Details





Titel:

20 MEI 2022. - Koninklijk besluit tot wijziging van bijlage 1 van het koninklijk besluit van 20 december 2007 tot bepaling van de modaliteiten van de vereenvoudigde administratieve procedure van betaling van geldboetes ingesteld door de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle



Inhoudstafel:


Art. 1-2
BIJLAGE.
Art. N1



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2007000689 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In het koninklijk besluit van 20 december 2007 tot bepaling van de modaliteiten van de vereenvoudigde administratieve procedure van betaling van geldboetes ingesteld door de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle wordt bijlage I vervangen door de bijlage gevoegd bij dit besluit.

Art.2. De minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.


BIJLAGE.
Art. N1. Bijlage 1 tot vaststelling van de lijst met bepalingen waarvan de inbreuk aanleiding kan geven tot een procedure van vereenvoudigde administratieve boetes
  1. Het bedrag van de vereenvoudigde administratieve boete wordt vastgesteld op 250 euro per inbreuk.
  2. De inbreuken die het voorwerp kunnen uitmaken van een vereenvoudigde administratieve boete worden opgenomen in de volgende tabellen:
  Tabel 1: Inbreuken op het koninklijk besluit van 20 juli 2001 houdende algemeen reglement op de bescherming van de bevolking, van de werknemers en het leefmilieu tegen het gevaar van de ioniserende stralingen


ArtikelsBeschrijving van de inbreuk
Art. 5.5Wijziging van de aanstelling van het hoofd van de inrichting/ het hoofd van de fysische controle werd niet meegedeeld aan het Agentschap.
16bis.Langdurige onderbreking van een vergunde activiteit werd niet gemeld aan het Agentschap.
17.1Stopzetting van (een) vergunde activiteit(en) werd niet gemeld aan het Agentschap en/of NIRAS en/of aan de in artikel 6.8, 7.5 of 9.5 aangeduide autoriteiten.
 De melding van de stopzetting van de activiteiten bevat geen aanwijzing van de bestemming die de verwijdering, de recyclage of het hergebruik van het radioactief afval onder bevredigende voorwaarden waarborgt.
23.1.6.De documentatie wordt niet gedurende dertig jaar op de zetel van de onderneming bewaard.
 De documentatie werd niet aan het Agentschap bij stopzetting van alle activiteiten overgemaakt.
 De exploitant beschikt niet over een inventaris van alle in de inrichting aanwezige toestellen die ioniserende straling kunnen uitzenden.
 De exploitant beschikt niet over een inventaris van alle in de inrichting aanwezige toestellen voor radiotherapie en nucleaire geneeskunde die geen ioniserende straling uitzenden.
 De exploitant beschikt niet over een inventaris van alle radioactieve afvalstoffen die zijn afgevoerd, met inbegrip van de afvalstoffen die kunnen worden verwijderd, gerecycleerd of hergebruikt met toepassing van artikel 35.2 van het ARBIS.
 De exploitant beschikt niet over een permanent documentatiesysteem.
23.1.7 § 2De in artikel 23.1.5, b), 1. bedoelde goedgekeurde risicoanalyse gericht op de stralingsbescherming en/of de in artikel 23.1.5, b), 2. bedoelde programma's voor het individueel dosimetrisch toezicht en programma's voor de basisopleiding en permanente vorming werden niet aan de erkende arbeidsarts overgemaakt.
25.1.1De informatie wordt niet minstens éénmaal per jaar opgefrist.
 De exploitant verstrekt geen enkele informatie in het kader van de stralingsbescherming voor het gebruik van zijn werknemers of zijn externe werkers.
 De informatie wordt niet schriftelijk ter beschikking gesteld.
25.1.3De onderrichtingen betreffende de bediening en de uitbating van de installatie worden niet zichtbaar aangeplakt.
25.2De informatie wordt niet minstens eens om de drie jaar opgefrist.
27ter.5 1°De exploitant beschikt niet over een geactualiseerde inventaris van de radioactieve stoffen die een overzicht bevat van de opname en verwijdering van elke radioactieve stof in de buitenopslag en die de volledige duurtijd van de buitenopslag beslaat.
29.3De grondplannen worden niet zichtbaar aangeplakt bij de ingang van de lokalen van de gebouwen waar een gecontroleerde zone bestaat en/of in de administratieve gebouwen.
 De plannen duiden niet alle gecontroleerde zones, plaatsen van de vaste bronnen van ioniserende straling en/of alle normale uitgangen en nooduitgangen aan.
31.1Het waarschuwingspaneel staat niet bij elke toegang tot een gecontroleerde zone.
 Het waarschuwingspaneel komt niet voor op alle toegangsdeuren van de lokalen waarin één of meerdere radioactieve stoffen worden gebruikt.
 Het waarschuwingspaneel komt niet voor op alle containers met radioactieve stoffen.
 Het waarschuwingsteken komt niet voor op elk toestel dat ioniserende stralingen uitzendt, met uitzondering van de toestellen die de inrichtingen waar zij in bezit gehouden of aangewend worden kunnen doen indelen onder de inrichtingen van klasse IV bedoeld bij artikel 3.1.d).
31.2Het waarschuwingsteken komt niet voor op alle door artikel 31.2 voorgeschreven plaatsen.
31.3De vermeldingen ''Zeer hoge stralingsintensiteit'', ''Hoge stralingsintensiteit'', ''Ioniserende stralingen'' en/of ''Gevaar voor radioactieve besmetting'' werden niet zichtbaar en leesbaar onder het waarschuwingsteken aangebracht.
 In geval van ''Zeer hoge stralingsintensiteit'' en wanneer de toegang tot het lokaal niet alleen mogelijk is na toelating van een bevoegd persoon of onder toezicht van de dienst voor fysische controle en de vermelding niet gepaard gaat met een geluids- en/of visuele signalisatie die permanent werkt of in werking treedt van zodra iemand het lokaal binnentreedt.
31.4Op het recipiënt dat radioactieve stoffen bevat werden de door artikel 31.4 vereiste inlichtingen niet op zichtbare wijze aangebracht.
31.6De informatie voor vrouwen tijdens hun zwangerschap en borstvoeding werden niet uitgehangen op de daartoe in overleg met de deskundige erkend in fysische controle en de erkende arts geschikt geachte plaatsen.
34.3Vloeibare radioactieve afvalstoffen werden niet opgeslagen in hermetisch gesloten recipiënten.
34.4De maatregelen die noodzakelijk zijn om elk risico op verspreiding van vloeibare radioactieve stoffen te vermijden, werden niet getroffen.
 De maatregelen die noodzakelijk zijn om te voorkomen dat de radioactieve vloeistoffen ongecontroleerd zouden gaan gisten, werden niet getroffen.
35.1De vaste radioactieve afvalstoffen worden niet zorgvuldig verzameld in hermetisch gesloten recipiënten waardoor er geen voldoende bescherming wordt geboden.
 De verwijdering van de vaste radioactieve afvalstoffen gebeurt via de oppervlaktewateren, de riolen en de collectoren.
35.5De in artikel 35.5 vermelde informatie werd niet systematisch geïnventariseerd door de exploitant.
 Het overzicht van de afvalstoffen die tijdens het voorbije jaar werden vrijgegeven, werd niet voor 1 maart overgemaakt.
37.1De radioactieve vloeibare of vaste afvalstoffen worden opgeslagen en bewaard in niet goed gesloten recipiënten.
37.3Recipiënt(en) voor radioactieve afvalstoffen werden niet hermetisch afgesloten.
37.4De exploitant houdt geen inventaris bij van de radioactieve afvalstoffen die werden ondergebracht in de opslagplaatsen en evenmin van deze die werden verwijderd.
75/2.1De inventaris bedoeld in artikel 27bis bevat niet de gegevens van een of meerdere ingekapselde bronnen.
75/2.2De afgedankte ingekapselde bron(nen) werd(en) niet binnen de vijf jaar na de uitgebruikname opnieuw in gebruik genomen of fysiek overgedragen.
75/2.3In het geval van een fysieke overdracht van een ingekapselde bron van de ene houder naar de andere is de exploitant niet voor elke afgedankte ingekapselde bron in het bezit van een overnamecertificaat.
75/2.4Een afgedankte ingekapselde bron waarvan de geldigheid van het 'speciale vorm'-certificaat dreigt te vervallen binnen de evacuatieperiode van 5 jaar na uitgebruikname, waarvan sprake in art. 75/2.2, werd niet vóór het verval van de effectieve geldigheid van het 'speciale vorm'-certificaat overgedragen.
75/2.6Het uniek bronnummer waarvan sprake in artikel 75/1, 1° werd niet aangebracht op de broncontainer die de bron bevat en er werd geen alternatieve aanpak gehanteerd die de identificatie van de aanwezige bron in de broncontainer mogelijk maakt.
75/2.7Er werd door de exploitant geen uniek bronnummer toegekend voor een bron waaraan door de fabrikant evenmin een uniek bronnummer werd toegekend.
Tabel 2 : Inbreuken op het koninklijk besluit van 24 maart 2009 tot regeling van de invoer, de doorvoer en de uitvoer van radioactieve stoffen


ArtikelsBeschrijving
4Niet-naleving van de modaliteiten voor het opstellen en overmaken van de invoerrapporten.
5Niet-naleving van de bepalingen m.b.t. de door het FANC aangeduide douanekantoren.
14.1Niet-verzending of niet naleving van de termijn voor de verzending van de ontvangstbevestiging voor radioactief afval of verbruikte splijtstof door de bestemmeling.
15.2Niet-verzending of niet naleving van de termijn voor de verzending van de ontvangstbevestiging voor radioactief afval of verbruikte splijtstof door de bestemmeling.
Tabel 3 : Inbreuken op het koninklijk besluit van 14 oktober 2011 betreffende het opsporen van radioactieve stoffen in bepaalde materiaal- en afvalstromen, en betreffende het beheer van weesbrongevoelige inrichtingen


ArtikelsBeschrijving
Art. 5. § 1Register van de opgeslagen radioactieve stoffen:
  Een register van alle radioactieve stoffen die tijdelijk op site worden opgeslaan, wordt niet bijgehouden.
Art. 5. § 2Register van de opgeslagen radioactieve stoffen:
  Het register van de radioactieve stoffen aanwezig op site is onvolledig.
Art. 7. § 1Maatregelen betreffende interventies - Terugsturen verboden:
  De lading werd - na het herkennen van een radioactieve of het vermoeden van herkennen ervan, of in voorkomend geval, een alarm van een meetinstrument, teruggestuurd naar de aanbieder van de lading, de leverancier, de vervoerder of de afzender.
Art. 7. § 3Maatregelen betreffende interventies - Melding van het terugsturen:
  De terugzending van de lading werd niet ter kennis gebracht aan het Agentschap.
Art. 8. § 1Maatregelen betreffende interventies - Aanstelling van de intervenanten:
  De uitbater heeft geen intervenant aangesteld.
Art. 9. § 1Maatregelen betreffende interventies - Waakzaamheidsprocedure:
  De uitbater heeft geen waakzaamheidsprocedure opgesteld.
Art. 9. § 2Maatregelen betreffende interventies - Waakzaamheidsprocedure:
  De waakzaamheidsprocedure is onvolledig.
Art. 10. § 3Maatregelen betreffende interventies - Modaliteiten:
  Tijdens de interventie mag niet gerookt, gedronken of gegeten worden.
Art. 10. § 4Maatregelen betreffende interventies - Opslag en afvoer:
  De radioactieve stoffen worden niet afgevoerd hoewel de voorwaarden van het Agentschap niet kunnen worden nageleefd.
Art. 10. § 4Maatregelen betreffende interventies - Opslag en afvoer:
  De uitbater heeft de afvoer van de radioactieve stoffen niet geregeld binnen het jaar na het ontdekken van de radioactieve stof.
Art. 14. § 1Plaatsing en gebruik van een meetinstrument voor de detectie van radioactieve stoffen:
  De uitbater heeft zijn inrichting niet uitgerust met een meetinstrument.
Art. 14. § 1Plaatsing en gebruik van een meetinstrument voor de detectie van radioactieve stoffen:
  De uitbater heeft zijn meetinstrument niet laten registreren bij het FANC.
Art. 14. § 1Plaatsing en gebruik van een meetinstrument voor de detectie van radioactieve stoffen:
  De uitbater heeft zijn meetinstrument en de andere meetapparaten gebruikt voor het meten van radioactiviteit niet minsten 1 keer per jaar laten onderhouden en kalibreren.
Art. 14. § 1Plaatsing en gebruik van een meetinstrument voor de detectie van radioactieve stoffen:
  De uitbater controleert de goede werking van het meetinstrument niet maandelijks.
Art. 14. § 1Plaatsing en gebruik van een meetinstrument voor de detectie van radioactieve stoffen:
  De uitbater controleert niet alle aangevoerde weesbrongevoelige stromen.
Art. 14. § 1Plaatsing en gebruik van een meetinstrument voor de detectie van radioactieve stoffen:
  De uitbater controleert niet de afgevoerde weesbrongevoelige stromen.
Art. 14. § 2Plaatsing en gebruik van een meetinstrument voor de detectie van radioactieve stoffen - FANC richtlijnen De uitbater leeft de richtlijnen van het FANC niet na.
Art. 16Plaatsing en gebruik van een meetinstrument voor de detectie van radioactieve stoffen:
  De uitbater maakt de lijst van homogene alarmen niet trimestrieel over aan het FANC.
Art. 18Algemene kwaliteits- en performantievereisten - Automatische detectie:
  Het meetinstrument detecteert niet automatisch de aanwezigheid van radioactieve stoffen, getransporteerd door voertuigen.
Art. 19Algemene kwaliteits- en performantievereisten - Gammastraling:
  Het meetinstrument is niet gevoelig voor gammastraling.
Art. 20Algemene kwaliteits- en performantievereisten - Vergelijking met het niveau van de achtergrondstraling:
  Het meetinstrument vergelijkt het stralingsniveau dat gemeten wordt wanneer het voertuig in het detectiegebied aanwezig is, niet met het niveau van de achtergrondstraling dat gemeten wordt wanneer het detectiegebied verlaten is/
Art. 21Algemene kwaliteits- en performantievereisten - Aanpassing van de alarmdrempel:
  Het meetinstrument doet geen automatische aanpassing van de alarmdrempel als gevolg van een continue meting van de achtergrondstraling.
Art. 22Algemene kwaliteits- en performantievereisten - Aangepaste sensoren :
  Er zijn geen sensoren aanwezig op het meetinstrument opdat het zou weten wanneer op de aanwezigheid van radioactieve stoffen moet gecontroleerd worden of wanneer het achtergrondniveau moet gecontroleerd worden.
Art. 23Vereisten inzake de installatie, de werking, de kalibratie en de testen : Het meetinstrument is niet zo geïnstalleerd dat het voertuig verplicht is om vlak naast of tussen de detectoren door te passeren.
Art. 24Vereisten inzake de installatie, de werking, de kalibratie en de testen :
  Tijdens de detectiemeting wacht het volgende voertuig niet op ten minste 5m afstand van de aanwezigheidssensoren.
Art. 25Vereisten inzake de installatie, de werking, de kalibratie en de testen : Het meetinstrument is niet zodanig geïnstalleerd dat het werkingsgebied van de detector niet belemmerd wordt.
Art. 26Vereisten inzake de installatie, de werking, de kalibratie en de testen :
  De alarmindicaties zijn niet duidelijk zichtbaar voor de personen die de inspectiepunten bemannen.
Art. 27Vereisten inzake voertuigdetectoren :
  Het meetinstrument is niet aangepast aan de afmetingen van het voertuig en aan de afscherming die deze voertuigen met zich meebrengen.
Art. 28Vereisten inzake voertuigdetectoren:
  Het meetinstrument is niet aangepast aan de aard van de opzoeking of aan de zones van het voertuig die onderzocht moeten worden.
Art. 29Vereisten inzake voertuigdetectoren:
  De afstand tussen beide detectoren mag maximum 6 m bedragen.
Art. 30Vereisten inzake voertuigdetectoren:
  De middelen die het meetinstrument beschermen tegen beschading door de voertuigen, belemmeren het detectiegebied.
Art. 31Vereisten inzake voertuigdetectoren:
  De aanwezigheidsdetector is niet zodanig geplaatst dat hij alleen geactiveerd wordt wanneer het detectiegebied van het meetinstrument bezet wordt en niet wanneer er andere voertuigen in de omgeving passeren.
Tabel 4 : Inbreuken op het koninklijk besluit van 12 juli 2015 betreffende radioactieve producten voor IN VITRO of IN VIVO gebruik in de geneeskunde, in de diergeneeskunde, in een klinische proef of in een klinisch onderzoek


ArtikelsBeschrijving
  
25De resultaten van de door de radiofarmaceut uitgevoerde controles worden niet minstens gedurende 10 jaar in een register bijgehouden.
26Het trimestrieel overzicht wordt niet aan het FANC overgemaakt.
51De resultaten van de door de radiofarmaceut uitgevoerde controles worden niet minstens gedurende 10 jaar in een register bijgehouden.
Tabel 5 : Inbreuken op het koninklijk besluit van 22 oktober 2017 betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen van de klasse 7 de ADN, ADR, IMDG, RID en ICAO


ArtikelsBeschrijving van de inbreuk
  
16Kopie van de toestemming tot afwijking ontbreekt tijdens transport.
37Niet-naleving van de modaliteiten voor het versturen van de maandelijkse rapporten.
58Niet-naleving van de modaliteiten m.b.t. het melden van transporten.
62Niet-naleving van de voorwaarden voor de stuwage van de colli tijdens de onderbreking van het transport op een onderbrekingsplaats.
126, al 1Niet-naleving van de modaliteiten voor de melding van de fabricage van een verpakking.
130Niet-naleving van de modaliteiten voor de melding van het serienummer van een verpakking.
131Niet-naleving van de modaliteiten voor de melding van het eerste gebruik in België voor een goedgekeurd model van collo.
133Niet-naleving van de modaliteiten voor de melding van niet goedgekeurde modellen van collo.


Artikels KB Artikels ADN Beschrijving van de inbreuk
Artikel 6 Het vervoer van gevaarlijke goederen van de klasse 7 dient te gebeuren overeenkomstig de bepalingen van de van kracht zijnde internationale overeenkomsten en reglementen voor het vervoer van gevaarlijke goederen.   
 1.7.2.4 Niet dragen van een dosimeter.
 1.16 Ontbreken van een kopie van het certificaat van goedkeuring voor het schip.
 5.1.2 Niet-naleving van de bepalingen voor het gebruik van oververpakkingen.
 5.1.3.2 Niet-naleving van de voorwaarden voor de decontaminatie van containers, tanks, verpakkingen en oververpakkingen.
 5.1.5 Niet-naleving van de algemene voorschriften voor de klasse 7.
 5.2.1.1 Niet-naleving van de voorschriften m.b.t. de kenmerking van colli/oververpakkingen/ containers.
 5.2.1.2 Niet-naleving van de voorschriften m.b.t. de kenmerking van colli/ oververpakkingen/ containers:
  het kenmerk is niet correct zichtbaar, onleesbaar of niet bestand tegen weer en wind.
 5.2.1.7 Niet-naleving van de bijzondere bepalingen m.b.t. de kenmerking van radioactieve stoffen.
 5.2.1.10 Niet-naleving van de bepalingen m.b.t. de richtinggevende pijlen.
 5.2.2.2 Niet-naleving van de voorschriften m.b.t. de etikettering van colli/ oververpakkingen/ containers.
 5.3.1 Niet-naleving van de voorschriften m.b.t. de grote etiketten.
 5.3.2 Niet-naleving van de voorschriften m.b.t. de oranje borden.
 5.4.0 Niet-naleving van de algemene bepalingen m.b.t. de het vervoersdocument.
 5.4.1.1 Niet-naleving van de bepalingen m.b.t. de algemene informatie die op het vervoersdocument moet worden vermeld.
 5.4.1.2.5 Niet-naleving van de aanvullende bepalingen m.b.t. de klasse 7 die op het vervoersdocument moeten worden vermeld.
 5.4.1.4 Niet-naleving van de bepalingen m.b.t. de vorm en taal van het vervoersdocument.
 5.4.2 Ontbreken van het container - of voertuigbeladingscertificaat.
 5.4.3 Niet-naleving van de bepalingen m.b.t. de schriftelijke instructies.
 5.4.4 Niet-naleving van de bepalingen m.b.t. het bewaren van de informatie over het vervoer van gevaarlijke goederen.
 7.1.5 Niet-naleving van de operationele aanvullende voorschriften.
 7.2.4 Niet-naleving van de aanvullende voorschriften m.b.t. het laden, vervoer, lossen en de overige behandeling van de lading.
 8.1.2.1 Ontbreken van boorddocumenten.
 8.1.2.2 Ontbreken van boorddocumenten van drogeladingschepen.
 8.1.2.3 Ontbreken van boorddocumenten van tankschepen.
 8.1.4 Niet-naleving van de bepalingen m.b.t. de brandblusinstallatie.
 8.1.5 Niet-naleving van de bepalingen m.b.t. de speciale uitrusting.
 8.2.1 Niet-naleving van de voorschriften m.b.t. de opleiding van deskundigen.
 8.3 Niet-naleving van de diverse voorschriften die door de bemanning van het schip in acht moeten worden genomen.


Artikels KB Artikels ADR Beschrijving van de inbreuk
Artikel 6 Het vervoer van gevaarlijke goederen van de klasse 7 dient te gebeuren overeenkomstig de bepalingen van de van kracht zijnde internationale overeenkomsten en reglementen voor het vervoer van gevaarlijke goederen   
 1.7.2.4 Niet dragen van een dosimeter.
 5.1.2 Niet-naleving van de bepalingen m.b.t. het gebruik van de oververpakkingen.
 5.1.3.2 Niet-naleving van de voorwaarden voor de decontaminatie van de containers, tanks, verpakkingen en oververpakkingen.
 5.1.5 Niet-naleving van de algemene voorschriften voor de klasse 7.
 5.2.1.1 Niet-naleving van de voorschriften m.b.t. de kenmerking van colli/ oververpakkingen/ containers.
 5.2.1.2 Niet-naleving van de voorschriften m.b.t. de kenmerking van colli/ oververpakkingen/ containers:
  Het kenmerk is niet correct zichtbaar, onleesbaar en niet bestand tegen weer en wind.
 5.2.1.7 Niet-naleving van de bijzondere bepalingen m.b.t. de kenmerking van radioactieve stoffen.
 5.2.1.10 Niet-naleving van de bepalingen m.b.t. de richtinggevende pijlen.
 5.2.2.1 Niet-naleving van de bepalingen m.b.t. de etikettering van colli/oververpakkingen/containers.
 5.2.2.2 Niet-naleving van de bepalingen m.b.t. de etiketten van colli/oververpakkingen/containers.
 5.3.1 Niet-naleving van de bepalingen m.b.t. de grote etiketten.
 5.3.2 Niet-naleving van de bepalingen m.b.t. de oranje signalisatie.
 5.4.0 Niet-naleving van de algemene bepalingen m.b.t. het vervoersdocument.
 5.4.1.1 Niet-naleving van de bepalingen m.b.t. de algemene gegevens die op het vervoersdocument moet worden vermeld.
 5.4.1.2.5 Niet-naleving van de bijkomende bepalingen m.b.t. de klasse 7 die op het vervoersdocumentmoet worden vermeld.
 5.4.1.4 Niet-naleving van de bepalingen m.b.t. de vorm en taal van het vervoersdocument.
 5.4.2 Ontbreken van het container- of voertuigbeladingscertificaat.
 5.4.3 Niet-naleving van de bepalingen m.b.t. de schriftelijke richtlijnen.
 5.4.4 Niet-naleving van de bepalingen m.b.t. het bewaren van de informatie over het vervoer van gevaarlijke goederen.
 7.5.7 Niet-naleving van de regels m.b.t. de behandeling en stuwage van de gevaarlijke goederen.
 7.5.9 Niet-naleving van het rookverbod tijdens de behandeling.
 7.5.11 CV33 Niet-naleving van de bijkomende bepalingen m.b.t. de klasse 7.
 8.1.2.1 Ontbreken van boorddocumenten in de transporteenheid.
 8.1.2.2 Ontbreken van boorddocumenten in de transporteenheid:
  Keuringsdocument, opleidingscertificaat van de bestuurder of kopie van het akkoord van de bevoegde autoriteit.
 8.1.3 Ontbreken van grote etiketten en/of oranje signalisatie.
 8.1.4 Niet-naleving van de bepalingen m.b.t. de brandblusmiddelen.
 8.1.5.2 Ontbrekende of niet-conforme diverse uitrusting en/of uitrusting voor individuele bescherming.
 8.1.5.3 Ontbrekende of niet-conforme bijkomende uitrusting.
 8.2.3 Ontbreken van een opleiding voor de andere personeelsleden dan de bestuurder.
 8.3 Niet-naleving van de diverse voorschriften die door de bemanning van het voertuig moeten worden nageleefd.
 8.4.1 Niet-naleving van de voorschriften m.b.t. de bewaking van de voertuigen.
 8.5 S5 Niet-naleving van de gemeenschappelijke bijzondere bepalingen voor het vervoer van gevaarlijke goederen van de klasse 7 in uitgezonderde colli.
 8.5 S6 Niet-naleving van de gemeenschappelijke bijzondere bepalingen voor het vervoer van gevaarlijke goederen van de klasse 7 in andere dan uitgezonderde colli.
 8.5 S11 Niet-naleving van de aanvullende voorschriften m.b.t. de klasse 7: opleiding gelijkwaardig aan de specialisatiecursus.
 8.5 S12 Niet-naleving van de aanvullende voorschriften m.b.t. de klasse 7: aangepaste sensibiliseringsopleiding voor de bestuurders, bevestigd met een certificaat verstrekt door de werkgever.
 8.5 S21 Niet-naleving van de aanvullende voorschriften m.b.t. de klasse 7: vrijstelling van de naleving van hoofdstuk 8.4 m.b.t. de bewaking van de voertuigen.


Artikels KB Artikels IMDG Beschrijving
Artikel 6 Het vervoer van gevaarlijke goederen van de klasse 7 dient te gebeuren overeenkomstig de bepalingen van de van kracht zijnde internationale overeenkomsten en reglementen voor het vervoer van gevaarlijke goederen   
 1.5.2.4 Niet dragen van een dosimeter.
 5.1.2 Niet-naleving van de bepalingen m.b.t. het gebruik van oververpakkingen.
 5.1.3.2 Niet-naleving van de voorwaarden voor de decontaminatie van containers, tanks, verpakkingen en oververpakkingen.
 5.1.5 Niet-naleving van de algemene voorschriften voor klasse 7.
 5.2.1.1 Niet-naleving van de voorschriften m.b.t. de kenmerking van colli/oververpakkingen/ containers.
 5.2.1.2 Niet-naleving van de voorschriften m.b.t. de kenmerking van colli/oververpakkingen/ containers:
  Containers: het kernmerk is niet correct zichtbaar, onleesbaar, of niet contrasterend of slecht geplaatst.
 5.2.1.5 Niet-naleving van de bijzondere voorschriften m.b.t. het kenmerken van klasse 7.
 5.2.1.6 Niet-naleving van de bijzondere kenmerkingsvoorschriften voor mariene milieuverontreinigende stoffen.
 5.2.1.7 Niet-naleving van de bepalingen m.b.t. de richtinggevende pijlen.
 5.2.2.1 Niet-naleving van de bepalingen m.b.t. de etiketteringsvoorschriften van colli/oververpakkingen/ containers.
 5.2.2.2 Niet-naleving van de voorschriften voor de etiketten voor colli/oververpakkingen/containers.
 5.3.1 Niet-naleving van de bepalingen m.b.t. de grote etiketten voor de klasse 7.
 5.3.2 Niet-naleving van de bepalingen m.b.t. de kenmerking van laadeenheden.
 5.4.1.1 Niet-naleving van de algemene bepalingen m.b.t. het vervoersdocument.
 5.4.1.2 Niet-naleving van de bepalingen m.b.t. de vorm van het vervoersdocument.
 5.4.1.3 Niet-naleving van de bepalingen m.b.t. de namen en adressen van de afzenders en bestemmelingen, de datum en inlichtingen in het vervoersdocument.
 5.4.1.4 Niet-naleving van de bepalingen m.b.t. de algemene inlichtingen die op het vervoersdocument moeten worden vermeld.
 5.4.1.5.7 Niet-naleving van de aanvullende bepalingen m.b.t. de klasse 7 die op het vervoersdocument moeten worden vermeld.
 5.4.2 Ontbreken van het container- of voertuigbeladingscertificaat.
 5.4.3 Niet-naleving van de bepalingen m.b.t. de aan boord van het schip vereiste documentatie.
 5.4.4 Niet-naleving van de bepalingen m.b.t. andere informatie en documentatie.
 5.4.5 Niet-naleving van de bepalingen m.b.t. de inhoud van het Multimodaal formulier gevaarlijke goederen.
 5.4.6 Niet-naleving van de bepalingen m.b.t. het bewaren van informatie en documentatie m.b.t. het vervoer van gevaarlijke goederen.
 7.1 Niet-naleving van de algemene stuwagevoorschriften.
 7.2 Niet-naleving van de algemene segregatievoorschriften.
 7.3 Niet-naleving van de bepalingen m.b.t. de verzendingsoperaties.
 7.4 Niet-naleving van de voorschriften m.b.t. de stuwage en scheiding op de containerschepen.
 7.5 Niet-naleving van de voorschriften m.b.t. de stuwage en scheiding op de roll-on-roll-offschepen (RO-RO).
 7.6 Niet-naleving van de voorschriften m.b.t. de stuwage en scheiding op de cargoschepen.
 7.7 Niet-naleving van de voorschriften m.b.t. de stuwage en scheiding op de binnenvaartschepen.


Artikels KB Artikels RID Beschrijving
Artikel 6 Het vervoer van gevaarlijke goederen van de klasse 7 dient te gebeuren overeenkomstig de bepalingen van de van kracht zijnde internationale overeenkomsten en reglementen voor het vervoer van gevaarlijke goederen.   
 1.7.2.4 Niet dragen van een dosimeter.
 5.1.2 Niet-naleving van de bepalingen m.b.t. het gebruik van oververpakkingen.
 5.1.3.2 Niet-naleving van de voorwaarden voor de decontaminatie van containers, tanks, verpakkingen en oververpakkingen.
 5.1.5 Niet-naleving van de algemene bepalingen m.b.t. de klasse 7.
 5.2.1.1 Niet-naleving van de voorschriften m.b.t. het markeren van colli/oververpakkingen/ containers.
 5.2.1.2 Niet-naleving van de voorschriften m.b.t. het markeren van colli/ oververpakkingen/ containers:
  het merkteken is niet correct zichtbaar, onleesbaar, niet bestand tegen weer en wind, niet contrasterend, of slecht geplaatst.
 5.2.1.7 Niet-naleving van de bijzondere bepalingen m.b.t. het markeren van radioactieve stoffen.
 5.2.1.10 Niet-naleving van de bepalingen m.b.t. de oriëntatiepijlen.
 5.2.2.1 Niet-naleving van de voorschriften m.b.t. de etikettering van colli/ oververpakkingen/ containers.
 5.2.2.2 Niet-naleving van de voorschriften m.b.t. de etiketten van colli/ oververpakkingen/ containers.
 5.3.1 Niet-naleving van de voorschriften m.b.t. de grote etiketten.
 5.3.2 Niet-naleving van de voorschriften m.b.t. de oranje signalisatie.
 5.4.0 Niet-naleving van de algemene informatie m.b.t. het vervoersdocument.
 5.4.1.1 Niet-naleving van de bepalingen m.b.t. de algemene inlichtingen die op het vervoersdocument moeten worden vermeld.
 5.4.1.2.5 Niet-naleving van de bijkomende bepalingen m.b.t. de klasse 7 voor het vervoersdocument.
 5.4.1.4 Niet-naleving van de bepalingen m.b.t. de vorm en het taalgebruik van het vervoersdocument.
 5.4.2 Ontbreken van het verpakkingscertificaat van de container of van het voertuig.
 5.4.3 Niet-naleving van de bepalingen m.b.t. de schriftelijke richtlijnen.
 5.4.4 Niet-naleving van de bepalingen m.b.t. het bewaren van de gegevens betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen.
 7.5.7 Niet-naleving van de voorschriften voor de behandeling en stuwage van gevaarlijke goederen.
 7.5.11 CW33 Niet-naleving van de bijkomende voorschriften m.b.t. de klasse 7.


Artikels KB Artikels ICAO Beschrijving
Artikel 6 Het vervoer van gevaarlijke goederen van de klasse 7 dient te gebeuren overeenkomstig de bepalingen van de van kracht zijnde internationale overeenkomsten en reglementen voor het vervoer van gevaarlijke goederen.   
 Deel 1 § 6.2.4 Niet dragen van een dosimeter.
 Deel 5 § 1.1 Niet-naleving van de algemene vereisten opgelegd aan de afzender.
 Deel 5 § 1.2 Niet-naleving van de algemene bepalingen m.b.t. de klasse 7 opgelegd aan de afzender.
 Deel 5 § 1.4 Ontbreken van een opleiding voor het personeel van de afzender.
 Deel 5 § 2.1 & 2.2 Niet-naleving van de voorschriften m.b.t. de kenmerking van de colli.
 Deel 5 § 2.3 Niet-naleving van de voorschriften m.b.t. de richtinggevende pijlen.
 Deel 5 § 2.4.1 Niet-naleving van de voorschriften m.b.t. de kenmerking van de colli: ontbreken van het UN nummer en de officiële vervoersnaam.
 Deel 5 § 2.4.2 Niet-naleving van de voorschriften m.b.t. de kenmerking van de colli: ontbreken van de naam en adres van afzender of bestemming.
 Deel 5 § 2.4.4 Niet-naleving van de voorschriften m.b.t. de kenmerking van de colli: ontbreken van specifieke markeringen.
 Deel 5 § 2.4.5 Niet-naleving van de voorschriften m.b.t. de kenmerking van de colli: ontbreken van specifieke markeringen klasse 7.
 Deel 5 § 2.4.10 Niet-naleving van de voorschriften m.b.t. de kenmerking van de oververpakkingen.
 Deel 5 § 3.1 Niet-naleving van de voorschriften m.b.t. de etikettering van de colli.
 Deel 5 § 3.2 Niet-naleving van de voorschriften m.b.t. de plaatsing van de etiketten.
 Deel 5 § 3.3 Niet-naleving van de voorschriften m.b.t. de etikettering van de oververpakkingen.
 Deel 5 § 3.4 Niet-naleving van de voorschriften m.b.t. de verboden etikettering.
 Deel 5 § 3.5 Niet-naleving van de voorschriften m.b.t. de etiketten.
 Deel 5 § 3.6.1 Niet-naleving van de bijzondere bepalingen m.b.t. de etikettering van containers geladen met gevaarlijke goederen van de klasse 7.
 Deel 5 § 4.1.1 Niet-naleving van de algemene informatie over het vervoersdocument.
 Deel 5 § 4.1.2 Niet-naleving van de bepalingen m.b.t. de vorm van het vervoersdocument.
 Deel 5 § 4.1.3 Niet-naleving van de bepalingen m.b.t. de namen en adressen van de afzenders en bestemmelingen vermeld op het vervoersdocument.
 Deel 5 § 4.1.4 Niet-naleving van de bepalingen m.b.t. de algemene inlichtingen die op het vervoersdocument moeten worden vermeld.
 Deel 5 § 4.1.5.7 Niet-naleving van de bijkomende bepalingen m.b.t. de klasse 7 die op het vervoersdocument moeten worden vermeld.
 Deel 5 § 4.2 Niet-naleving van de bepalingen m.b.t. het document " Air Waybill ".
 Deel 5 § 4.4 Niet-naleving van de bepalingen m.b.t. het bewaren van gegevens over het vervoer van gevaarlijke goederen.
 Deel 7 § 2.1 Niet-naleving van de bepalingen m.b.t. het laden van gevaarlijke goederen in de cockpit of de cabine van een passagiersvliegtuig.
 Deel 7 § 2.2 Niet-naleving van de bepalingen m.b.t. niet compatibele gevaarlijke goederen.
 Deel 7 § 2.4 Niet-naleving van de bepalingen m.b.t. het laden en stuwage van gevaarlijke goederen.
 Deel 7 § 2.6 Niet-naleving van de bepalingen m.b.t. de zichtbaarheid van de kenmerking en de etiketten.
 Deel 7 § 2.9 Niet-naleving van de bijzondere bepalingen m.b.t. het vervoer van radioactieve stoffen.
 Deel 7 § 4.11 Niet-naleving van de bepalingen m.b.t. het bewaren van gegevens m.b.t. het vervoer van gevaarlijke goederen.
Tabel 6 : Inbreuken op het koninklijk besluit van 13 februari 2020 betreffende de medische blootstellingen en blootstellingen bij niet-medische beeldvorming met medisch-radiologische uitrustingen


ArtikelsBeschrijving
21 § 1De mogelijke begeleiders en verzorgers zijn niet, of niet correct/volledig geïnformeerd.
22 § 1Diagnose en therapie met een radioactief product: geen schriftelijke instructies gegeven, of inhoud niet conform met het technisch reglement, of inhoud niet goedgekeurd door de deskundige erkend in de medische stralingsfysica en de deskundige erkend in de fysische controle.
22 § 2Therapie met een radioactief product: geen ontslagkaart verstrekt, of inhoud niet conform met technisch reglement.
27Geen schriftelijke procedures voor de medische radiologische handelingen.
28 § 1Procedure om de patiëntdosis te kunnen schatten (gevalideerd door deskundige erkend in de medische stralingsfysica) ontbreekt.
28 § 2Blootstellingsgegevens maken geen deel uit van het onderzoeks- of behandelingsverslag van de patiënt.
29 § 1Procedure om te kunnen deelnemen aan de periodieke dosisstudies ontbreekt.
29 § 2Procedure voor vergelijking met diagnostische referentieniveaus + analyse/acties ontbreekt.
111 § 1Procedure om de patiëntdosis te kunnen schatten (gevalideerd door de deskundige erkend in de medische stralingsfysica) ontbreekt.
111 § 2De blootstellingsgegevens werden niet in het onderzoeksverslag opgenomen.
112 § 1Procedure om te kunnen deelnemen aan de periodieke dosisstudies ontbreekt.
112 § 2Procedure voor vergelijking met diagnostische referentieniveaus + analyse/acties ontbreekt.
Tabel 7 : Inbreuken op het koninklijk besluit van 20 juli 2020 tot vaststelling van de vorm, de inhoud, alsook van de beperkingen en modaliteiten voor de toegang tot en het gebruik van het blootstellingsregister en het stralingspaspoort en tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 juli 2001 houdende algemeen reglement op de bescherming van de bevolking, van de werknemers en van het leefmilieu tegen het gevaar van ioniserende stralingen


ArtikelsBeschrijving
17 § 2De externe onderneming heeft het stralingspaspoort niet aangevuld met de gegevens waarvan zij op de hoogte is/kennis neemt.
18Het stralingspaspoort werd niet aan de buitenlandse onderneming vóór de aanvang van de opdracht verstrekt.
19De buitenlandse onderneming heeft er niet op toegezien dat het stralingspaspoort werd aangevuld na de opdracht.
22De overeenkomst tussen de externe onderneming en de buitenlandse onderneming voldoet niet aan de voorwaarden.