28 OKTOBER 2022. - Besluit van de Vlaamse Regering tot toekenning van een subsidie van maximaal 44.832 euro voor het project `onderwijs aan jongeren binnen het aanbod beveiligend verblijf voor jongeren in een verontrustende opvoedingssituatie' voor de periode van 1 september 2022 tot en met 31 december 2022
Art. 1-13
Artikel 1. Ten laste van het krediet, ingeschreven onder begrotingsartikel FB0-1FGD2GE-WT, basisallocatie 1FG095 van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse overheid voor het begrotingsjaar 2022, wordt een subsidie verleend aan:
Begunstigde: vzw Elegast, Belgiëlei 203, 2018 Antwerpen
Subsidiebedrag: 11.208 euro
Rekeningnummer: IBAN BE26 7895 1818 4829
Vestigingsnummer/ondernemingsnummer: 0410 4121-46
Begunstigde: De Vijver, Bosuil 138, 2100 Deurne
Subsidiebedrag: 11.208 euro
Rekeningnummer: IBAN BE13 7805 9146 0139
Vestigingsnummer/ondernemingsnummer: 0429 040 896
Begunstigde: vzw Heem, Halmaalweg 2, 3800 Sint-Truiden
Subsidiebedrag: 11.208 euro
Rekeningnummer: IBAN BE49 0019 0364 1871
Vestigingsnummer/ondernemingsnummer: 0761 749 908
Begunstigde: vzw Broeders van Liefde, Stropstraat 119, 9000 Gent
Subsidiebedrag: 11.208 euro
Rekeningnummer: IBAN BE61 4675 1169 7117
Vestigingsnummer/ondernemingsnummer: 0406 633 304
Art.2. De subsidie, vermeld in artikel 1, moet worden aangewend voor de werkings - en loonkosten die verbonden zijn aan het project `onderwijs aan jongeren binnen het aanbod beveiligend verblijf voor jongeren in een verontrustende opvoedingssituatie' in het jaar 2022.
De subsidie is bedoeld voor de bekostiging van onderwijsgerelateerde activiteiten en initiatieven voor jongeren die gebruik maken van de bedden beveiligend verblijf in de instellingen zoals vermeld in artikel 1. Concreet dient de subsidie te worden ingezet voor aankoop van pedagogisch-didactisch materiaal en personeelskost in functie van voorbereiding van toekomstig onderwijsaanbod of om reeds les te geven en de leerachterstand van de jongeren tot een minimum te beperken.
De subsidie, vermeld in artikel 1, heeft betrekking op de periode van 1 september 2022 tot en met 31 december 2022.
Art.3. Door de realisatie van het project vermeld in artikel 2, wordt bijgedragen tot de volgende doelstelling van de Vlaamse overheid:
1° het voorzien van een onderwijsaanbod voor alle jongeren die hier recht op hebben in Vlaanderen.
Art.4. Reservevorming lastens deze subsidie wordt niet aanvaard.
Art.5. 1° Een eerste schijf van 80% wordt uitbetaald na de goedkeuring van dit besluit en de vastlegging van de middelen;
2° Het saldo van de subsidie kan pas betaald worden na de goedkeuring door de afdeling Basisonderwijs en Deeltijds Kunstonderwijs van het eindverslag, zoals vermeld in artikel 6 en na de voorlegging van een financieel verslag waaruit blijkt dat de uitgaven zijn gedaan binnen de periode, vermeld in artikel 3. De begunstigde stelt deze stukken uiterlijk op 31 maart 2023 digitaal ter beschikking van de afdeling Basisonderwijs en Deeltijds Kunstonderwijs;
3° De verantwoordingsstukken moeten worden ingediend conform de richtlijnen van het departement Onderwijs en Vorming.
Art.6. 1° De begunstigde levert uiterlijk op 31 maart 2023 een eindverslag op van het project. Dit bevat een gedetailleerde omschrijving van de uitvoering van het project en een samenvatting van de belangrijkste bevindingen, en bestaat minstens uit:
- Omschrijving van de VZW, missie, visie en organisatiestructuur.
- Praktische gegevens: straat, nummer, postnummer, gemeente, ondernemingsnummer, rekeningnummer (IBAN en BIC).
- Het aantal bedden `beveiligend verblijf voor jongeren in een verontrustende opvoedingssituatie' en de duur van de erkenning.
- Verankering van de VZW in het welzijnslandschap. Welke linken zijn er met bestaande organisaties, waar is de VZW fysiek gelegen? Zijn er doorheen het subsidiejaar extra linken gelegd?
- Profielschets van de jongere: met welke jongeren wordt er gewerkt? Welk traject is er gelopen met de leerling, zowel onderwijs - als welzijnsgewijs? Hoe is de leerling terecht gekomen in de voorziening? Hoe lang wordt een bed bezet? Hoe wordt een `verontrustende opvoedingssituatie' gedefinieerd binnen de voorziening?
- Hoe ziet het onderwijsaanbod voor deze leerlingen eruit? Hoe is de besteding van de onderwijssubsidie gelopen, bijvoorbeeld: welke lesopdracht, welke materialen, ...?
- Welke meerwaarde heeft het onderwijsaanbod dat georganiseerd is met deze subsidie geboden voor de doelgroep?
2° Het eindverslag gaat gepaard met een financieel verslag. Tussen beiden wordt een duidelijke link gelegd. Het financieel verslag gaat gepaard met bewijsstukken.
3° De subsidieverstrekker kan vrij beschikken over het eindverslag en kan alle gegevens die in het kader van de opdracht zijn aangemaakt of verzameld, opvragen op een geïnformatiseerde/elektronische drager.
Art.7. Het project wordt gevolgd en zo nodig bijgestuurd door de afdeling Basisonderwijs en Deeltijds Kunstonderwijs.
Art.8. Alle briefwisseling, overleg en betalingen tussen de afdeling Basisonderwijs en Deeltijds Kunstonderwijs en de begunstigde worden geregeld via het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming, departement Onderwijs en Vorming, afdeling Basisonderwijs en Deeltijds Kunstonderwijs, Koning Albert II-laan 15, 1210 Brussel.
Art.9. Om de herkenbaarheid van de Vlaamse overheid als subsidiërende instantie te verhogen, is de begunstigde verplicht om bij elke communicatie over het gesubsidieerde project, vermeld in artikel 2, op elke informatiedrager gebruik te maken van het logo van de Vlaamse overheid. De standaardlogo's bevinden zich op de website van de Vlaamse overheid.
Art.10. Met behoud van de toepassing van de bepalingen over administratie en begrotingscontrole aanvaardt de begunstigde de controle op de uitvoering van het project, vermeld in artikel 2, door de gemachtigde ambtenaren van de Vlaamse overheid en/of het Rekenhof.
Art.11. De begunstigde zal het bedrag of een gedeelte van de verleende subsidie onmiddellijk terugbetalen als de subsidieverstrekker vaststelt dat de toekenningsvoorwaarden onvolledig, onzorgvuldig, niet of niet op tijd werden vervuld, of als de subsidie werd aangewend voor andere doeleinden dan waarvoor ze werd verleend.
Art.12. De subsidieverstrekker kan in geen geval aansprakelijk worden gesteld voor om het even welke schade aan goederen en personen die rechtstreeks of onrechtstreeks voortvloeit uit de uitvoering van de opdracht, vermeld in artikel 2.
Art. 13. De Vlaamse minister van Onderwijs, Sport, Dierenwelzijn en de Vlaamse Rand is belast met de uitvoering van dit besluit.