Details





Titel:

31 MAART 2022. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de digitalisering van de behandelingsprocedures van de aanvragen voor stedenbouwkundige attesten, stedenbouwkundige vergunningen en verkavelingsvergunningen en de aanverwante beroepen die door de bepalingen van het BWRO worden geregeld



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Algemeen
Art. 1-9
HOOFDSTUK II. - Elektronische indiening, behandeling en beslissingen
Afdeling 1. - Indiening
Art. 10-11
Afdeling 2. - Behandeling
Art. 12-13
Afdeling 3. - Beslissing
Art. 14
HOOFDSTUK III. - Regeling bij onbeschikbaarheid van het platform
Art. 15
HOOFDSTUK IV. - Slot- en overgangsbepalingen
Art. 16-17



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2023031431  2023047346 



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Algemeen
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt begrepen onder:
  1° "BWRO": het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening, aangenomen bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 9 april 2004 en bekrachtigd door een ordonnantie van 13 mei 2004;
  2° : vergunningverlenende overheid " : de overheden bedoeld in de artikelen 123/1 tot en met 123/3 BWRO, alsook het Stedenbouwkundig College;
  3° "bestuur": het bestuur belast met Stedenbouw en het bestuur belast met Monumenten en Landschappen;
  4° "communicatie": elke uitwisseling tussen de aanvrager en de vergunningverlenende overheid die wordt geregeld door het BWRO, met inbegrip van de communicatie waarvoor het BWRO de verzending per aangetekende brief of de afgifte per bode voorschrijft;
  5° "elektronische handtekening": handtekening die beantwoordt aan de voorschriften van verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt en tot intrekking van richtlijn 1999/93/EG, houdende invoeging van titel 2 in boek XII "Recht van de elektronische economie" van het Wetboek van economisch recht, en houdende invoeging van de definities eigen aan titel 2 van boek XII en van de rechtshandhavingsbepalingen eigen aan titel 2 van boek XII, in de boeken I, XV en XVII van het Wetboek van economisch recht;
  6° "technische storing": elke storing van het platform die door het bestuur wordt vastgesteld en een onbeschikbaarheid van het platform van meer dan vier aaneensluitende uren op dezelfde dag met zich meebrengt.

Art.2. Dit besluit is van toepassing op de communicatie in het kader van de aanvragen die overeenkomstig dit besluit worden ingediend en die worden geregeld door het BWRO inzake stedenbouwkundige attesten, stedenbouwkundige vergunningen of verkavelingsvergunningen en de aanverwante beroepen en aanvragen tot verlenging.

Art.3. Het bestuur stelt een platform ter beschikking waarop de communicatie, bedoeld in artikel 1, 4° van dit besluit, elektronisch wordt uitgewisseld.

Art.4. § 1. Het platform is enkel toegankelijk voor de aanvrager, voor zijn gemandateerde, en voor de vergunningverlenende overheden.
  § 2. De toegang tot het platform is enkel mogelijk met behulp van:
  - een elektronische identiteitskaart;
  - een erkende dienst voor elektronische identificatie, overeenkomstig het koninklijk besluit van 22 oktober 2017 tot vaststelling van de voorwaarden, de procedure en de gevolgen van de erkenning van diensten voor elektronische identificatie voor overheidstoepassingen;
  - een federaal token.

Art.5. § 1. Het bestuur heeft de hoedanigheid van verwerkingsverantwoordelijke.
  § 2. De verwerkte persoonsgegevens worden beperkt tot de persoonsgegevens die krachtens het BWRO of zijn uitvoeringsbesluiten verplicht moeten worden vermeld.
  § 3. De persoonsgegevens zullen enkel worden verwerkt door de vergunningverlenende overheid ter vervulling van haar wettelijke opdracht als openbare dienstverlener, namelijk de behandeling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning, stedenbouwkundig attest of verkavelingsvergunning.
  § 4. De persoonsgegevens zullen enkel worden meegedeeld aan de besturen en instanties waarvan het advies vereist is in toepassing van het BWRO, evenals aan derden als de wet dat voorziet of als het bestuur te goeder trouw van oordeel is dat een dergelijke verspreiding redelijkerwijs nodig is om in overeenstemming te zijn met een wettelijke procedure of ten behoeve van een gerechtelijke procedure.
  Ze zullen noch worden verkocht, noch gebruikt voor marketingdoeleinden en ze zullen op het platform worden bewaard, zolang alle administratieve beroepen tegen deze beslissing, georganiseerd door het BWRO evenals degene ingesteld door de gecoördineerde wetten op de Raad van State, of de termijnen om ze in te stellen, niet uitgeput of verstreken zijn.

Art.6. Een communicatie die op het platform wordt uitgewisseld, heeft dezelfde rechtsgevolgen als de verzending van een aangetekend schrijven of de afgifte per bode, als het BWRO het gebruik daarvan oplegt.

Art.7. In geval van technische storing van het platform op dag waarop de termijn verstrijkt, kunnen de aanvrager en de vergunningverlenende overheid, voor de verzending van hun communicatie, een beroep doen op een elektronische verzending naar het daarvoor bestemde mailadres.
  De minister bevoegd voor stedenbouw bepaalt het in de vorige alinea bedoelde e-mailadres.

Art.8. In afwijking van de bepalingen van betreffende de verstrekking van meervoudige afschriften van bepaalde documenten van de besluiten van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 12 december 2013, 4 juli 2019 en 29 april 2004, tot vaststelling van respectievelijk de samenstelling van het dossier van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning, een verkavelingsvergunning of een stedenbouwkundig attest, mag de vergunningverlenende overheid niet verzoeken dat stukken of documenten van het dossier haar worden bezorgd op papier indien de aanvraag voor een vergunning of attest op het platform werd ingediend.
  In afwijking van de artikelen 2, § 1, 3, § 1 en 4, § 1 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 25 april 2019 met betrekking tot de verzending van documenten tussen overheden vereist voor de behandeling van vergunnings- en attestaanvragen geregeld door het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening, mogen de besturen en instanties waarvan het advies vereist is, niet verzoeken dat stukken of documenten van het dossier hun worden bezorgd op papier indien de aanvraag voor een vergunning of attest op het platform werd ingediend.

Art.9. Het bestuur kan een verplichte nomenclatuur bepalen, evenals de toegestane formaten voor de documenten, bestanden, foto's en plannen die op het platform moeten worden ingediend.

HOOFDSTUK II. - Elektronische indiening, behandeling en beslissingen
Afdeling 1. - Indiening
Art.10. § 1. De vergunnings- en attestaanvragen, evenals de aanverwante beroepen aanvragen tot verlenging, bedoeld in artikel 2 van dit besluit, kunnen elektronisch op het platform worden ingediend.
  In afwijking van het eerste lid mogen een beroep en een aanvraag tot verlenging evenwel enkel elektronisch op het platform worden ingediend als de aanvraag elektronisch op het platform werd ingediend.
  § 2. Als de aanvraag elektronisch wordt ingediend, wordt, onverminderd artikel 7 van dit besluit, alle communicatie die door het BWRO of zijn uitvoeringsbesluiten wordt geregeld, via het platform uitgewisseld.
  De vermelding van het statuut op het platform, met vermelding van datum en uur, fungeert als datum van kennisgeving en ontvangst van de communicatie.

Art.11. Als de aanvraag elektronisch wordt ingediend en het beroep op een architect verplicht is, valideren de architect, die verantwoordelijk is voor de plannen in het kader van de vergunnings- of attestaanvraag, en de aanvrager de documenten die de aanvraag samenstellen, met inbegrip van de plannen, op het platform.
  De validatie, wanneer die wordt voorafgegaan door een beveiligde identificatie, geldt als handtekening op de plannen en documenten die de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning of attest of een verkavelingsvergunning samenstellen.

Afdeling 2. - Behandeling
Art.12. In afwijking van artikel 3, § 3 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 25 april 2019 met betrekking tot de verzending van documenten tussen overheden vereist voor de behandeling van vergunnings- en attestaanvragen geregeld door het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening, worden alle adviezen van besturen of instanties die in toepassing van het BWRO vereist zijn, elektronisch verleend als de aanvraag overeenkomstig dit besluit wordt ingediend.

Art.13. Als de aanvraag overeenkomstig dit besluit wordt ingediend op het platform, zal het volledige dossier dat aan het openbaar onderzoek onderworpen is, digitaal geraadpleegd kunnen worden, overeenkomstig de raadplegings-modaliteiten bedoeld in artikel 3 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de openbare onderzoeken op het gebied van ruimtelijke ordening, stedenbouw en leefmilieu.

Afdeling 3. - Beslissing
Art.14. Als de aanvraag of het aanverwante beroep overeenkomstig dit besluit wordt ingediend, geeft de vergunningverlenende overheid op het platform elektronisch kennis van haar beslissing.
  Deze communicatie voldoet aan de door het bestuur vastgelegde eisen voor de elektronische handtekening.
  De vermelding van het statuut op het platform, met vermelding van datum en uur, fungeert als datum van kennisgeving en ontvangst van de beslissing over de aanvraag of het beroep.

HOOFDSTUK III. - Regeling bij onbeschikbaarheid van het platform
Art.15. Het bestuur houdt een register bij van de dagen en tijdsblokken waarin een technische storing plaatsvindt.
  Het bestuur publiceert onmiddellijk, en ten laatste de eerste werkdag die volgt op de technische storing, het bijgewerkte register op zijn internetsite en stelt deze lijst op eenvoudig verzoek ter beschikking.

HOOFDSTUK IV. - Slot- en overgangsbepalingen
Art.16. De Minister bevoegd voor Stedenbouw wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Art. 17. Dit besluit treedt in werking:
  1° de dag na de bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad voor de aanvragen voor vergunningen en attesten verleend door de gemachtigde ambtenaar;
  2° de Regering bepaalt de inwerkingtreding voor de aanvragen voor vergunningen en attesten verleend door de gemeenten;
  3° de Regering bepaalt de inwerkingtreding voor de beroepen ingediend in het kader van de aanvragen bedoeld in de punten 1° en 2° ;