Details





Titel:

22 SEPTEMBER 2022. - Besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreffende de eindejaarstoelage voor de ambtenaren, de stagairs en het contractueel personeel van de Diensten van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie



Inhoudstafel:


Art. 1-3



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2008031428  2008031478 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Artikel 259 van het besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 5 juni 2008 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren en stagiairs van de Diensten van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad wordt als volgt vervangen:
  "Art. 259 § 1. Elk jaar wordt een eindejaarstoelage toegekend aan de ambtenaar of stagiair die titularis is van een ambt bij de Diensten van het Verenigd College voor 1 oktober van het betreffende jaar.
  § 2. De ambtenaar of stagiair krijgt het volledige genot van het bedrag van de eindejaarstoelage, indien hij als titularis van een ambt met volledige prestaties het volledige voordeel van zijn wedde of in plaats daarvan gestelde vergoeding heeft genoten tijdens de hele periode van 1 januari tot 30 september van het in aanmerking genomen jaar.
  Wanneer de ambtenaar of de stagiair, als titularis van een ambt met volledige of onvolledige prestaties, niet het volledig voordeel van zijn in het eerste lid bedoelde wedde of in plaats daarvan gestelde vergoeding heeft genoten, krijgt hij een eindejaarstoelage waarvan het bedrag verminderd wordt naar rata van de wedde of in plaats daarvan gestelde vergoeding die hij werkelijk heeft ontvangen.
  Wanneer de ambtenaar of de stagiair, als titularis van een ambt met volledige of onvolledige prestaties, tijdens de periode van 1 januari tot 30 september van het in aanmerking genomen jaar met ouderschapsverlof was of niet in dienst is kunnen treden of zijn ambtsverplichtingen heeft geschorst wegens de verplichtingen die hem worden opgelegd, krachtens de wet van 16 mei 2001 houdende statuut van de militairen van het reservekader van de krijgsmacht, worden deze periodes gelijkgesteld met periodes tijdens welke hij het volledig voordeel van hun wedde of in plaats daarvan gestelde vergoeding heeft genoten.
  Als de ambtenaar in disponibiliteit geplaatst werd, wordt de eindejaarstoelage voor de periode van disponibiliteit berekend naar rato van het percentage van de bezoldiging dat het wachtgeld vertegenwoordigt.
  § 3. De eindejaarstoelage is samengesteld uit een forfaitair gedeelte en twee gedeeltes die variëren naargelang van de bezoldiging.
  De in het eerste lid bedoelde bezoldiging stemt overeen met voltijdse prestaties gedurende de periode van 1 januari tot 30 september van het beschouwde jaar, die de referentieperiode wordt genoemd. De bezoldiging omvat ook de haard- of eventuele standplaatstoelage.
  Het forfaitaire gedeelte wordt vastgesteld op basis van het forfaitaire bedrag van het vorige jaar en wordt elk jaar aangepast volgens een breuk waarvan de noemer de afgevlakte index van de maand oktober van het jaar daarvoor is en de teller de afgevlakte index van de maand oktober van het beschouwde jaar. Het forfaitaire bedrag van het jaar 2021 bedraagt 780,06 euro.
  Het eerste variabele gedeelte vertegenwoordigt 2,5% van de jaarlijkse bezoldiging. De jaarlijkse bezoldiging is die die dient of gediend zou hebben als basis voor de berekening van de bezoldiging van de maand oktober van het beschouwde jaar.
  Het tweede variabele gedeelte vertegenwoordigt 7% van de bezoldiging van dezelfde maand oktober of van die die verschuldigd geweest zou zijn voor deze maand. Dit tweede variabele gedeelte wordt echter op 100,95 euro gebracht als het resultaat van de berekening lager is dan dit bedrag en wordt tot 201,90 euro beperkt als het resultaat van de berekening hoger is dan dit bedrag.
  Voor de ambtenaar of de stagiair die de in artikel 257 bedoelde gewaarborgde bezoldiging geniet, zal het bedrag van de gewaarborgde bezoldiging in aanmerking moeten worden genomen voor de berekening van het variabele gedeelte van de eindejaarstoelage.
  § 4. Op de eindejaarstoelage worden de inhoudingen verricht die zijn vastgesteld krachtens de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, behalve voor de gerechtigden die uitsluitend onderworpen zijn aan de regeling van verplichte verzekering tegen ziekte en invaliditeit, sector geneeskundige verzorging.
  § 5. De eindejaarstoelage wordt tijdens de maand december van het in aanmerking genomen jaar uitbetaald, behalve bij beëindiging van de arbeidsrelatie. In dat geval wordt de eindejaarstoelage op hetzelfde moment betaald als de laatste bezoldiging. Voor de berekening ervan is het forfaitaire gedeelte het laatste dat in aanmerking werd genomen en wordt het variabele gedeelte berekend op basis van de laatste betaalde maand.
  § 6. Voor de bedragen van 100,95 euro en 201,90 euro geldt de indexeringsregeling. Ze worden vastgelegd op de spilindex 138,01.".

Art.2. In artikel 8, van het besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 8 juni 2008 tot vaststelling van de administratieve toestand en de individuele geldelijke rechten van de contractuele personeelsleden van de Diensten van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad wordt de bepaling onder 2° aangevuld met de woorden ", zij het dat wanneer het contractuele personeelslid een uitkering heeft ontvangen van de verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gedurende de hele referentieperiode of een deel ervan, de eindejaarstoelage berekend wordt naar rato van het percentage van de bezoldiging dat deze vergoeding vertegenwoordigt.".

Art. 3. De Leden van het Verenigd College bevoegd voor het Openbaar Ambt worden belast met de uitvoering van dit besluit.