6 DECEMBER 2022. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de honoraria voor [de voorbereiding en toediening van COVID-vaccins en tot vaststelling van de honoraria voor de toediening van griepvaccins] <KB2023-10-09/02, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 01-10-2023> (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 14-12-2022 en tekstbijwerking tot 11-10-2023)
HOOFDSTUK 1. - Definities
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Vergoeding voor de voorbereiding [1 ...]1 van COVID-vaccins
Art. 2, 2/1, 2/2
HOOFDSTUK 3. - Vergoeding voor de toediening van een COVID-vaccin [1 of een griepvaccin]1 aan een rechthebbende door een apotheker in een voor het publiek opengestelde apotheek
Art. 3, 3/1
HOOFDSTUK 4. - Vergoeding voor de toediening van een COVID-vaccin [1 of een griepvaccin]1 aan een rechthebbende door een verpleegkundige
Art. 4, 4/1
HOOFDSTUK 5. - Vergoeding voor de toediening van een COVID-vaccin [1 of een griepvaccin]1 aan een rechthebbende door een persoon die gemachtigd is de geneeskunde te beoefenen [1 ...]1
Art. 5, 5/1, 5/2, 5/3, 5/4
HOOFDSTUK 6. - Algemene bepalingen
Art. 6-10
HOOFDSTUK 1. - Definities
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
1° "COVID-vaccin": vaccin alleen vergund voor de profylaxe van het SARS-CoV-2 coronavirus;
2° "voorbereiding": bereiding [1 ...]1 uit injectieflacons met meerdere doses van vaccins met één dosis klaar voor toediening in de apotheek of een andere plaats van inenting overeenkomstig de bereidingsinstructies;
3° "apotheker": ieder persoon die houder is van het diploma van apotheker en die gemachtigd is om de artsenijbereidkunde uit te oefenen in de zin van artikel 6 van de gecoördineerde wet van 10 mei 2015 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, en die zijn beroep daadwerkelijk uitoefent in een apotheek opengesteld voor het publiek of in een andere instelling waar een apotheek toegelaten is, met uitzondering van een ziekenhuisapotheek, hetzij als apotheker-titularis, hetzij als adjunct-apotheker, hetzij als apotheker-vervanger;
4° "verpleegkundige": ieder persoon die de verpleegkunde mag uitoefenen volgens artikel 45 van de gecoördineerde wet van 10 mei 2015 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen;
[1 5° "griepvaccin": vaccin vergund voor de profylaxe van influenza.]1
----------
(1)<KB 2023-10-09/02, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 01-10-2023>
HOOFDSTUK 2. - Vergoeding voor de voorbereiding [1 ...]1 van COVID-vaccins
----------
(1)
Art.2.§ 1. [1 Er wordt een specifieke forfaitaire vergoeding toegekend aan een apotheker voor de voorbereiding van COVID-vaccins.]1
§ 2. Dit honorarium bedraagt 3,22 euro.
§ 3. Een apotheker kan het forfaitair honorarium bedoeld in paragraaf 1 éénmaal per rechthebbende per voorbereide vaccindosis klaar voor toediening volgens het vaccinatieschema van toepassing voor de rechthebbende, aanrekenen aan de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging, overeenkomstig de daarvoor bedoelde tariferingsinstructies (pseudocode 419414) indien het COVID-vaccin werd besteld, geleverd en afgeleverd overeenkomstig artikel 3, §§ 4 tot 6, van de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015.
----------
(1)<KB 2023-10-09/02, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 01-10-2023>
Art.2/1. [1 § 1. Er wordt een specifieke forfaitaire vergoeding toegekend aan verpleegkundigen voor de voorbereiding van COVID-vaccins.
§ 2. Dit honorarium bedraagt 3,22 euro.
§ 3. Een verpleegkundige kan het forfaitair honorarium bedoeld in paragraaf 1 éénmaal per rechthebbende per voorbereide vaccindosis klaar voor toediening volgens het vaccinatieschema van toepassing voor de rechthebbende, aanrekenen aan de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging, overeenkomstig de daarvoor bedoelde tariferingsinstructies via de pseudocode 419996.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij KB 2023-10-09/02, art. 5, 003; Inwerkingtreding : 01-10-2023>
Art.2/2. [1 § 1. Er wordt een specifieke forfaitaire vergoeding toegekend aan personen die gemachtigd zijn de geneeskunde te beoefenen voor de voorbereiding van COVID-vaccins.
§ 2. Dit honorarium bedraagt 3,22 euro.
§ 3. Een persoon die gemachtigd is de geneeskunde te beoefenen kan het forfaitair honorarium bedoeld in paragraaf 1 éénmaal per rechthebbende per voorbereide vaccindosis klaar voor toediening volgens het vaccinatieschema van toepassing voor de rechthebbende, aanrekenen aan de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging, overeenkomstig de daarvoor bedoelde tariferingsinstructies via de pseudocode 420011.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij KB 2023-10-09/02, art. 5, 003; Inwerkingtreding : 01-10-2023>
HOOFDSTUK 3. - Vergoeding voor de toediening van een COVID-vaccin [1 of een griepvaccin]1 aan een rechthebbende door een apotheker in een voor het publiek opengestelde apotheek
----------
(1)
Art.3. § 1. Een specifiek forfaitair honorarium wordt toegekend aan een apotheker voor de toediening van een COVID-vaccin aan een rechthebbende in een voor het publiek opengestelde apotheek, indien voldaan is aan de voorwaarden voor toediening van dit vaccin die vastgelegd zijn in artikel 3, §§ 4 tot 6, van de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015.
§ 2. Dit honorarium bedraagt 15,5 euro.
§ 3. Een apotheker kan het forfaitair honorarium bedoeld in paragraaf 1 éénmaal per rechthebbende per vaccin, toegediend volgens het vaccinatieschema van toepassing voor de rechthebbende aanrekenen aan de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging, overeenkomstig de daarvoor bedoelde tariferingsinstructies (pseudocode 419436) indien voldaan is aan de volgende voorwaarden:
1° het COVID-vaccin werd besteld, geleverd, afgeleverd en toegediend overeenkomstig de bepalingen van artikel 3, §§ 4 tot 6, van de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015;
2° de apotheker registreert de toediening van het COVID-vaccin aan de rechthebbende in Vaccinnet+ of het desbetreffende register dat door de gemeenschappen is ingesteld voor de registratie van de vaccinaties.
Art.3/1. [1 § 1. Een specifiek forfaitair honorarium wordt toegekend aan een apotheker voor de toediening van een griepvaccin aan een rechthebbende in een voor het publiek opengestelde apotheek, indien voldaan is aan de voorwaarden voor toediening van dit vaccin die vastgelegd zijn in artikel 3, §§ 3 en 4, van de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015.
§ 2. Dit honorarium bedraagt 15,5 euro.
§ 3. Een apotheker kan het forfaitair honorarium bedoeld in paragraaf 1 éénmaal per rechthebbende per vaccin, toegediend volgens het vaccinatieschema van toepassing voor de rechthebbende aanrekenen aan de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging, overeenkomstig de daarvoor bedoelde tariferingsinstructies via de pseudocode 758752.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij KB 2023-10-09/02, art. 7, 003; Inwerkingtreding : 01-10-2023>
HOOFDSTUK 4. - Vergoeding voor de toediening van een COVID-vaccin [1 of een griepvaccin]1 aan een rechthebbende door een verpleegkundige
----------
(1)
Art.4.§ 1. Een specifiek forfaitair honorarium wordt toegekend voor de toediening van een COVID-vaccin aan een rechthebbende door een verpleegkundige.
§ 2. Dit honorarium bedraagt 15,5 euro.
§ 3. Een verpleegkundige kan het forfaitair honorarium bedoeld in paragraaf 1 éénmaal per rechthebbende per vaccin, toegediend tijdens een bezoek bij de patiënt of in de praktijkkamer van de verpleegkundige volgens het vaccinatieschema van toepassing voor de rechthebbende aanrekenen aan de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging, overeenkomstig de daarvoor bedoelde tariferingsinstructies via de pseudocode 419451, indien is voldaan aan de volgende [1 voorwaarde]1:
1° [1 ...]1
2° de verpleegkundige registreert de toediening van het COVID-vaccin aan de rechthebbende in Vaccinnet+ of het desbetreffende register dat door de gemeenschappen is ingesteld voor de registratie van de vaccinaties.
§ 4. De verstrekkingen kunnen niet worden aangerekend indien de vaccinatie tegen COVID-19 gebeurt tijdens collectieve vaccinatie in onder meer zorginstellingen, residentiële collectiviteiten, gemeentes, scholen, [1 ...]1 vaccinatiecentra, arbeidsgeneeskundige diensten.
----------
(1)<KB 2023-10-09/02, art. 9, 003; Inwerkingtreding : 01-10-2023>
Art.4/1. [1 § 1. Een specifiek forfaitair honorarium wordt toegekend voor de toediening van een griepvaccin aan een rechthebbende door een verpleegkundige.
§ 2. Dit honorarium bedraagt 15,5 euro.
§ 3. Een verpleegkundige kan het forfaitair honorarium bedoeld in paragraaf 1 éénmaal per rechthebbende per vaccin, toegediend tijdens een bezoek bij de patiënt of in de praktijkkamer van de verpleegkundige volgens het vaccinatieschema van toepassing voor de rechthebbende aanrekenen aan de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging, overeenkomstig de daarvoor bedoelde tariferingsinstructies via de pseudocode 419974.
§ 4. De verstrekkingen kunnen niet worden aangerekend indien de griepvaccinatie gebeurt tijdens collectieve vaccinatie in onder meer zorginstellingen, residentiële collectiviteiten, gemeentes, scholen, vaccinatiecentra, arbeidsgeneeskundige diensten.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij KB 2023-10-09/02, art. 10, 003; Inwerkingtreding : 01-10-2023>
HOOFDSTUK 5. - Vergoeding voor de toediening van een COVID-vaccin [1 of een griepvaccin]1 aan een rechthebbende door een persoon die gemachtigd is de geneeskunde te beoefenen [1 ...]1
----------
(1)
Art.5.§ 1. De verstrekkingen voor een raadpleging of een bezoek bedoeld in artikel 2 van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen kunnen worden aangerekend door een persoon die gemachtigd is de geneeskunde te beoefenen voor individuele vaccinatiemomenten tegen COVID-19 tijdens een raadpleging of bezoek indien is voldaan aan de volgende [1 voorwaarde]1:
1° [1 ...]1
2° de persoon die gemachtigd is de geneeskunde te beoefenen registreert de toediening van het COVID-vaccin aan de rechthebbende in Vaccinnet+ of het betreffende register dat door de gemeenschappen is ingesteld voor de registratie van de vaccinaties.
§ 2. De verstrekkingen voor een raadpleging of een bezoek bedoeld in artikel 2 van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen kunnen niet worden aangerekend indien de vaccinatie tegen COVID-19 gebeurt tijdens individuele of collectieve vaccinatie in onder meer zorginstellingen, residentiële collectiviteiten, gemeentes, scholen, [1 ...]1 vaccinatiecentra, arbeidsgeneeskundige diensten.
----------
(1)<KB 2023-10-09/02, art. 12, 003; Inwerkingtreding : 01-10-2023>
Art.5/1. [1 § 1. De verstrekkingen voor een raadpleging of een bezoek bedoeld in artikel 2 van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen kunnen worden aangerekend door een persoon die gemachtigd is de geneeskunde te beoefenen voor individuele vaccinatiemomenten tegen griep tijdens een raadpleging of bezoek.
§ 2. De verstrekkingen voor een raadpleging of een bezoek bedoeld in artikel 2 van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen kunnen niet worden aangerekend indien de vaccinatie tegen griep gebeurt tijdens individuele of collectieve vaccinatie in onder meer zorginstellingen, residentiële collectiviteiten, gemeentes, scholen, vaccinatiecentra, arbeidsgeneeskundige diensten.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij KB 2023-10-09/02, art. 13, 003; Inwerkingtreding : 01-10-2023>
Art.5/2. [1 § 1. Een specifiek forfaitair honorarium wordt toegekend voor de toediening van een COVID-vaccin aan een rechthebbende door een persoon die gemachtigd is de geneeskunde te beoefenen.
§ 2. Dit honorarium bedraagt 15,5 euro.
§ 3. Een persoon die gemachtigd is de geneeskunde te beoefenen kan het forfaitair honorarium bedoeld in paragraaf 1 éénmaal per rechthebbende per vaccin, toegediend volgens het vaccinatieschema van toepassing voor de rechthebbende aanrekenen aan de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging, overeenkomstig de daarvoor bedoelde tariferingsinstructies via de pseudocode 419495, indien is voldaan aan de volgende voorwaarde:
1° de persoon die gemachtigd is de geneeskunde te beoefenen registreert de toediening van het COVID-vaccin aan de rechthebbende in Vaccinnet+ of het desbetreffende register dat door de gemeenschappen is ingesteld voor de registratie van de vaccinaties.
§ 4. De verstrekkingen kunnen niet worden aangerekend indien de vaccinatie tegen COVID-19 gebeurt tijdens collectieve vaccinatie in onder meer zorginstellingen, residentiële collectiviteiten, gemeentes, scholen, vaccinatiecentra, arbeidsgeneeskundige diensten.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij KB 2023-10-09/02, art. 13, 003; Inwerkingtreding : 01-10-2023>
Art.5/3. [1 § 1. Een specifiek forfaitair honorarium wordt toegekend voor de toediening van een griepvaccin aan een rechthebbende door een persoon die gemachtigd is de geneeskunde te beoefenen.
§ 2. Dit honorarium bedraagt 15,5 euro.
§ 3. Een persoon die gemachtigd is de geneeskunde te beoefenen kan het forfaitair honorarium bedoeld in paragraaf 1 éénmaal per rechthebbende per vaccin, toegediend volgens het vaccinatieschema van toepassing voor de rechthebbende aanrekenen aan de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging, overeenkomstig de daarvoor bedoelde tariferingsinstructies via de pseudocode 419952.
§ 4. De verstrekkingen kunnen niet worden aangerekend indien de griepvaccinatie gebeurt tijdens collectieve vaccinatie in onder meer zorginstellingen, residentiële collectiviteiten, gemeentes, scholen, vaccinatiecentra, arbeidsgeneeskundige diensten.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij KB 2023-10-09/02, art. 13, 003; Inwerkingtreding : 01-10-2023>
Art.5/4. [1 De verstrekkingen bedoeld in de artikelen 2/2, 5/2 en 5/3 mogen tijdens hetzelfde patiëntencontact niet worden gecumuleerd met de verstrekkingen voor een raadpleging of een bezoek bedoeld in artikel 2 van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij KB 2023-10-09/02, art. 13, 003; Inwerkingtreding : 01-10-2023>
HOOFDSTUK 6. - Algemene bepalingen
Art.6. De honoraria bedoeld in dit besluit dekken alle kosten die rechtstreeks of onrechtstreeks verbonden zijn aan de uitvoering van de in dit besluit bedoelde verstrekkingen.
Art.7.De honoraria bedoeld in dit besluit kunnen niet aangerekend worden indien de toediening van een COVID-vaccin [1 of een griepvaccin]1 aan betrokken rechthebbende reeds gefinancierd wordt door andere overeenkomsten of tegemoetkomingen.
----------
(1)<KB 2023-10-09/02, art. 14, 003; Inwerkingtreding : 01-10-2023>
Art.8.Voor [1 de in artikelen 2, 2/1, 2/2, 3, 3/1, 4, 4/1, 5/2 en 5/3 bedoelde verstrekkingen]1 is de derdebetalersregeling verplicht van toepassing. De rechthebbenden zijn geen enkel bedrag verschuldigd voor [1 de in artikelen 2, 2/1, 2/2, 3, 3/1, 4, 4/1, 5/2 en 5/3 bedoelde verstrekkingen]1.
----------
(1)<KB 2023-10-09/02, art. 15, 003; Inwerkingtreding : 01-10-2023>
Art.9.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 18 juli 2022 en treedt buiten werking [2 op dezelfde datum als de wet van 9 oktober 2023 tot wijziging van de wet van 10 mei 2015 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen]2.
----------
(1)<KB 2023-02-17/11, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 20-03-2023>
(2)<KB 2023-10-09/02, art. 16, 003; Inwerkingtreding : 01-10-2023>
Art. 10. De minister bevoegd voor Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.