Details





Titel:

15 JULI 2022. - Besluit van de Vlaamse Regering over bijzondere aanpassingssteun voor landbouwers die getroffen worden door marktverstoring ten gevolge van de Russische invasie in Oekraïne



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepaling
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Definitie
Art. 2
HOOFDSTUK 3. - Subsidie
Art. 3
HOOFDSTUK 4. - Bijzondere aanpassingssteun
Art. 4-6
HOOFDSTUK 5. - Verhoogde bijzondere aanpassingssteun voor jonge landbouwers
Art. 7-9
HOOFDSTUK 6. - Steun voor landbouwers die maatregelen uitvoeren met een gunstig effect op milieu, klimaat of biodiversiteit
Art. 10-12
HOOFDSTUK 7. - Procedure
Art. 13
HOOFDSTUK 8. - Slotbepaling
Art. 14-15



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepaling
Artikel 1. Dit besluit voorziet in de uitvoering van gedelegeerde verordening (EU) 2022/467 van de commissie van 23 maart 2022 tot vaststelling van buitengewone aanpassingssteun voor producenten in de landbouwsectoren.

HOOFDSTUK 2. - Definitie
Art.2. In dit besluit wordt verstaan onder bevoegde entiteit: het Departement Landbouw en Visserij, vermeld in artikel 26, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie.

HOOFDSTUK 3. - Subsidie
Art.3. Binnen de grenzen van de begrotingskredieten die daarvoor bestemd zijn, wordt een subsidie toegekend aan landbouwers die getroffen worden door marktverstoring door de Russische invasie in Oekraïne.
  Het budget voor de subsidie, vermeld in het eerste lid, wordt vastgelegd op 8.171.296,72 euro (acht miljoen honderdeenenzeventigduizend tweehonderdzesennegentig euro en tweeënzeventig eurocent).
  Van het beschikbare budget, vermeld in het tweede lid, wordt 5.650.000 euro (vijf miljoen zeshonderdvijftigduizend) voorbehouden voor de bijzondere aanpassingssteun, vermeld in artikel 4.
  Van het beschikbare budget, vermeld in het tweede lid, wordt 1.150.000 euro (één miljoen honderdvijftigduizend) voorbehouden voor de verhoogde bijzondere aanpassingssteun voor jonge landbouwers, vermeld in artikel 7.
  Van het beschikbare budget, vermeld in het tweede lid, wordt 1.371.296,72 euro (één miljoen driehonderd eenenzeventigduizend tweehonderdzesennegentig euro en tweeënzeventig eurocent) voorbehouden voor de steun voor landbouwers die maatregelen uitvoeren met een gunstig effect op milieu, klimaat of biodiversiteit, vermeld in artikel 10.

HOOFDSTUK 4. - Bijzondere aanpassingssteun
Art.4. Alleen landbouwers die aan al de volgende voorwaarden voldoen, komen in aanmerking als begunstigde voor de bijzondere aanpassingssteun, vermeld in artikel 3, derde lid:
  1° de begunstigde is geregistreerd als actieve landbouwer bij de bevoegde entiteit;
  2° de begunstigde is actief in minstens een van de volgende productiesectoren:
  a) varkensvlees;
  b) pluimveevlees;
  c) eieren;
  d) geitenmelk;
  e) groenten en fruit;
  f) levende planten en producten van de bloementeelt;
  3° de begunstigde heeft na 31 december 2014 een VLIF-steunaanvraag ingediend voor investeringssteun, voor minstens een van de volgende investeringen:
  a) de volgende investeringen in een varkensstal voor begunstigden die actief zijn in de sector varkensvlees:
  1) investeringen gericht op de verbetering van de waterkwaliteit of -kwantiteit;
  2) investeringen die specifiek gericht zijn op de vermindering van de emissies van ammoniak, fijn stof en stikstofoxiden;
  3) specifieke investeringen in de biologische landbouw;
  4) investeringen in hernieuwbare energie;
  5) materieel en installaties die functioneren op hernieuwbare energie;
  6) investeringen die specifiek gericht zijn op de realisatie van een primaire energiebesparing;
  7) investeringen met een bovengemiddelde bijdrage aan de klimaatmitigatie in bestaande inrichtingen en vernieuwbouw met een aantoonbare CO2-reductie;
  b) de volgende investeringen in een pluimveestal voor begunstigden die actief zijn in de sectoren pluimveevlees en eieren:
  1) investeringen gericht op de verbetering van de waterkwaliteit of -kwantiteit;
  2) investeringen gericht op de verbetering van de biodiversiteit;
  3) investeringen die specifiek gericht zijn op de vermindering van de emissies van ammoniak, fijn stof en stikstofoxiden;
  4) specifieke investeringen in de biologische landbouw;
  5) investeringen in hernieuwbare energie;
  6) materieel en installaties die functioneren op hernieuwbare energie;
  7) investeringen die specifiek gericht zijn op de realisatie van een primaire energiebesparing;
  8) investeringen met een bovengemiddelde bijdrage aan de klimaatmitigatie in bestaande inrichtingen en vernieuwbouw met een aantoonbare CO2-reductie;
  c) de volgende investeringen in een geitenstal voor begunstigden die actief zijn in de sector geitenmelk:
  1) investeringen gericht op de verbetering van de waterkwaliteit of -kwantiteit;
  2) investeringen die specifiek gericht zijn op de vermindering van de emissies van ammoniak, fijn stof en stikstofoxiden;
  3) specifieke investeringen in de biologische landbouw;
  4) investeringen in hernieuwbare energie;
  5) materieel en installaties die functioneren op hernieuwbare energie;
  6) investeringen die specifiek gericht zijn op de realisatie van een primaire energiebesparing;
  7) investeringen met een bovengemiddelde bijdrage aan de klimaatmitigatie in bestaande inrichtingen en vernieuwbouw met een aantoonbare CO2-reductie;
  d) de volgende investeringen voor begunstigden die actief zijn in de sector groenten en fruit:
  1) de volgende investeringen in serres:
  i) investeringen gericht op de verbetering van de waterkwaliteit of -kwantiteit;
  ii) investeringen die specifiek gericht zijn op de vermindering van de emissies van ammoniak, fijn stof en stikstofoxiden;
  iii) investeringen in hernieuwbare energie;
  iv) materieel en installaties die functioneren op hernieuwbare energie;
  v) investeringen die specifiek gericht zijn op de realisatie van een primaire energiebesparing;
  vi) investeringen met een bovengemiddelde bijdrage aan de klimaatmitigatie in bestaande inrichtingen en vernieuwbouw met een aantoonbare CO2-reductie;
  2) de volgende investeringen in oogstprotectie en koelcellen die vrij zijn van fluorkoolwaterstoffen en energiezuinig zijn;
  e) de volgende investeringen voor begunstigden die op minstens 1 hectare en daarenboven op minstens 30% van hun areaal in hoofdteelt groenten in open lucht kweken, zoals door de bevoegde entiteit vastgesteld op basis van de aangifte in hun verzamelaanvraag van 2021:
  1) investeringen die gericht zijn op de verbetering van de bodemkwaliteit;
  2) de extra uitrusting van tractors en landbouwwerktuigen met het oog op precisielandbouw;
  3) de volgende investeringen gericht op de verbetering van de waterkwaliteit of -kwantiteit:
  i) druppelbevloeiing - druppelinstallatie;
  ii) fytobak en biofilter;
  iii) kantstrooisysteem aan meststofstrooier;
  iv) monitoringssysteem voor beregeningshaspel;
  v) plantmeettechnieken en plantsensoren;
  vi) spuitmachine: automatisch dopwisselsysteem, circulatiesysteem en continu spoelsysteem;
  vii) vul- en spoelplaats spuittoestel;
  4) de volgende investering die specifiek gericht is op de vermindering van de emissies van ammoniak, fijn stof en stikstofoxiden: een tractor op aardgas;
  5) de volgende investeringen gericht op de verbetering van de biodiversiteit:
  i) geavanceerde spuitmachine die driftreducerende technieken bevat;
  ii) klepelmaaier, randenmaaier en maailaadcombinatie;
  mechanische en thermische onkruidbestrijding;
  iii) verbreden van trekker;
  iv) weerstation om binnen een waarnemings- en waarschuwingssysteem te gebruiken met als doel de toepassing van geïntegreerde gewasbescherming;
  6) de volgende investeringen in loodsen:
  i) investeringen gericht op de verbetering van de waterkwaliteit of -kwantiteit;
  ii) investeringen die specifiek gericht zijn op de vermindering van de emissies van ammoniak, fijn stof en stikstofoxiden;
  iii) investeringen in hernieuwbare energie;
  iv) materieel en installaties die functioneren op hernieuwbare energie;
  v) investeringen die specifiek gericht zijn op de realisatie van een primaire energiebesparing;
  vi) investeringen met een bovengemiddelde bijdrage aan de klimaatmitigatie in bestaande inrichtingen en vernieuwbouw met een aantoonbare CO2-reductie;
  f) de volgende investeringen voor begunstigden die actief zijn in de sector levende planten en producten van de bloementeelt:
  1) de volgende investeringen in serres:
  i) investeringen gericht op de verbetering van de waterkwaliteit of -kwantiteit;
  ii) investeringen die specifiek gericht zijn op de vermindering van de emissies van ammoniak, fijn stof en stikstofoxiden;
  iii) investeringen in hernieuwbare energie;
  iv) materieel en installaties die functioneren op hernieuwbare energie;
  v) investeringen die specifiek gericht zijn op de realisatie van een primaire energiebesparing;
  vi) investeringen met een bovengemiddelde bijdrage aan de klimaatmitigatie in bestaande inrichtingen en vernieuwbouw met een aantoonbare CO2-reductie;
  2) koelcellen die vrij zijn van fluorkoolwaterstoffen en die energiezuinig zijn;
  4° de begunstigde heeft voor 1 mei 2022 bij het VLIF een betalingsaanvraag ingediend voor minstens een van de investeringen, vermeld in punt 3° ;
  5° het VLIF heeft investeringssteun toegekend aan de begunstigde voor minstens een van de investeringen, vermeld in punt 3°.
  In het eerste lid wordt verstaan onder:
  1° investeringssteun: de investeringssteun, vermeld in artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2014 betreffende steun aan de investeringen en aan de overname in de landbouw;
  2° verzamelaanvraag: de verzamelaanvraag, vermeld in artikel 11 van gedelegeerde verordening (EU) nr. 640/2014 van de Commissie van 11 maart 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het geïntegreerd beheers- en controlesysteem en de voorwaarden voor weigering of intrekking van betalingen en voor administratieve sancties in het kader van rechtstreekse betalingen, plattelandsontwikkelingsbijstand en de randvoorwaarden, en artikel 4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 9 februari 2007 houdende bepalingen tot inrichting van een gemeenschappelijke identificatie van landbouwers, exploitaties en landbouwgrond in het kader van het meststoffenbeleid en van het landbouwbeleid;
  3° VLIF: het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds, vermeld in artikel 12, § 1, van het decreet van 22 december 1993 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1994;
  4° VLIF-steunaanvraag: de aanvraag vermeld in artikel 7 van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2014 betreffende steun aan de investeringen en aan de overname in de landbouw.
  Een landbouwer die na 1 januari 2015 een bedrijf heeft overgenomen van een begunstigde die voldoet aan al de voorwaarden, vermeld in het eerste lid, komt zelf in aanmerking als begunstigde.

Art.5. De bevoegde entiteit onderzoekt welke begunstigden voldoen aan al de voorwaarden, vermeld in artikel 4, en beslist of er aan hen bijzondere aanpassingssteun als vermeld in artikel 4, toegekend wordt.

Art.6. De bevoegde entiteit bepaalt het bedrag van de bijzondere aanpassingssteun, vermeld in artikel 4. Het beschikbare budget, vermeld in artikel 3, derde lid, wordt pro rata toegekend aan de begunstigden, vermeld in artikel 4.

HOOFDSTUK 5. - Verhoogde bijzondere aanpassingssteun voor jonge landbouwers
Art.7. Binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten wordt bovenop de toegekende bijzondere aanpassingssteun, vermeld in artikel 4, een verhoogde bijzondere aanpassingssteun als vermeld in artikel 3, vierde lid, toegekend aan een begunstigde als vermeld in artikel 4, als minstens een van de bedrijfsleiders van de begunstigde op 1 januari 2022 jonger is dan 41 jaar.

Art.8. De bevoegde entiteit onderzoekt welke begunstigden, vermeld in artikel 4, voldoen aan al de voorwaarden, vermeld in artikel 7, en beslist of de verhoogde bijzondere aanpassingssteun, vermeld in artikel 7, aan hen toegekend wordt.

Art.9. De bevoegde entiteit bepaalt het bedrag van de verhoogde bijzondere aanpassingssteun, vermeld in artikel 7. Het beschikbare budget, vermeld in artikel 3, vierde lid, wordt pro rata toegekend aan de begunstigden die in aanmerking komen voor die steun conform artikel 7.

HOOFDSTUK 6. - Steun voor landbouwers die maatregelen uitvoeren met een gunstig effect op milieu, klimaat of biodiversiteit
Art.10. Binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten wordt steun voor landbouwers die maatregelen uitvoeren met een gunstig effect op milieu, klimaat of biodiversiteit als vermeld in artikel 3, vijfde lid, van dit besluit, toegekend aan begunstigden die aan al de volgende voorwaarden voldoen:
  1° de begunstigde heeft conform het besluit van de Vlaamse Regering van 10 september 2021 tot bepaling van de regels om subsidies te verlenen voor de uitvoering van maatregelen met een gunstig effect op milieu, klimaat of biodiversiteit een verbintenisaanvraag ingediend voor minstens een van de maatregelen, vermeld in artikel 2, eerste lid, 3°, a), 4°, a) en b), en 5°, van het voormelde besluit;
  2° de begunstigde voert de overeenkomst, vermeld in punt 1°, volledig uit conform het voormelde besluit.

Art.11. De bevoegde entiteit onderzoekt welke begunstigden voldoen aan al de voorwaarden, vermeld in artikel 10, en beslist of er aan hen steun toegekend wordt voor landbouwers die maatregelen uitvoeren met een gunstig effect op milieu, klimaat of biodiversiteit als vermeld in artikel 10.

Art.12. De bevoegde entiteit bepaalt het bedrag van de steun voor landbouwers die maatregelen uitvoeren met een gunstig effect op milieu, klimaat of biodiversiteit, vermeld in artikel 10. Het beschikbare budget, vermeld in artikel 3, vijfde lid, wordt pro rata toegekend aan de begunstigden, vermeld in artikel 10.

HOOFDSTUK 7. - Procedure
Art.13. De steun, vermeld in artikel 4, 7 en 10, wordt uiterlijk uitbetaald op 30 september 2022.

HOOFDSTUK 8. - Slotbepaling
Art.14. De bevoegde entiteit vordert de uitbetaalde steun, vermeld in artikel 4, 7 en 10, terug, in de gevallen, vermeld in artikel 13 van de wet van 16 mei 2003 tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof.

Art. 15. De Vlaamse minister, bevoegd voor de landbouw, is belast met de uitvoering van dit besluit.