29 APRIL 2022. - Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van maatregelen uit cao XII voor MVDP+
HOOFDSTUK 1. - Definities
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Maatregelen uit cao XII voor MVDP+
Afdeling 1. - Het gemeenschapsonderwijs
Art. 2-4
Afdeling 2. - Het gesubsidieerd vrij onderwijs
Art. 5-8
Afdeling 3. - Het gesubsidieerd officieel onderwijs
Art. 9-11
HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 juli 2008 betreffende de bestaanszekerheidsvergoeding voor busbegeleiders
Art. 12-13
HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen
Art. 14-15
HOOFDSTUK 1. - Definities
Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder:
1° bevoegde administratie: bevoegde dienst of ambtenaar van het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming;
2° cao XII: het protocol van 10 september 2021 betreffende de onderhandelingen die gevoerd werden betreffende een akkoord van sectorale sociale programmatie voor de jaren 2021-2024 voor de sector "Onderwijs" van de Vlaamse Gemeenschap tussen de Vlaamse Regering en de representatieve vakorganisaties ACOD onderwijs en ACOD Overheidsdiensten, FCSOD (en ACV Voeding en diensten) en VSOA onderwijs.
HOOFDSTUK 2. - Maatregelen uit cao XII voor MVDP+
Afdeling 1. - Het gemeenschapsonderwijs
Art.2. Binnen de kredieten die daarvoor jaarlijks beschikbaar zijn op de begroting, kunnen onder de voorwaarden, vermeld in artikel IV.55 van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016, dotaties worden toegekend aan de scholengroepen van het Gemeenschapsonderwijs.
Art.3. De scholengroepen van het Gemeenschapsonderwijs gebruiken de kredieten, vermeld in artikel 2 van dit besluit, voor de volgende doelstellingen:
1° een loonsverhoging van 1,1% toekennen aan de personeelsleden, vermeld in artikel IV.54 van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016, met uitzondering van de contractuele bedienden. Er wordt ook verder ingezet op vorming via het Vormingsfonds;
2° de eindejaarstoelage voor de personeelsleden, vermeld in artikel IV.54, 1° en 3°, van de voormelde codificatie, met uitzondering van de contractuele bedienden, verhogen tot een niveau dat bij benadering overeenstemt met ongeveer 80% van het maandsalaris;
3° een PlusPas ter beschikking stellen aan de personeelsleden, vermeld in artikel IV.54 van de voormelde codificatie;
4° het uurloon voor de personeelsleden voor- en naschoolse opvang van het Gemeenschapsonderwijs verhogen tot het niveau van het uurloon van de busbegeleiders van het Gemeenschapsonderwijs. Het budget wordt in eerste orde aangewend in het licht van vorming en daarna voor een eventuele versterking van de loon- en arbeidsvoorwaarden.
Art.4. De gemachtigde ambtenaren van het Ministerie van Onderwijs en Vorming kunnen altijd de bewijsstukken over de aanwending van de dotatie ter plaatse of op het centrale niveau van het Gemeenschapsonderwijs controleren.
Afdeling 2. - Het gesubsidieerd vrij onderwijs
Art.5. In deze afdeling wordt verstaan onder TWF-VOV: Tewerkstellingsfonds voor het Vrij Onderwijs Vlaanderen, vereniging zonder winstoogmerk, 0762.957.755, Anspachlaan 111, bus 14, 1000 Brussel.
Art.6. Binnen de kredieten die daarvoor jaarlijks beschikbaar zijn op de begroting, kunnen onder de voorwaarden, vermeld in artikel IV.55 van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016, subsidies worden toegekend aan TWF-VOV.
Art.7. De subsidies worden toegekend via ministerieel besluit en slechts voor advies aan de Inspectie van Financiën voorgelegd vanaf het bedrag van 7000 euro.
Art.8. TWF-VOV gebruikt de subsidies, vermeld in artikel 6 van dit besluit, voor de volgende doelstellingen:
1° de laagste lonen verhogen van de personeelsleden, vermeld in artikel IV.54 van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016, die zich engageren om een opleiding te volgen die door de sector erkend is. In 2021 kan deze loonsverhoging onder de vorm van een premie worden toegekend;
2° de eindejaarspremie verhogen tot drie keer het weekloon voor de personeelsleden, vermeld in artikel IV.54, 1° en 3°, van de voormelde codificatie;
3° een PlusPas ter beschikking stellen aan de personeelsleden, vermeld in artikel IV.54 van de voormelde codificatie;
4° de kosten dekken, verbonden aan de modernisering van de functieclassificatie van de personeelsleden, vermeld in artikel IV.54, 1° en 3°, van de voormelde codificatie.
Afdeling 3. - Het gesubsidieerd officieel onderwijs
Art.9. In deze afdeling wordt verstaan onder:
1° OVSG: Onderwijsvereniging van Steden en Gemeenten;
2° POV: Provinciaal Onderwijs Vlaanderen.
Art.10. Binnen de kredieten die daarvoor jaarlijks beschikbaar zijn op de begroting, kunnen onder de voorwaarden, vermeld in artikel IV.55 van de codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016, subsidies worden toegekend aan OVSG en POV.
Art.11. OVSG en POV gebruiken de subsidies, vermeld in artikel 10 van dit besluit, om een PlusPas ter beschikking te stellen aan de personeelsleden, vermeld in artikel IV.54, 2°, van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016.
HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 juli 2008 betreffende de bestaanszekerheidsvergoeding voor busbegeleiders
Art.12. In artikel 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 juli 2008 betreffende de bestaanszekerheidsvergoeding voor busbegeleiders, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 12 september 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° de zinsnede "5 euro voor" wordt vervangen door de zinsnede "10 euro voor";
2° de zin "Vanaf 1 juli 2014 wordt de bestaanszekerheidsvergoeding voor de eerste twintig dagen waarop de busbegeleider recht heeft, verhoogd met een bedrag van 5 euro." wordt opgeheven.
Art.13. In artikel 5, § 1 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 12 september 2014, wordt de zinsnede "het Paritair Comité 152" vervangen door de zinsnede "de paritaire subscomités 152.01 en 225.01".
HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen
Art.14. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 2021, met uitzondering van artikel 8, 4°, ervan, dat uitwerking heeft met ingang van 1 januari 2022.
Art. 15. De Vlaamse minister, bevoegd voor onderwijs en vorming, is belast met de uitvoering van dit besluit.