17 AUGUSTUS 2022. - Ministerieel besluit betreffende de legitimatiekaart van de ambtenaren van de fiscale administraties die bijstand leveren aan de multidisciplinaire onderzoeksteams
Art. 1-9
BIJLAGE.
Art. N
Artikel 1. De voorzitter van het directiecomité van de Federale Overheidsdienst Financiën geeft aan de fiscale ambtenaren bedoeld in artikel 338quater, § 1, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en artikel 63ter § 1, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, een legitimatiekaart af waaruit hun hoedanigheid van Officier van Gerechtelijke Politie Hulpofficier van de Procureur des Konings blijkt.
Art.2. De legitimatiekaart van de in het artikel 1 ambtenaar wordt overeenkomstig de modellen in bijlage vastgesteld.
Art.3. De voorzijde van de legitimatiekaart bevat, op het linkergedeelte, een pasfoto van de houder, met een minimumgrootte van 25 mm bij 25 mm.
De volgende vermeldingen worden eveneens opgenomen:
1° bovenaan: de vermelding "Fiscaal ambtenaar, Officier van Gerechtelijke Politie Hulpofficier van de Procureur des Konings";
2° op het middengedeelte, de naam, de voornaam van de houder en de geldigheidstermijn;
3° onderaan, het logo van de FOD Financiën en de vermelding "Federale Overheidsdienst FINANCIEN".
Art.4. De achterzijde van de legitimatiekaart bevat:
1° de vermelding "KONINKRIJK BELGIE";
2° de vermelding: "De houder van deze legitimatiekaart Fiscaal ambtenaar, heeft, in de hoedanigheid van Officier van Gerechtelijke Politie, het recht op te treden op het ganse grondgebied van het Koninkrijk België";
3° de handtekening van de voorzitter van het directiecomité namens de minister.
Art.5. De vermeldingen bedoeld in de artikelen 3, 1° en 3°, en 4 worden gesteld in het Nederlands, het Frans en het Duits, met voorrang voor de taal van de houder.
Art.6. § 1. De legitimatiekaart wordt teruggestuurd naar de voorzitter van het directiecomité van de Federale Overheidsdienst Financiën om ze te laten vernieuwen of vernietigen:
1° wanneer de kaart beschadigd is;
2° wanneer een gegeven dat op de kaart voorkomt, gewijzigd is of wanneer de pasfoto niet meer voldoende gelijkend is;
3° wanneer de houder om het even welke reden zijn ambt van Officier van Gerechtelijke Politie definitief niet langer uitoefent;
4° wanneer de kaart wordt teruggevonden na een hernieuwing.
Deze zending gebeurt binnen de twintig dagen vanaf het zich voordoen van een van de in het eerste lid bedoelde redenen en bevat een vermelding tot precisering van deze reden.
§ 2. De voorzitter van het directiecomité van de Federale Overheidsdienst Financiën van wie een geschorst of van zijn ambt ontheven fiscaal ambtenaar, afhangt, trekt tijdelijk diens legitimatiekaart in, ongeacht de duur van die maatregel. Dezelfde procedure is van toepassing op de houder wiens ambtsuitoefening om enige andere statutaire reden gedurende meer dan vijfenveertig kalenderdagen onderbroken wordt.
De kaart wordt aan de houder teruggegeven zodra hij zijn ambt herneemt.
Art.7. Het verlies, de diefstal of de vernietiging van de legitimatiekaart wordt onmiddellijk gemeld aan de voorzitter van het directiecomité van de Federale Overheidsdienst Financiën.
Art.8. Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art.9. De minister bevoegd voor Financiën, belast met de Coördinatie van de fraudebestrijding, is belast met de uitvoering van dit besluit.
BIJLAGE.
Art. N.
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 16-09-2022, p. 67458)