31 MAART 2022. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende het budgettair, financieel en boekhoudkundig beheer van de algemene dienst voor het erfgoed en het beheer van onroerende goederen
HOOFDSTUK I. - Definities
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Inleidende bepalingen
Art. 2
HOOFDSTUK 3. - Werking
Art. 3
HOOFDSTUK 4. - De begroting
Art. 4-7
HOOFDSTUK 5. - De rekeningen
Art. 8
HOOFDSTUK 6. - Beheer
Art. 9-11
HOOFDSTUK 7. - Slotbepalingen
Art. 12-13
HOOFDSTUK I. - Definities
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
1° decreet van 20 december 2011: het decreet van 20 december 2011 houdende de organisatie van de begroting en van de boekhouding van de diensten van de regering van de Franse Gemeenschap;
2° decreet van 18 januari 2017: het besluit van de regering van de Franse Gemeenschap van 18 januari 2017 tot vaststelling van de algemene voorschriften die van toepassing zijn op de begroting en de boekhouding van de administratieve diensten met een autonome boekhouding;
3° niet-schoolse infrastructuren: infrastructuren voor sport, cultuur, hulpverlening aan de jeugd, jeugd, justitiehuizen, administratieve en ministeriële kabinetten;
4° SGPGI: de Service général du Patrimoine et de la Gestion Immobilière, ingesteld als administratieve dienst met een autonome boekhouding bij het programmadecreet van 15 december 2021.
HOOFDSTUK 2. - Inleidende bepalingen
Art.2. Tenzij in dit besluit ervan afgeweken wordt, zijn de bepalingen van het besluit van 18 januari 2017 van toepassing op de SGPGI.
HOOFDSTUK 3. - Werking
Art.3. De werking van de SGPGI wordt waargenomen door het personeel van de Direction générale des Infrastructures - Direction générale du patrimoine et de la gestion de la propriété du ministère de la Communauté française.
De regering draagt alle werkings- en uitrustingskosten van de SGPGI.
HOOFDSTUK 4. - De begroting
Art.4. De begroting bestaat uit twee afdelingen:
1° de ontvangsten;
2° de uitgaven.
Art.5. De ontvangstenbegroting omvat ten minste:
1° de dotaties opgenomen in de begroting van de Franse Gemeenschap
2° de geraamde middelen voortvloeiend uit de interne verrichtingen bedoeld in artikel 68, 7°, van het decreet van 20 december 2011;
3° de geraamde vergoedingen die tijdens het begrotingsjaar ten voordele van de dienst zullen worden vastgesteld;
4° in voorkomend geval, de geraamde inkomsten die in contanten moeten worden geïnd.
Art.6. De bedragen ter stijving van de SGPGI worden ter beschikking gesteld van de ministers die belast zijn met het beheer van de niet-schoolse infrastructuren in hun toewijzing op een rekening geopend bij de kassier van de Franse Gemeenschap overeenkomstig artikel 23, eerste lid, van het besluit van 18 januari 2017.
De gedelegeerde ordonnateur van de SGPGI ziet erop toe dat de verdeling van de kredieten over de onderwerpen, zoals door de regering besloten bij de toekenning van de jaarlijkse dotaties, gehandhaafd blijft.
Art.7. De uitgaven hebben betrekking op de bedragen die in de loop van het begrotingsjaar verschuldigd zijn uit hoofde van verplichtingen die in de loop van dat begrotingsjaar zijn ontstaan, alsmede uit hoofde van de uit vorige begrotingsjaren overgedragen of overgeboekte verplichtingen.
HOOFDSTUK 5. - De rekeningen
Art.8. Het specifieke rekeningplan van de SGPGI is dat van het Ministerie van de Franse Gemeenschap.
De klassen en rubrieken van het rekeningstelsel die niet noodzakelijk zijn voor de opdrachten van de SGPGI, worden er evenwel niet in opgenomen.
HOOFDSTUK 6. - Beheer
Art.9. Als ordonnateur van de SGPGI wordt aangewezen de algemeen ambtenaar belast met de algemene dienst voor het beheer van het erfgoed en de onroerende goederen.
Art.10. De uitgaven mogen de ontvangsten en de beperkende goedgekeurde kredieten niet overschrijden.
Art.11. Het over te dragen saldo dat overeenkomt met de niet-vastgelegde begrotingsvergunningen aan het einde van een begrotingsjaar, kan worden gebruikt vanaf het begin van het volgende begrotingsjaar.
HOOFDSTUK 7. - Slotbepalingen
Art.12. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2022.
Art. 13. De voor de begroting verantwoordelijke minister is belast met de uitvoering van dit besluit.