25 SEPTEMBER 2022. - Koninklijk besluit tot beëindiging van verschillende bepalingen uit het koninklijk besluit nr. 21 van 14 mei 2020 houdende tijdelijke aanpassingen aan de vergoedingsvoorwaarden en administratieve regels in de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging ten gevolge van de COVID-19-pandemie
Art. 1-15
Artikel 1. § 1. In afdeling 1. - Aanpassing vergoedingsvoorwaarden van bepaalde geneesmiddelen - van het koninklijk besluit nr. 21 van 14 mei 2020 houdende tijdelijke aanpassingen aan de vergoedingsvoorwaarden en administratieve regels in de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging ten gevolge van de COVID-19-pandemie, worden artikel 2 en de bijlage 1 waarnaar het verwijst, opgeheven.
§ 2. Vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit zoals bepaald in artikel 14, wordt de maatregel beëindigd zoals beschreven in bijlage 1 bij het artikel 2 van het koninklijk besluit nr. 21 van 14 mei 2020, betreffende de verlenging met zes maanden van de maximumleeftijd van 43 jaar, voor de vergoeding van specialiteiten gebruikt in het kader van medisch begeleide voortplanting.
De verstrekkingen waarvoor de machtigingen van de adviserend arts verleend zijn voorafgaand aan de datum bedoeld in het eerste lid en waarvoor de aanvragen tot tegemoetkoming de verzekeringsinstellingen bereiken na die datum worden niet getroffen door de opheffing van artikel 2 van het bovenvermelde koninklijk besluit nr. 21.
Art.2. In afdeling 1. - Aanpassing vergoedingsvoorwaarden van bepaalde geneesmiddelen - van hetzelfde besluit, worden artikel 5 en de bijlage 3 waarnaar het verwijst, opgeheven.
Art.3. In afdeling 1. - Aanpassing vergoedingsvoorwaarden van bepaalde geneesmiddelen - van hetzelfde besluit, worden artikel 6 en de bijlage 3 waarnaar het verwijst, opgeheven.
Art.4. In afdeling 1. - Aanpassing vergoedingsvoorwaarden van bepaalde geneesmiddelen - van hetzelfde besluit, worden artikel 7 en de bijlage 4 waarnaar het verwijst, opgeheven.
Art.5. § 1. In afdeling 3. - Artsen - van hetzelfde besluit, worden artikel 9 en de bijlage 6 waarnaar het verwijst, opgeheven.
§ 2. Vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit zoals bepaald in artikel 14, wordt de maatregel beëindigd zoals beschreven in bijlage 6 bij het artikel 9 van het koninklijk besluit nr. 21 van 14 mei 2020, betreffende de verlenging met zes maanden of een jaar van de maximumleeftijd vermeld in de vergoedingsvoorwaarden van de verstrekkingen uitgevoerd door artsen-specialisten.
De verstrekkingen waarvoor de maatregel van verlenging van de maximumleeftijd is toegepast voorafgaand aan de datum bedoeld in het eerste lid en waarvoor de aanvragen tot tegemoetkoming de verzekeringsinstellingen bereiken na die datum worden niet getroffen door de opheffing van artikel 9 van het bovenvermelde koninklijk besluit nr. 21.
§ 3. Vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit zoals bepaald in artikel 14, worden voor wat betreft de verstrekkingen en de corresponderende toepassingsregels, de maatregelen beëindigd zoals beschreven in bijlage 6 bij het artikel 9 van het koninklijk besluit nr. 21 van 14 mei 2020, betreffende de verlenging met zes maanden van de maximale uitvoeringstermijn van die verstrekkingen en betreffende de opschorting en de verlenging van de maximale opvolgingstermijn van die verstrekkingen.
De verstrekkingen waarvoor de maatregel van verlenging van de uitvoeringstermijn of de opvolgingstermijn is toegepast voorafgaand aan de datum bedoeld in het eerste lid en waarvoor de aanvragen tot tegemoetkoming de verzekeringsinstellingen bereiken na die datum worden niet getroffen door de opheffing van artikel 9 van het bovenvermelde koninklijk besluit nr. 21.
Art.6. § 1. In afdeling 4. - Oncologische zorg - van hetzelfde besluit, worden artikel 10 en de bijlage 7 waarnaar het verwijst, opgeheven, met uitzondering van de maatregel in die bijlage betreffende de mogelijkheid tot het op elektronische wijze indienen van de behandelingsaanvraag voor hadrontherapie en het communiceren van de beslissing, in plaats van via aangetekende zending.
§ 2. Vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit zoals bepaald in artikel 14, wordt de maatregel beëindigd zoals beschreven in bijlage 7 bij het artikel 10 van het koninklijk besluit nr. 21 van 14 mei 2020, betreffende de verlenging met zes maanden van de leeftijdsvoorwaarde zoals gedefinieerd bij oncofreezing.
De afnames waarvoor de maatregel van verlenging van de leeftijdsvoorwaarde is toegepast voorafgaand aan de datum bedoeld in het eerste lid en waarvoor de aanvragen tot tegemoetkoming de verzekeringsinstellingen bereiken na die datum worden niet getroffen door de opheffing van artikel 10 van het bovenvermelde koninklijk besluit nr. 21.
§ 3. Vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit zoals bepaald in artikel 14, wordt de maatregel beëindigd zoals beschreven in bijlage 7 bij het artikel 10 van het koninklijk besluit nr. 21 van 14 mei 2020, betreffende de verlenging van de reglementaire voorziene termijn voor een borstreconstructie.
De borstreconstructies waarvoor de maatregel van verlenging van de reglementaire termijn is toegepast voorafgaand aan de datum bedoeld in het eerste lid en waarvoor de aanvragen tot tegemoetkoming de verzekeringsinstellingen bereiken na die datum worden niet getroffen door de opheffing van artikel 10 van het bovenvermelde koninklijk besluit nr. 21.
Art.7. § 1. In afdeling 6. - Medische beeldvorming - van hetzelfde besluit, worden artikel 12 en de bijlage 9 waarnaar het verwijst, opgeheven.
§ 2. Vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit zoals bepaald in artikel 14, wordt de maatregel beëindigd zoals beschreven in bijlage 9 bij het artikel 12 van het koninklijk besluit nr. 21 van 14 mei 2020, betreffende het tijdelijk gebruik van een hybride toestel met CT voor het uitvoeren van CT-onderzoeken buiten het kader van een onderzoek nucleaire geneeskunde.
De onderzoeken medische beeldvorming die zijn uitgevoerd voorafgaand aan de datum bedoeld in het eerste lid en waarvoor de aanvragen tot tegemoetkoming de verzekeringsinstellingen bereiken na die datum worden niet getroffen door de opheffing van artikel 12 van het bovenvermelde koninklijk besluit nr. 21.
Art.8. § 1. In hetzelfde besluit wordt de bijlage 10 opgeheven, met uitzondering van het deel in bijlage 10 dat betrekking heeft op de mogelijkheid om kinesitherapieverstrekkingen te realiseren via telefonische of video-communicatie in het kader van de overeenkomsten bedoeld in punt 12 van deze bijlage.
§ 2. Vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit zoals bepaald in artikel 14, wordt de maatregel beëindigd zoals beschreven in punt 1 van bijlage 10 bij het artikel 13 van het koninklijk besluit nr. 21 van 14 mei 2020, betreffende het aanvaarden van het niet respecteren van de termijn van dertig dagen bij alle individuele aanvragen tot tenlasteneming ingediend bij de adviserend arts in het kader van een programma functionele revalidatie of een programma multidisciplinaire zorg, en dit voor zowel aanvragen voor nieuwe patiënten als voor verlengingsaanvragen van de eerder toegestane periode.
§ 3. Vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit zoals bepaald in artikel 14, wordt de maatregel beëindigd zoals beschreven in punt 2 van bijlage 10 bij het artikel 13 van het koninklijk besluit nr. 21 van 14 mei 2020, betreffende de automatische verlenging van de door de adviserend arts toegestane periode van tenlasteneming van het rolstoelvervoer in het kader van de revalidatie.
De verplaatsingen waarvan de voortzetting van de tenlasteneming, met toepassing van deze maatregel, werd toegestaan of had moeten worden toegestaan voorafgaand aan de datum bedoeld in het eerste lid worden niet getroffen door de opheffing van bijlage 10 van het bovenvermelde koninklijk besluit nr. 21, zelfs in de gevallen waar deze toestemmingen de datum bedoeld in het eerste lid overschrijden.
§ 4. Vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit zoals bepaald in artikel 14, wordt de maatregel beëindigd zoals beschreven in bijlage 10 bij het artikel 13 van het koninklijk besluit nr. 21 van 14 mei 2020, betreffende de automatische verlenging met zes maanden van de door de adviserend arts toegestane periode van tenlasteneming in het kader van de overeenkomsten bedoeld in punt 3 van bijlage 10.
De tenlastenemingen in het kader van deze overeenkomsten die, met toepassing van deze maatregel, zijn verlengd of hadden moeten worden verlengd voorafgaand aan de datum bedoeld in het eerste lid worden niet getroffen door de opheffing van bijlage 10 van het bovenvermelde koninklijk besluit nr. 21 en blijven gelden, zelfs in de gevallen waar deze tenlastenemingen de datum bedoeld in het eerste lid overschrijden. De rechthebbenden van overeenkomst 7.83.6 inzake de ernstige prematuren, die reeds de minimumleeftijd voor een bilan bereikt hebben op de datum bedoeld in het eerste lid worden voor dat bilan niet getroffen door de opheffing van bijlage 10 van het bovenvermelde koninklijk besluit nr. 21.
§ 5. Vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit zoals bepaald in artikel 14, wordt de maatregel beëindigd zoals beschreven in bijlage 10 bij het artikel 13 van het koninklijk besluit nr. 21 van 14 mei 2020, betreffende de verlenging met zes maanden van de maximale revalidatieperiode in het kader van de overeenkomsten bedoeld in punt 4 van bijlage 10.
De patiënten die voorafgaand aan de datum bedoeld in het eerste lid in aanmerking kwamen, met toepassing van deze maatregel, voor een verlenging van de maximale revalidatieperiode en die nog niet genoten hebben van deze verlenging, worden niet getroffen door de opheffing van bijlage 10 van het bovenvermelde koninklijk besluit nr. 21 en komen nog in aanmerking voor deze verlenging na de datum bedoeld in het eerste lid.
§ 6. Vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit zoals bepaald in artikel 14, wordt de maatregel beëindigd zoals beschreven in bijlage 10 bij het artikel 13 van het koninklijk besluit nr. 21 van 14 mei 2020, betreffende de automatische verlenging met een jaar van de periode van tenlasteneming in het kader van de overeenkomsten die werken met jaarforfaits zoals bedoeld in punt 5 van bijlage 10.
De tenlastenemingen in het kader van deze overeenkomsten die, met toepassing van deze maatregel, zijn verlengd of hadden moeten worden verlengd voorafgaand aan de datum bedoeld in het eerste lid worden niet getroffen door de opheffing van bijlage 10 van het bovenvermelde koninklijk besluit nr. 21 en blijven gelden, zelfs in de gevallen waar deze tenlastenemingen de datum bedoeld in het eerste lid overschrijden.
§ 7. Vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit zoals bepaald in artikel 14, wordt de maatregel beëindigd zoals beschreven in bijlage 10 bij het artikel 13 van het koninklijk besluit nr. 21 van 14 mei 2020, betreffende de mogelijkheid om het jaarforfait aan te rekenen, onder aangepaste voorwaarden, in het kader van de overeenkomsten bedoeld in punt 6 van bijlage 10.
De jaarforfaits die betrekking hebben op een jaar waarvan de begindatum zich bevindt voorafgaand aan de datum bedoeld in het eerste lid worden niet getroffen door de opheffing van bijlage 10 van het bovenvermelde koninklijk besluit nr. 21 en kunnen nog worden aangerekend overeenkomstig de door deze maatregel aangepaste voorwaarden na de datum bedoeld in het eerste lid.
§ 8. Vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit zoals bepaald in artikel 14, wordt de maatregel beëindigd zoals beschreven in bijlage 10 bij het artikel 13 van het koninklijk besluit nr. 21 van 14 mei 2020, betreffende de mogelijkheid om de trimesterforfaits aan te rekenen, onder aangepaste voorwaarden, in het kader van de overeenkomsten bedoeld in punt 10 van bijlage 10.
De trimesterforfaits die betrekking hebben op een periode van twee opeenvolgende trimesters zoals bedoeld door deze maatregel, waarvan de begindatum van het eerste trimester zich bevindt voorafgaand aan de datum bedoeld in het eerste lid, worden niet getroffen door de opheffing van bijlage 10 van het bovenvermelde koninklijk besluit nr. 21 en kunnen nog worden aangerekend overeenkomstig de door de maatregel bedoeld in punt 10 aangepaste voorwaarden na de datum bedoeld in het eerste lid.
§ 9. Vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit zoals bepaald in artikel 14, wordt de maatregel beëindigd zoals beschreven in bijlage 10 bij het artikel 13 van het koninklijk besluit nr. 21 van 14 mei 2020, betreffende de automatische verlenging met zes maanden van de periode van tenlasteneming van de aanvragen voor nieuwe patiënten in het kader van de overeenkomsten bedoeld in punt 11 van bijlage 10.
De tenlastenemingen in het kader van deze overeenkomsten die, met toepassing van deze maatregel, zijn verlengd of hadden moeten worden verlengd voorafgaand aan de datum bedoeld in het eerste lid worden niet getroffen door de opheffing van bijlage 10 van het bovenvermelde koninklijk besluit nr. 21 en blijven gelden, zelfs in de gevallen waar deze tenlastenemingen de datum bedoeld in het eerste lid overschrijden en in de gevallen waar de adviserend artsen van de verzekeringsinstellingen de aanvragen na die datum ontvangen.
Voor de rechthebbenden van de overeenkomst 7.83.6 inzake de ernstige prematuren die de minimumleeftijd voor een bilan nog niet bereikt hebben op de datum bedoeld in het eerste lid, wordt de maatregel zoals beschreven in punt 11 van bijlage 10 niet meer toegepast voor de bilans waarvoor zij de minimuleeftijd nog niet bereikt hebben op de datum bedoeld in het eerste lid. In het geval een bilan D voor een rechthebbende wordt uitgevoerd, moet dit bilan D ten laatste worden afgesloten op de dag voorafgaand aan de dag waarop de rechthebbende de leeftijd van vijf jaar en zes maanden bereikt, zelfs in het geval wanneer, met toepassing van het bovenvermelde koninklijk besluit nr. 21, voor die rechthebbende een akkoord tot tenlasteneming werd gegeven tot de leeftijd van vijf jaar en tien maanden.
§ 10. Vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit zoals bepaald in artikel 14, wordt de maatregel beëindigd zoals beschreven in punt 14 van bijlage 10 bij het artikel 13 van het koninklijk besluit nr. 21 van 14 mei 2020, betreffende de mogelijkheid om in bepaalde gevallen ademhalingsondersteuning thuis op te starten zonder dat de patiënten de vereiste onderzoeken hebben ondergaan.
De tenlastenemingen van ademhalingsondersteuning thuis die zijn toegestaan via deze maatregel voorafgaand aan de datum bedoeld in het eerste lid, en de aanvragen tot tenlasteneming ingediend bij de adviserend artsen na deze datum maar waarvoor de datum van het begin van de gevraagde tenlasteneming zich bevindt voorafgaand aan de datum bedoeld in het eerste lid, worden niet getroffen door de opheffing van bijlage 10 van het bovenvermelde koninklijk besluit nr. 21 en blijven gelden, zelfs in de gevallen waar deze tenlastenemingen de datum bedoeld in het eerste lid overschrijden.
Art.9. § 1. In hetzelfde besluit wordt de bijlage 12 opgeheven, met uitzondering van het deel in die bijlage dat betrekking heeft op het houden van vergaderingen op afstand door organen van het RIZIV.
§ 2. Vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit zoals bepaald in artikel 14, wordt de maatregel beëindigd zoals beschreven in bijlage 12 bij het artikel 15 van het koninklijk besluit nr. 21 van 14 mei 2020, betreffende de verlenging met zes maanden van de maximumleeftijd vermeld in de vergoedingsvoorwaarden van een verstrekking.
De verstrekkingen waarvoor de maatregel van verlenging van de maximumleeftijd is toegepast voorafgaand aan de datum bedoeld in het eerste lid en waarvoor de aanvragen tot tegemoetkoming de verzekeringsinstellingen bereiken na die datum worden niet getroffen door de opheffing van bijlage 12 van het bovenvermelde koninklijk besluit nr. 21.
§ 3. Vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit zoals bepaald in artikel 14, wordt de maatregel beëindigd zoals beschreven in bijlage 12 bij het artikel 15 van het koninklijk besluit nr. 21 van 14 mei 2020, betreffende de verlenging met zes maanden van de termijn voor het indienen van elektronische registers die nodig zijn voor het ontvangen van een terugbetaling.
De verstrekkingen waarvoor de terugbetaling ondergeschikt is aan een registratie van gegevens en waarbij de maatregel van verlenging van de termijn is toegepast voorafgaand aan de datum bedoeld in het eerste lid en waarvoor de aanvragen tot tegemoetkoming de verzekeringsinstellingen bereiken na die datum worden niet getroffen door de opheffing van bijlage 12 van het bovenvermelde koninklijk besluit nr. 21.
§ 4. Vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit zoals bepaald in artikel 14, wordt de maatregel beëindigd zoals beschreven in bijlage 12 bij het artikel 15 van het koninklijk besluit nr. 21 van 14 mei 2020, betreffende de verlenging met zes maanden van de opvolgingstermijn van de behandeling na implantatie.
De verstrekkingen waarvoor de maatregel van verlenging van de opvolgingstermijn is toegepast voorafgaand aan de datum bedoeld in het eerste lid en waarvoor de aanvragen tot tegemoetkoming de verzekeringsinstellingen bereiken na die datum worden niet getroffen door de opheffing van bijlage 12 van het bovenvermelde koninklijk besluit nr. 21.
§ 5. Vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit zoals bepaald in artikel 14, wordt de maatregel beëindigd zoals beschreven in bijlage 12 bij het artikel 15 van het koninklijk besluit nr. 21 van 14 mei 2020, betreffende de verlenging met drie maanden van de aanvraagtermijn voor een volgnummer.
De verstrekkingen waarvoor de maatregel van verlenging van de aanvraagtermijn voor een volgnummer is toegepast voorafgaand aan de datum bedoeld in het eerste lid en waarvoor de aanvragen tot tegemoetkoming de verzekeringsinstellingen bereiken na die datum worden niet getroffen door de opheffing van bijlage 12 van het bovenvermelde koninklijk besluit nr. 21.
§ 6. Vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit zoals bepaald in artikel 14, wordt de maatregel beëindigd zoals beschreven in bijlage 12 bij het artikel 15 van het koninklijk besluit nr. 21 van 14 mei 2020, betreffende de verlenging met zes maanden van de indieningstermijn voor verslagen zoals vermeld in de vergoedingsvoorwaarden.
De verstrekkingen waarvoor de maatregel van verlenging van de indieningstermijn voor verslagen is toegepast voorafgaand aan de datum bedoeld in het eerste lid en waarvoor de aanvragen tot tegemoetkoming de verzekeringsinstellingen bereiken na die datum worden niet getroffen door de opheffing van bijlage 12 van het bovenvermelde koninklijk besluit nr. 21.
§ 7. Vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit zoals bepaald in artikel 14, wordt de maatregel beëindigd zoals beschreven in bijlage 12 bij het artikel 15 van het koninklijk besluit nr. 21 van 14 mei 2020, betreffende de verlenging met zes maanden van de geldigheidstermijn van voorschriften voor ambulante invasieve medische hulpmiddelen, die gedefinieerd is als de periode tussen de datum van het opmaken van het medisch voorschrift door de arts en de ontvangstdatum van het medisch voorschrift door de verstrekker van implantaten.
De geldigheidstermijn van medische voorschriften die zijn opgemaakt voorafgaand aan de datum bedoeld in het eerste lid wordt niet getroffen door de opheffing van bijlage 12 van het bovenvermelde koninklijk besluit nr. 21.
§ 8. Vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit zoals bepaald in artikel 14, wordt de maatregel beëindigd zoals beschreven in bijlage 12 bij het artikel 15 van het koninklijk besluit nr. 21 van 14 mei 2020, betreffende de verlenging met zes maanden van de geldigheidstermijn van akkoorden van het College van artsen-directeurs en van de adviserend arts die nodig zijn voor bepaalde verstrekkingen.
De verstrekkingen waarvoor de maatregel van verlenging van de geldigheidstermijn van akkoorden is toegepast voorafgaand aan de datum bedoeld in het eerste lid en waarvoor de aanvragen tot tegemoetkoming de verzekeringsinstellingen bereiken na die datum worden niet getroffen door de opheffing van bijlage 12 van het bovenvermelde koninklijk besluit nr. 21.
§ 9. Vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit zoals bepaald in artikel 14, wordt de maatregel beëindigd zoals beschreven in bijlage 12 bij het artikel 15 van het koninklijk besluit nr. 21 van 14 mei 2020, betreffende de verlenging met zes maanden van de registratietermijn voor gegevens betreffende implanteerbare hartdefibrillatoren en de verlenging met zes maanden van de maximale termijn tussen de implantatie van een resynchronisatie-elektrode en de implantatie van de defibrillator.
De verstrekkingen waarvoor de maatregel van verlenging is toegepast voorafgaand aan de datum bedoeld in het eerste lid en waarvoor de aanvragen tot tegemoetkoming de verzekeringsinstellingen bereiken na die datum worden niet getroffen door de opheffing van bijlage 12 van het bovenvermelde koninklijk besluit nr. 21.
Art.10. § 1. In afdeling 18 - Verstrekkingen voorzien in het koninklijk besluit van 10 januari 1991 tot vaststelling van de nomenclatuur van de revalidatieverstrekkingen bedoeld in artikel 23, § 2, tweede lid, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994, tot vaststelling van de honoraria en prijzen van die verstrekkingen en tot vaststelling van het bedrag van de verzekeringstegemoetkoming in die honoraria en prijzen - Ergotherapieverstrekkingen - van hetzelfde besluit, wordt artikel 24 opgeheven.
§ 2. Vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit zoals bepaald in artikel 14, wordt voor de verstrekkingen en de corresponderende toepassingsregels de maatregel beëindigd zoals beschreven in het artikel 24 van het koninklijk besluit nr. 21 van 14 mei 2020, betreffende de verlenging met zes maanden van de periode gedurende waarin de verstrekkingen mogen worden uitgevoerd voor een rechthebbende die een volledig programma heeft gevolgd in een revalidatiecentrum dat met het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering een overeenkomst voor locomotorische en/of neurologische revalidatie heeft gesloten.
De verstrekkingen waarvoor de maatregel van verlenging is toegepast voorafgaand aan de datum bedoeld in het eerste lid en waarvoor de aanvragen tot tegemoetkoming de verzekeringsinstellingen bereiken na die datum worden niet getroffen door de opheffing van artikel 24 van het bovenvermelde koninklijk besluit nr. 21.
Art.11. In afdeling 20. - Verlenging aanvraagtermijn van bepaalde vergoedingen of tegemoetkomingen voor zorgverleners - van hetzelfde besluit, wordt artikel 27 opgeheven.
Art.12. In afdeling 20. - Verlenging aanvraagtermijn van bepaalde vergoedingen of tegemoetkomingen voor zorgverleners - van hetzelfde besluit, wordt artikel 28 opgeheven.
Art.13. In afdeling 20. - Verlenging aanvraagtermijn van bepaalde vergoedingen of tegemoetkomingen voor zorgverleners - van hetzelfde besluit, wordt artikel 29 opgeheven.
Art.14. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de vierde maand na die waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Art. 15. De minister bevoegd voor Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.