Details





Titel:

14 DECEMBER 2022. - Ministerieel besluit tot uitvoering van het besluit van de Vlaamse Regering van 9 september 2022 over het goederenvervoer met brede fietsaanhangwagens in het kader van een proefproject



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Definitie
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Voorwaarden waaraan de fietsaanhangwagens moeten voldoen
Art. 2-4
HOOFDSTUK 3. - Aan te leveren gegevens
Art. 5
HOOFDSTUK 4. - De vergunningsprocedure
Art. 6-10
HOOFDSTUK 5. - De evaluatiecommissie
Art. 11-15



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Definitie
Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder besluit van 9 september 2022: het besluit van de Vlaamse Regering van 9 september 2022 over het goederenvervoer met brede fietsaanhangwagens in het kader van een proefproject.

HOOFDSTUK 2. - Voorwaarden waaraan de fietsaanhangwagens moeten voldoen
Art.2. De fietsaanhangwagen, vermeld in artikel 4 van het besluit van 9 september 2022, zijn uitgerust met een voldoende doelmatige reminrichting. Het remsysteem treedt automatisch in werking wanneer de fietser remt.

Art.3. De fietsaanhangwagen, vermeld in artikel 4 van het besluit van 9 september 2022, is gekoppeld aan de fiets door middel van een aangepaste koppeling, afgestemd op de massa van de aanhangwagen in beladen toestand.

Art.4. De fietsaanhangwagen, vermeld in artikel 4 van het besluit van 9 september 2022, voert altijd een zijdelingse signalisatie bestaande uit een witte reflecterende strook over de gehele lengte van de fietsaanhangwagen.

HOOFDSTUK 3. - Aan te leveren gegevens
Art.5. De vergunninghouder verbindt zich ertoe om tijdens de vergunningsperiode:
  1° elk ongeval of elk proces-verbaal te melden aan de evaluatiecommissie, uiterlijk voor het einde van de werkdag na het ongeval of de ontvangst van het proces-verbaal, en alle relevante documenten daarover geanonimiseerd ter beschikking te stellen van de evaluatiecommissie;
  2° de volgende gegevens te verzamelen gedurende een periode van minimaal één maand die ten vroegste tien werkdagen na de vraag van de evaluatiecommissie begint, en die aan te leveren binnen tien werkdagen na die periode:
  a) de plaatsen waar er gereden werd;
  b) het aantal uitgevoerde ritten;
  c) de positie op de rijweg;
  d) de aard van de lading;
  e) eventuele problemen met weginfrastructuur.

HOOFDSTUK 4. - De vergunningsprocedure
Art.6. De vergunningsaanvrager of de vergunninghouder enerzijds, en het Departement Mobiliteit en Openbare Werken anderzijds communiceren uitsluitend elektronisch over de vergunning voor het vervoer met fietsaanhangwagens met een breedte van meer dan 1 meter.

Art.7. Een vergunning om met een met fietsaanhangwagens met een breedte van meer dan 1 meter te rijden wordt aangevraagd via de website van de Vlaamse Overheid.
  Een vergunning kan altijd worden aangevraagd.

Art.8. De vergunningsaanvraag bevat de volgende gegevens:
  1° de naam van de aanvrager;
  2° de naam van de contactpersoon;
  3° het post- en e-mailadres;
  4° het telefoonnummer;
  5° het ondernemingsnummer.

Art.9. Als de vergunningsaanvraag gunstig wordt beoordeeld, levert het hoofd van het Departement Mobiliteit en Openbare Werken de vergunning af uiterlijk binnen tien werkdagen na de aanvraag ervan.
  Als de vergunningsaanvraag ongunstig wordt beoordeeld, stelt het Departement Mobiliteit en Openbare Werken de aanvrager daarvan uiterlijk binnen tien werkdagen na de aanvraag op de hoogte.

Art.10. § 1. De gegevensbank van het Departement Mobiliteit en Openbare Werken bevat de gegevens vermeld in artikel 8.
  § 2. Het Departement Mobiliteit en Openbare Werken is de verwerkingsverantwoordelijke, vermeld in artikel 4, 7), van verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van richtlijn 95/46/EG .
  § 3. De gegevens worden verzameld en verwerkt voor:
  1° het toezicht op de naleving van het decreet van 3 mei 2013 betreffende de bescherming van de verkeersinfrastructuur in geval van bijzonder wegtransport en de uitvoeringsbesluiten ervan;
  2° de opmaak van algemene en naamloze statistieken door het Departement Mobiliteit en Openbare Werken met het oog op onderzoek en evaluatie van de beleidsmaatregel.
  § 4. De gegevens, vermeld in paragraaf 1, worden bijgehouden tot 2 jaar na het einde van het proefproject.

HOOFDSTUK 5. - De evaluatiecommissie
Art.11. De evaluatiecommissie, vermeld in artikel 13 van het besluit van september 2022, bevat twee vertegenwoordigers van het Departement Mobiliteit en Openbare Werken en twee vertegenwoordigers van het Agentschap Wegen en Verkeer.
  De diensten, vermeld in artikel 13, tweede lid, van het voormelde besluit, worden uitgenodigd om één vertegenwoordiger aan te duiden.

Art.12. Op de eerste vergadering stelt de evaluatiecommissie een reglement van interne werking op, waarin onder meer de volgende elementen worden bepaald:
  1° de aanwijzing van een voorzitter;
  2° de wijze van bijeenroeping van de commissie;
  3° de wijze van beraadslaging;
  4° de wijze waarop het evaluatieverslag wordt opgesteld;
  5° de wijze waarop de evaluatiecommissie een beroep kan doen op externe deskundigen.

Art.13. Het secretariaat van de evaluatiecommissie wordt waargenomen door een personeelslid van het Departement Mobiliteit en Openbare Werken.

Art.14. De evaluatiecommissie publiceert haar bevindingen op de website van de Vlaamse Overheid. Ze kan alle gegevens publiceren als die gegevens niet direct in verbinding kunnen worden gesteld met één vervoerder of een precieze tijdsbepaling.

Art. 15. Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.