31 MAART 2022. - Besluit van de regering van de Franse Gemeenschap betreffende de opleiding van de animatoren en de coördinatoren van de vakantiecentra, de machtiging van de opleidingsinstellingen, de goedkeuring van de brevetten, de gelijkwaardigheid en de adviescommissie voor de opleiding in het kader van de gezondheidscrisis COVID-19
Art. 1-10
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
1° "het decreet": het decreet van 17 mei 1999 betreffende de vakantiecentra;
2° "het besluit": het besluit van de regering van de Franse Gemeenschap van 27 mei 2009 betreffende de opleiding van de animatoren en de coördinatoren van de vakantiecentra, de machtiging van de opleidingsinstellingen, de goedkeuring van de brevetten, de gelijkwaardigheid en de adviescommissie voor de opleiding.
Art.2. In afwijking van artikel 6 van het besluit en enkel voor de opleidingen waarvan een deel plaatsvindt in 2020, 2021 of 2022, zijn de praktische procedures van organisatie van de opleiding tot animator de volgende:
1° een theoretische opleiding van honderdvijftig uur en een praktische stage van honderdvijftig uur, gespreid over een periode van maximaal achtenveertig maanden;
2° minstens honderdtien uur theoretische opleiding, georganiseerd in een residentieel kader in minstens twee en ten hoogste acht periodes;
3° na minstens 40 uur theorie worden minstens één of twee praktijkstageperiodes van in totaal vijfenzeventig uur gevolgd.
Het aantal van honderdvijftig uren theoretische opleiding, vermeld in het eerste lid, 1°, wordt in een residentiële omgeving verwezenlijkt. Indien de organisatie van de opleiding echter om gezondheidsredenen moet worden aangepast in verband met COVID-19, kan een deel van de theoretische opleidingsuren buiten de woonplaats of via videoconferentie worden georganiseerd, met een door de jeugddienst verleende afwijking.
In geval van afwijking bedraagt het aantal uren theoretische opleiding in een niet-residentiële cursus maximaal 75 uur en het aantal uren videoconferentie maximaal 40 uur over de gehele cursus. Indien de residentiële uren onder deze afwijking vallen, wordt de inhoud van de in artikel 4 van het besluit bedoelde opleiding van animator aangevuld met inhoud die betrekking heeft op de residentiële vakantiecentra. Deze inhoud is goedgekeurd door de jeugddienst en omvat minstens de aspecten beheer van de animatie, logistiek en menselijke betrekkingen binnen het residentiële luik, alsmede zelfkennis in een residentiële structuur.
Het verzoek om een afwijking moet schriftelijk worden ingediend bij de Dienst Jeugd en moet minstens de volgende elementen omvatten: de redenen die het onmogelijk maken een residentiële cursus te organiseren, een beschrijving van de wijzigingen die in de cursus worden aangebracht en de aangepaste inhoud, en de wijze waarop de bijdragen van de residentiële cursus zullen worden gecompenseerd.
De termijn van achtenveertig maanden, bedoeld in het eerste lid, 1°, kan uitzonderlijk worden verlengd bij een door de Jeugddienst toegestane afwijking.
Art.3. In afwijking van artikel 11 van het besluit, en enkel voor opleidingen waarvan een deel plaatsvindt in 2020, 2021 of 2022, zijn de praktische procedures voor de organisatie van de coördinatoropleiding de volgende:
1° een eerste praktijkstage van minstens honderd uur als gebrevetteerd animator of gelijkwaardig in een overeenkomstig het decreet erkend vakantiecentrum, af te ronden vóór de eerste praktijkstage van vijfenzeventig uur als coördinator;
2° een theoretische opleiding van honderdvijftig uur, waarvan minstens honderdtien uur residentiële opleiding, gespreid over twee cycli. Elke cyclus omvat minstens:
a) 70 uur theoretische opleiding;
b) 75 uur praktijkstage als coördinator ;
c) acht uur theoretische opleiding met collectieve beoordeling.
De twee cycli, bedoeld in het eerste lid, 2°, duren in totaal minstens twaalf maanden en ten hoogste achtenveertig maanden. Zij worden als volgt georganiseerd:
1° tijdens de eerste opleidingscyclus moet de praktische opleiding onder toezicht staan van een gebrevetteerd coördinator of tijdens de tweede opleidingscyclus het voorwerp hebben uitgemaakt van een overeenkomst met de inrichtende macht van het vakantiecentrum. In deze overeenkomst worden de praktische regelingen voor de begeleiding gespecificeerd. De opleidingscommissie is belast met de opstelling van een model voor de opstelling van deze overeenkomst;
2° tijdens de tweede opleidingscyclus wordt de praktische stage als volwaardig coördinator, op de vlakte of via een verblijf uitgevoerd.
Het aantal van honderdtien uren theoretische opleiding, vermeld in lid 1, 2°, wordt in een residentiële omgeving gegeven. Indien de organisatie van de opleiding om gezondheidsredenen echter moet worden aangepast in verband met COVID-19, kunnen deze uren theoretische opleiding face-to-face of virtueel worden georganiseerd, met een door de jeugddienst verleende afwijking.
In het geval van een afwijking bedraagt het aantal uren theoretische opleiding in een niet-residentiële opleiding maximaal 55 uur en het aantal uren virtuele opleiding maximaal 40 uur over de gehele opleiding. Indien de residentiële uren onder deze afwijking vallen, wordt de inhoud van de in artikel 4 van het besluit bedoelde opleiding van animator aangevuld met inhoud die betrekking heeft op de residentiële vakantiecentra. Deze inhoud is goedgekeurd door de jeugddienst en omvat minstens de aspecten animatie, logistiek en menselijke betrekkingen binnen de residentiële structuur, alsmede zelfkennis in een residentiële toestand.
Het verzoek om een afwijking moet schriftelijk worden ingediend bij de Dienst Jeugd en moet minstens de volgende elementen omvatten: de redenen waarom de cursus niet als residentiële cursus kan worden georganiseerd, een beschrijving van de in de cursus aangebrachte wijzigingen en de aangepaste inhoud, en de wijze waarop de bijdragen van de niet-residentiële cursus zullen worden gecompenseerd.
Art.4. In afwijking van artikel 14 van het besluit geldt voor opleidingen die tussen 25 mei 2020 en 31 december 2022 worden georganiseerd, als minimumbegeleidingsnorm voor de theoretische opleidingsperiode één opleider per groep van twaalf deelnemers.
Art.5. In afwijking van artikel 17, § 1 van het besluit worden voor de praktijkstages die worden georganiseerd tussen 1 juli en 31 december 2022, indien de organisatie van het vakantiecentrum om gezondheidsredenen moet worden aangepast of onderbroken wegens COVID-19, de gepresteerde praktijkuren voor de praktijkstage gewaardeerd volgens de volgende berekening:
1° wanneer de praktische opleiding in een verblijf of in een kamp wordt gegeven, telt één dag met elf uren opvang als vijftien uren praktische opleiding;
2° wanneer de praktische opleiding op de vlakte wordt gegeven, telt één dag met zeven uren opvang als tien uren praktische opleiding.
Art.6. De minister van Jeugd is gemachtigd om de in dit besluit bedoelde termijnen te verlengen, doch uiterlijk tot het jaar 2023.
Art.7. Het besluit van de regering van de Franse Gemeenschap van 11 februari 2021 betreffende de opleiding van de animatoren en de coördinatoren van de vakantiecentra, de machtiging van de opleidingsinstellingen, de goedkeuring van de brevetten, de gelijkwaardigheid en de adviescommissie voor de opleiding in het kader van de gezondheidscrisis COVID-19 wordt opgeheven.
Art.8. Bij wijze van overgangsmaatregel worden de periodes die worden gepresteerd met toepassing van het besluit van de regering van de Franse Gemeenschap van 11 februari 2021 betreffende de opleiding van de animatoren en de coördinatoren van de vakantiecentra, de machtiging van de opleidingsinstellingen, de goedkeuring van de brevetten, de gelijkwaardigheid en de adviescommissie voor de opleiding in het kader van de gezondheidscrisis COVID-19 meegerekend in het aantal opleidingsuren bedoeld in de artikelen 2, 3 en 4, en dit tot het einde van de betrokken opleiding.
Art.9. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2022.
Art. 10. De Ministers bevoegd voor jeugd en kinde zijn belast met de uitvoering van dit besluit.