Artikels:
HOOFDSTUK 1. - Definities en bepaling van de akoestische parameters
Afdeling 1. - Definities
Artikel 1. Definities
In de zin van dit besluit wordt verstaan onder:
1° Geanalyseerd interval: Tijdsinterval waarin de metingen, uitgevoerd tijdens het waarnemingsinterval, worden geanalyseerd teneinde de akoestische parameters te bepalen in de aanwezigheid en/of afwezigheid van de bestudeerde geluidsbron(nen);
2° Personeelslid: met het toezicht belast personeelslid aangeduid krachtens artikel 5 van het Wetboek van 25 maart 1999 van inspectie, preventie, vaststelling en bestraffing van milieumisdrijven, en milieuaansprakelijkheid;
3° Overschrijding E: een tijdelijke verandering van het geluidsdrukniveau (niveauoverschrijding, impulsoverschrijding) of een verandering van het geluidsspectrum (tonale overschrijding) veroorzaakt door een specifiek geluid dat door het menselijk gehoor kan worden waargenomen;
4° Impulsief geluid: een geluid met een duur van minder dan twee seconden dat met regelmatige of onregelmatige tussenpozen verschijnt en waarvan het niveau hoger is dan het restgeluidsniveau;
5° LAeq,T: het continue geluidsdrukniveau dat wordt gemeten met de frequentieweging A en dat energetisch gelijkwaardig is aan een fluctuerend geluid gemeten tijdens hetzelfde tijdsinterval T;
6° LpA,Slow,100ms: het momentane geluidsdrukniveau, gemeten met de frequentieweging A en met de tijdsweging 'slow' waarvan de waarden worden gegeven om de 100 ms;
7° Restgeluid: het geluid bij afwezigheid van de bestudeerde geluidsbron(nen);
8° Lr: het equivalente geluidsdrukniveau van het restgeluid;
9° Totaal geluid: het geluid samengesteld uit het specifieke geluid en het restgeluid;
10° Ltot: het equivalente geluidsdrukniveau van het totaal geluid;
11° Specifiek geluid: stabiel of fluctuerend, continu of intermitterend geluid, gegenereerd door de werking van de bestudeerde geluidsbron(nen);
12° Lsp : het equivalente geluidsdrukniveau van het specifiek geluid verhoogd met de correctiefactor voor tonale overschrijding Kt;
13° Waarnemingsinterval: tijdsinterval waarin alle nodige metingen en waarnemingen voor de karakterisering van de geluidssituatie worden uitgevoerd, hetzij continu hetzij met tussenpozen;
14° Leq,T: het gemeten continue geluidsdrukniveau dat energetisch gelijkwaardig is aan een fluctuerend geluid gemeten tijdens hetzelfde tijdsinterval T;
15° L90: het geluidsdrukniveau dat wordt overschreden gedurende 90% van de tijd, bepaald op basis van Leq,T.
Afdeling 2. - Bepaling van de akoestische parameters
Art.2. Duur van het geanalyseerde interval
De duur van het geanalyseerde interval dat wordt gebruikt voor de bepaling van de verschillende akoestische parameters is minimaal tien minuten.
Art.3. Bepaling van het restgeluidsniveau Lr en het totale geluidsniveau Ltot.
§ 1. De niveaus Lr en Ltot kunnen worden bepaald op basis van één geanalyseerd interval of op basis van afzonderlijk geanalyseerde intervallen, representatief voor de werking van de bron(nen) (Ltot) en representatief voor het restgeluid (Lr).
De bepaling van de niveaus Lr en Ltotis gebaseerd op de analyse van het (de) niet-gecumuleerde histogram(men) van klasse 0,5 dB(A), getekend op basis van de LAeq,1s-niveaus, gemeten over het (de) geanalyseerde interval(len).
De klassen die overeenkomen met de maximale percentages op het (de) histogram(men) worden geïsoleerd en gerelateerd aan de overeenkomstige geluidsbronnen (restgeluid en totaal geluid).
Lr: bovengrens van de klasse, geïdentificeerd als representatief voor de gemeten niveaus wanneer de bestudeerde geluidsbron niet in werking is. De in aanmerking genomen klasse mag niet lager zijn dan 1%.
Ltot: ondergrens van de klasse, geïdentificeerd als representatief voor de gemeten niveaus wanneer de bestudeerde geluidsbron in werking is.
§ 2. Indien de geluidsniveaus geleidelijke of plotselinge schommelingen vertonen waardoor ze niet met zekerheid kunnen worden geïdentificeerd op het (de) histogram(men), wordt Ltot of Lr bepaald op basis van de berekening van de energetische som van de niveaus LAeq,1s, vastgesteld tijdens de werking en de uitschakeling van de bestudeerde geluidsbron volgens de formule:
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 20-01-2023, p. 8552)
Art.4. Bepaling van de niveauoverschrijding En
De niveauoverschrijding is gelijk aan het rekenkundige verschil tussen het niveau Ltoten het niveau Lr, hetzij En = Ltot- Lr.
Art.5. Bepaling van de tonale overschrijding Et
§ 1. De tonale overschrijding wordt bepaald wanneer de persoon die belast is voor de geluidsmetingen in het specifiek geluid de aanwezigheid vermoedt van een zuivere toon of van een geluid met tonaal karakter. De tonale overschrijding wordt berekend op basis van het tertsoctaafband niet-gewogen frequentiespectrum van het geluid, in een frequentiegebied van de tertsoctaafband gecentreerd op 100 Hz tot het gebied gecentreerd op 12 500 Hz, bepaald aan de hand van de fractiele L90-niveaus.
§ 2. De frequentieanalyse kan op basis van de op 80 Hz gecentreerde tertsoctaafband gebeuren als de persoon die belast is voor de geluidsmetingen, vermoedt dat een overschrijding in de op 100 Hz gecentreerde tertsoctaafband strikt verband houdt met de bestudeerde geluidsbron(nen).
§ 3. Het frequentiegebied L90 wordt bepaald door statistische analyse van ten minste 400 Leq,T-spectra, waarbij 100 ms ≤ T ≤ 1s.
§ 4. De tonale overschrijding Et wordt gedefinieerd als het kleinste rekenkundige verschil tussen het niveau L90 van een overschrijdende band van tertsoctaaf niet-gewogen en het niveau L90 van de twee aangrenzende frequentiebanden.
Als de tonale overschrijding betrekking heeft op twee naburige frequentiebanden en het rekenkundige verschil tussen die twee banden kleiner is dan 1 dB, wordt het niveau van de overschrijdende band bepaald door de energetische som van de niveaus van de twee banden in kwestie en zijn de aangrenzende banden degene die net vóór en net na deze twee banden komen.
§ 5. In aanwezigheid van meerdere gelijktijdige tonen is de tonale overschrijding Et die in aanmerking moet worden genomen, gelijk aan de grootste tonale overschrijding, waargenomen in het niet-gewogen frequentiespectrum L90 in tertsoctaafbanden.
Art.6. Bepaling van de impulsoverschrijding Ei
§ 1. De impulsoverschrijding wordt bepaald wanneer de persoon die belast is voor de geluidsmetingen in het specifiek geluid de aanwezigheid van impulsgeluiden in het specifieke geluid vermoedt. De impulsoverschrijding wordt berekend op basis van een gelijktijdige uitlezing van de niveaus LAeq,100ms en LpA,Slow,100ms.
§ 2. De impulsoverschrijding wordt elke 100 ms bepaald: ze is gelijk aan het rekenkundige verschil tussen het niveau LAeq,100ms en het niveau LpA,Slow,100ms:
Ei = LAeq,100ms - LpA,Slow,100ms
Art.7. Bepaling van het specifiek geluidsniveau Lsp
Lspwordt volgens de onderstaande formule berekend voor zover Ltotstrikt genomen groter is dan (Ltot > Lr):
Lsp= 10 x Log (10Ltot / 10 - 10Lr / 10) + Kt.
De niveaus Ltoten Lr worden bepaald overeenkomstig artikel 3.
De correctiefactor voor tonale overschrijding Kt wordt in de onderstaande tabel gedefinieerd in functie van de waarde van de tonale overschrijding Et.
Et in dB | Kt in dB(A) | Et en dB | Kt en dB(A) |
Et ≤ 3 | 0 | Et ≤ 3 | 0 |
3 < Et ≤ 6 | 2 | 3 < Et ≤ 6 | 2 |
6 < Et ≤ 9 | 3 | 6 < Et ≤ 9 | 3 |
9 < Et ≤ 12 | 4 | 9 < Et ≤ 12 | 4 |
12 < Et ≤ 15 | 5 | 12 < Et ≤ 15 | 5 |
15 < Et | 6 | 15 < Et | 6 |
De tonale overschrijding Et wordt bepaald overeenkomstig artikel 5.
Art.8. Specifieke elementen voor statische transformatoren
De artikelen 2 tot en met 7 zijn niet van toepassing op statische transformatoren.
De minister legt de methode vast voor de bepaling van de akoestische grootheden met betrekking tot het geluid van statische transformatoren.
HOOFDSTUK II. - Karakteristieken van de meettoestellen
Art.9. De meetapparatuur moet voldoen aan de specificaties van klasse 1 van de norm IEC 61672-1, indien van toepassing in de meest recente versie en benaming.
De akoestische ijkbron moet voldoen aan de specificaties van klasse 1 van de norm IEC 60942-1, desgevallend in zijn recentste versie en onder zijn recentste benaming.
Het meettoestel en de akoestische ijkbron moeten ten minste om de twee jaar worden gecontroleerd met betrekking tot de specificaties van de bovenvermelde normen. Deze controle dient te gebeuren door een erkend organisme dat een schriftelijk controlebewijs aflevert.
HOOFDSTUK III. - Metingen
Afdeling 1. - Algemeen
Art.10. Metingen die minder dan of gelijk aan zeven dagen duren
Bij het begin en aan het einde van elke meting moet het meettoestel met dezelfde ijkbron worden geijkt. Als de ijkwaarde aan het einde van de meting met meer dan 0,5 dB verschilt van die bij het begin van de meting, moeten de metingen ongeldig worden verklaard.
Art.11. Metingen die langer dan zeven dagen duren
Bij het begin van de metingen wordt het meettoestel met behulp van een akoestische ijkbron geijkt.
De goede werking van het meettoestel wordt minstens éénmaal per week gecontroleerd. Deze controle kan automatisch gebeuren.
Art.12. Meetomstandigheden
De metingen worden bij voorkeur verricht in afwezigheid van neerslag en met een windsnelheid lager dan 5 meter per seconde.
Afdeling 2. - Binnenmetingen
Art.13. Wanneer geluidsmetingen binnen worden verricht, wordt de microfoon geplaatst op ten minste 1 meter van elke wand, voor zover mogelijk op 1,50 meter van elk glasoppervlak en voor zover mogelijk op een hoogte tussen 1,20 en 1,50 meter boven de vloer.
Tijdens de geanalyseerde intervallen moeten alle deuren en ramen van de ruimte waarin de metingen worden uitgevoerd, gesloten zijn.
De geanalyseerde intervallen worden alleen in aanmerking genomen als de eventuele aanwezigheid van gebruikers niet van invloed is geweest op de gemeten niveaus.
Afdeling 3. - Buitenmetingen
Art.14. § 1. Wanneer geluidsmetingen buiten worden verricht, wordt de microfoon:
- van een windbol voorzien;
- voor zover mogelijk op een hoogte tussen 1,20 meter en 1,50 meter boven het niveau van de grond of van de bestudeerde verdieping geplaatst;
- in een van de volgende vier configuraties opgesteld:
o hetzij op meer dan 5 meter van elk geluidsreflecterend verticaal oppervlak;
o hetzij tussen 50 centimeter en 2 meter van een geluidsreflecterend oppervlak;
o hetzij in het vlak van een wijdopen raam of deur voor zover de afstand tussen de microfoon en de boorden van de opening ten minste 30 centimeter bedraagt;
o hetzij op een ruit aan de buitenzijde (zie Figuur 1 hieronder), d.w.z. in het midden (halve hoogte en halve breedte) van het kozijn van een venster/glazen deur.
Afhankelijk van de gekozen configuratie moet op de gemeten niveaus de juiste correctiefactor worden toegepast zoals aangegeven in de tabel hieronder:
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 20-01-2023, p. 8554)
§ 2. In afwijking van paragraaf 1, eerste lid, tweede streepje, in het geval van metingen van de geluidshinder voortgebracht door het verkeer (door de lucht, over de weg, over het spoor of over de binnenwateren), wordt de microfoon op een hoogte tussen 1,5 meter en 25 meter boven de grond geplaatst.
HOOFDSTUK IV. - Meetverslag
Art.15. Elke meting wordt opgetekend in een meetverslag dat, naast de aanwijzingen opgesomd in artikel 15, § 1 van het Wetboek van inspectie, preventie, vaststelling en bestraffing van milieumisdrijven, en milieuaansprakelijkheid, de volgende aanwijzingen bevat:
1° het waarnemingsinterval;
2° het (de) geanalyseerde interval(len);
3° de werkingsomstandigheden van de bestudeerde geluidsbron;
4° de datum van de laatste controle van de meettoestellen door een erkend organisme zoals beschreven in artikel 9;
5° de weersomstandigheden op het moment van de geanalyseerde intervallen.
HOOFDSTUK V. - Wijzigingen van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 27 mei 1999 betreffende de bestrijding van geluidshinder voortgebracht door het luchtverkeer
Art.16. In artikel 1, 1°, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke regering van 27 mei 1999 betreffende de bestrijding van geluidshinder voortgebracht door het luchtverkeer worden de termen "het geluidsdrukniveau, uitgedrukt in dB(A), dat wordt verondersteld dezelfde geluidsbelasting te veroorzaken als een fluctuerend geluid gedurende de meetduur T zoals bepaald in artikel 1, 2[00cb][009a], van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 2 juli 1998 tot vaststelling van de controlemethode en omstandigheden voor geluidsmetingen" vervangen door "het geluidsdrukniveau, uitgedrukt in dB(A), zoals gedefinieerd in artikel 1, 5°, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 1 december 2022 tot vaststelling van de controlemethode en omstandigheden voor geluidsmetingen".
Art.17. Artikel 3 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 27 mei 1999 betreffende de bestrijding van geluidshinder voortgebracht door het luchtverkeer wordt vervangen door wat volgt: "De metingen worden uitgevoerd conform de bepalingen van hoofdstuk III van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 1 december 2022 tot vaststelling van de controlemethode en omstandigheden voor geluidsmetingen".
Art.18. In artikel 4 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 27 mei 1999 betreffende de bestrijding van geluidshinder voortgebracht door het luchtverkeer, worden de woorden " aan de artikelen 11 en 12 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 2 juli 1998 tot vaststelling van de controlemethode en omstandigheden voor geluidsmetingen" vervangen door "aan de artikelen 9 en 15 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 1 décember 2022 tot vaststelling van de controlemethode en omstandigheden voor geluidsmetingen."
HOOFDSTUK VII. - Wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 januari 2017 tot vaststelling van de voorwaarden voor het verspreiden van versterkt geluid in voor publiek toegankelijke inrichtingen
Art.19. In de Nederlandstalige versie, in artikel 1, § 1, 10° van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 januari 2017 tot vaststelling van de voorwaarden voor het verspreiden van versterkt geluid in voor publiek toegankelijke inrichtingen worden de woorden "de oppervlakte minimum 10 % bedraagt van de voor het publiek toegankelijke oppervlakte van de inrichting toegankelijk voor publiek" vervangen door " de oppervlakte 10 % van de voor het publiek toegankelijke oppervlakte van de inrichting toegankelijk voor publiek benadert".
Art.20. In artikel 1 § 2 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 januari 2017 tot vaststelling van de voorwaarden voor het verspreiden van versterkt geluid in voor publiek toegankelijke inrichtingen worden de woorden "van 21 november 2002" vervangen door "van 1 december 2022 "
Art.21. In artikel 4, § 1 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 januari 2017 tot vaststelling van de voorwaarden voor het verspreiden van versterkt geluid in voor publiek toegankelijke inrichtingen, worden de termen "de microfoon wordt bij de installatie en nadien elk jaar gelijkt. De bewijzen van ijking worden ter beschikking gesteld van de met het toezicht belaste personeelsleden en van de Politiediensten" vervangen door "het meettoestel wordt bij de installatie geijkt met een akoestische ijkbron. Het meettoestel moet ten minste om de twee jaar worden gecontroleerd met betrekking tot de specificaties van de norm EC 61672-1 door een erkend organisme dat een schriftelijk controlebewijs aflevert. Deze bewijzen worden ter beschikking gesteld van de met het toezicht belaste personeelsleden en van de Politiediensten".
Art.22. In artikel 6 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 januari 2017 tot vaststelling van de voorwaarden voor het verspreiden van versterkt geluid in voor publiek toegankelijke inrichtingen worden de termen "De equivalente geluidsdrukniveaus worden gemeten voor een duur gelijk aan de duur van de normen ingesteld door de artikelen 3 tot 5, op om het even welk moment en op gelijk welke plek van de inrichting toegankelijk voor publiek waar het publiek zich normaal kan bevinden, op een hoogte boven de vloer tussen 1,20 m en 1,50 m" vervangen door "De equivalente geluidsdrukniveaus worden gemeten voor een duur gelijk aan de duur van de normen ingesteld door de artikelen 3 tot 5, op om het even welk moment en op gelijk welke plek van de inrichting toegankelijk voor publiek waar het publiek zich normaal kan bevinden, op een hoogte boven de vloer tussen 1,20 m en 3 m. Het meettoestel moet minimum voldoen aan de specificaties van klasse 2 van de norm IEC 61672-1, desgevallend in zijn recentste versie en onder zijn recentste benaming".
HOOFDSTUK VIII. - Wijziging van het ministerieel besluit tot bepaling van de toepassingsmodaliteiten van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 januari 2017 tot vaststelling van de voorwaarden voor het verspreiden van versterkt geluid in voor publiek toegankelijke inrichtingen
Art.23. In artikel 2, § 1 van het ministerieel besluit tot bepaling van de toepassingsmodaliteiten van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 januari 2017 tot vaststelling van de voorwaarden voor het verspreiden van versterkt geluid in voor publiek toegankelijke inrichtingen, worden de termen "minstens een meetketen van klasse 2 hebben, in overeenstemming met de specificaties uit de CEI 61672-1", vervangen door "een meettoestel zijn dat voldoet aan de specificaties van klasse 2 van de norm IEC 61672-1, desgevallend in zijn recentste versie en onder zijn recentste benaming".
HOOFDSTUK VIII. - Opheffingsbepalingen
Art.24. Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 november 2002 tot vaststelling van de controlemethode en omstandigheden voor geluidsmetingen wordt opgeheven.
Art.25. De Regering legt de datum van inwerkingtreding van dit besluit vast.
Een bericht met vermelding van de inwerkingtreding van dit besluit wordt gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.
Art. 26. De minister van Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.