Details





Titel:

6 MEI 2022. - 6 MEI 2022. Besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van de voorwaarden voor de toekenning van een subsidie aan het Fonds voor Bestaanszekerheid voor de Sociale Werkplaatsen en tot wijziging vanartikel 131quinquies van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende werkloosheidsreglementering en artikel 3 van het besluit van de Vlaamse regering van 27 oktober 1993 tot veralgemening van het stelsel van gesubsidieerde contractuelen, en tot opheffing van artikel 4bis van het koninklijk besluit van 3 mei 1999 tot uitvoering van artikel 7, § 1, derde lid, m, van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende demaatschappelijke zekerheid der arbeiders betreffende de herinschakeling van zeer moeilijk te plaatsen werklozen en artikel 49 van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2017 tot uitvoering van hetdecreet van 12 juli 2013 betreffende maatwerk bij collectieve inschakeling



Inhoudstafel:


Art. 1-8



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1993036401  1993036402  1999012432  2017011585 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. § 1. In dit artikel wordt verstaan onder:
  1° minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor de sociale economie.
  § 2. De minister kent aan het Fonds voor Bestaanszekerheid voor de Sociale Werkplaatsen, hierna fonds genoemd, een subsidie toe als al de volgende voorwaarden zijn vervuld:
  1° het fonds gebruikt de subsidie alleen om loonkosten van maatwerkbedrijven uit te betalen;
  2° de maatwerkbedrijven, vermeld in punt 1°, zijn erkend als sociale werkplaatsen en ressorteren sinds 21 september 2004 onder het paritair comité 327, subcomité 327.01;
  3° met de subsidie worden de loonkosten van personeelsleden gecompenseerd die door de maatwerkbedrijven, vermeld in punt 1°, in het kader van de sociale Maribelmaatregel voor 1 januari 2004 als bijkomende tewerkstelling zijn aangeworven.
  § 3. De toekenning van de subsidie is tijdelijk. De subsidie bedraagt:
  1° maximaal 1.400.000 euro voor het kalenderjaar 2023;
  2° maximaal 1.000.000 euro voor het kalenderjaar 2024.
  § 4. Het fonds bezorgt elk jaar een jaarverslag en een jaarplanning aan de minister waarin is bepaald volgens welke voorwaarden de middelen in het lopende jaar zullen worden uitbetaald aan de begunstigde ondernemingen.
  Het jaarverslag, vermeld in het eerste lid, licht de nominatieve verdeling van de middelen aan de begunstigde ondernemingen en ook de voortgang van de groei in tewerkstelling toe.
  Het fonds stort op eenvoudig verzoek de vergoeding terug als die niet wordt aangewend conform de doelstelling, vermeld in het eerste lid.

Art.2. In artikel 131 quinquies van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 21 januari 2002, wordt paragraaf 2 opgeheven.

Art.3. In artikel 3, § 1, van het besluit van de Vlaamse regering van 27 oktober 1993 tot veralgemening van het stelsel van gesubsidieerde contractuelen, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 1 februari 2008, 10 juli 2008 en 17 februari 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in punt 7 wordt de zinsnede "vermeld in artikel 3, 2°, b)," vervangen door de zinsnede "vermeld in artikel 3, 2°, a), en b),";
  2° punt 12 wordt opgeheven.

Art.4. Artikel 4bis van het koninklijk besluit van 3 mei 1999 tot uitvoering van artikel 7, § 1, derde lid, m, van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders betreffende de herinschakeling van zeer moeilijk te plaatsen werklozen, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 21 september 2004, wordt opgeheven.

Art.5. Artikel 49 van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2017 tot uitvoering van het decreet van 12 juli 2013 betreffende maatwerk bij collectieve inschakeling wordt opgeheven.

Art.6. Artikelen 2 en 4 treden in werking op 1 januari 2023.
  Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2022.

Art.7. Artikel 1 treedt buiten werking op 1 januari 2025.

Art. 8. De Vlaamse minister, bevoegd voor de sociale economie, is belast met de uitvoering van dit besluit.