worden aangesteld om de transactie, bedoeld in artikel 14, § 4, van de wet van 31 mei 2017 betreffende de verplichte verzekering van de tienjarige burgerlijke aansprakelijkheid in de bouwsector en bedoeld in artikel 15, § 4, van de wet van 9 mei 2019 betreffende de verplichte verzekering van de burgerlijke beroepsaansprakelijkheid in de bouwsector, voor te stellen.
Art.3. De processen-verbaal houdende vaststelling van inbreuken bedoeld in artikel 14, § 3, van de wet van 31 mei 2017 betreffende de verplichte verzekering van de tienjarige burgerlijke aansprakelijkheid in de bouwsector en bedoeld in artikel 15, § 3, van de wet van 9 mei 2019 betreffende de verplichte verzekering van de burgerlijke beroepsaansprakelijkheid in de bouwsector, worden overgezonden aan de directeur-generaal van de Algemene Directie Economische Inspectie van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie.
Art.4. De bedragen die bij wijze van transactie ter betaling worden voorgesteld aan de overtreder, mogen niet lager zijn dan 26 euro en niet hoger dan 80.000 euro.
Art.5. Elk voorstel tot betaling wordt, vergezeld van een stortings- of overschrijvingsformulier, binnen zes maanden te rekenen vanaf de datum van het proces-verbaal, aan de overtreder toegezonden bij aangetekende zending met ontvangstbewijs. Het voorstel tot betaling kan ook per elektronische post worden meegedeeld. Indien geen reactie volgt op deze mededeling per elektronische post wordt deze, nog steeds binnen de termijn van zes maanden te rekenen vanaf de datum van het proces-verbaal, via aangetekende zending met ontvangstbewijs opgestuurd.
Het voorstel vermeldt de termijn waarbinnen de betaling moet worden gedaan. Deze termijn is ten minste acht dagen en ten hoogste drie maanden.
Art. 6. De minister bevoegd voor Economie is belast met de uitvoering van dit besluit.