Details





Titel:

16 MAART 2022. - Besluit van de administrateur-generaal tot hernieuwde indeling van de Vlaamse Belastingdienst in subentiteiten en tot vaststelling van het organogram(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 16-05-2022 en tekstbijwerking tot 05-12-2022)



Inhoudstafel:


Art. 1-13
BIJLAGE.
Art. N



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2019040040 



Uitvoeringsbesluit(en):

2022020662  2022033993  2024004313 



Artikels:

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
  1° belasting op de automatische ontspanningstoestellen: de belasting die geheven wordt overeenkomstig de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten en conform de bepalingen van titel 2, hoofdstuk 13, van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013, hierna VCF te noemen;
  2° belasting op de spelen en weddenschappen: de belasting die geheven wordt overeenkomstig de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten en conform de bepalingen van titel 2, hoofdstuk 12, van de VCF;
  3° de cluster van de verkeersbelastingen:
  * de verkeersbelasting, die geheven wordt overeenkomstig de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten en conform de bepalingen van titel 2, hoofdstuk 2, van de VCF;
  * de belasting op de inverkeerstelling, die geheven wordt overeenkomstig de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten en conform de bepalingen van titel 2, hoofdstuk 3, van de VCF:
  * het eurovignet, dat geheven wordt overeenkomstig de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten en conform de bepalingen van titel 2, hoofdstuk 4, van de VCF, zoals die van toepassing is tot en met 31 maart 2016;
  4° energieheffing: de belasting die geheven wordt conform de bepalingen van titel 14, hoofdstuk 1, van het Energiedecreet van 8 mei 2009;
  5° energieheffing directe lijnen: de belasting die geheven wordt conform de bepalingen van titel 14, hoofdstuk 3, van het Energiedecreet van 8 mei 2009;
  6° erfbelasting: de belasting die geheven wordt overeenkomstig de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten en conform de bepalingen van titel 2, hoofdstuk 7, van de VCF;
  7° heffing ongeschikte en onbewoonbare woningen: de belasting die geheven wordt conform de bepalingen van titel 2, hoofdstuk 5, van de VCF;
  8° kilometerheffing: de belasting die geheven wordt conform de bepalingen van titel 2, hoofdstuk 4 van de VCF zoals die van toepassing is vanaf 1 april 2016 en van het decreet van 3 juli 2015 tot invoering van de kilometerheffing en de stopzetting van de heffing van het eurovignet en tot wijziging van de Vlaamse Codex Fiscaliteit in dat verband;
  9° leegstandsheffing bedrijfsruimten: de belasting die geheven wordt conform de bepalingen van titel 2, hoofdstuk 6, van de VCF;
  10° onroerende voorheffing: de belasting die geheven wordt overeenkomstig de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten en conform de bepalingen van titel 2, hoofdstuk 1, van de VCF;
  11° openingsbelasting: de belasting die geheven wordt overeenkomstig de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten en conform de bepalingen van het Wetboek van de met Inkomstenbelastingen Gelijkgestelde Belastingen;
  12° planbatenheffing: de heffing zoals voorzien in Titel II, Hoofdstuk VI, afdeling 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening;
  13° registratiebelasting: de belastingen die worden geheven overeenkomstig de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten en conform de bepalingen van titel 2, hoofdstukken 8 tot en met 11, van de VCF;
  14° vastgoedtransacties: de taken die conform de Vlaamse Vastgoedcodex aan de Vlaamse Belastingdienst of zijn personeelsleden worden toegewezen;
  15° verkrottingsheffing woningen en gebouwen: de belasting die geheven wordt conform de bepalingen van titel 2, hoofdstuk 5, van de VCF zoals van toepassing voor aanslagjaar 2016 en voorgaande.

Art.2. De Vlaamse Belastingdienst bestaat uit de volgende afdelingen:
  * de afdeling burgercontact en bezwaren;
  * de afdeling controle;
  * de afdeling ICT dienstencentrum F&B;
  * de afdeling inning en invordering;
  * de afdeling juridische dienstverlening;
  * de afdeling schatting en waardering;
  * de afdeling stafdiensten;
  * de afdeling taxatie.

Art.3. De afdeling burgercontact en bezwaren bestaat uit de volgende diensten:
  1° de dienst burgercontact en bezwaren 1;
  2° de dienst burgercontact en bezwaren 2;
  3° de dienst burgercontact en bezwaren 3;
  4° de dienst burgercontact en bezwaren 4.

Art.4. De afdeling inning en invordering bestaat uit de volgende diensten:
  1° de dienst bewarende maatregelen;
  2° de dienst financiële opvolging;
  3° de dienst gedwongen invordering.

Art.5. De afdeling controle bestaat uit de volgende diensten:
  1° de dienst externe controle spelen en weddenschappen/automatische ontspanningstoestellen;
  2° de dienst externe controle verkeersfiscaliteit en wegeninspectie;
  3° de dienst handhaving kilometerheffing.

Art.6. De afdeling stafdiensten bestaat uit volgende diensten:
  1° de dienst facility;
  2° de dienst HR;
  3° de inspectiedienst.

Art.7. De afdeling taxatie bestaat uit volgende diensten:
  1° de dienst taxatie erfbelasting;
  2° de dienst taxatie overige belastingen;
  3° de dienst taxatie registratiebelasting.

Art.8. De afdeling schatting en waardering bestaat uit volgende diensten:
  1° de dienst schatting en waardering oost;
  2° de dienst schatting en waardering west.

Art.9. De afdeling juridische dienstverlening bestaat uit volgende diensten:
  1° de dienst beleid en regelgeving;
  2° de dienst geschillen en advies;
  3° de dienst vastgoedtransacties.

Art.10. Het organogram van de Vlaamse Belastingdienst wordt vastgesteld in de bijlage, gevoegd bij dit besluit.

Art.11.§ 1. De volgende belastingen en hun toebehoren worden geïnd door de diensten van de afdeling inning en [1 invordering]1 gevestigd te Aalst:
  * de belasting op de automatische ontspanningstoestellen;
  * de belasting op de spelen en weddenschappen;
  * de cluster van de verkeersbelastingen;
  * de energieheffing;
  * de energieheffing directe lijnen:
  * de erfbelasting;
  * de onroerende voorheffing;
  * de openingsbelasting:
  * de registratiebelasting.
  § 2. De volgende belastingen en hun toebehoren worden geïnd door de diensten van de afdeling inning en [1 invordering]1 gevestigd te Brussel:
  * de administratieve geldboetes met betrekking tot de kilometerheffing;
  * de heffing ongeschikte en onbewoonbare woningen;
  * de leegstandsheffing bedrijfsruimten;
  * de planbatenheffing;
  * de verkrottingsheffing woningen en gebouwen.
  § 3. Het single point of contact (SPOC) voorzien in omzendbrief FB/VLABEL/2016/1, is gevestigd te Brussel.
  ----------
  (1)<BVR 2022-10-21/05, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 05-12-2022>

Art.12. Het besluit van de administrateur-generaal van 19 december 2018 tot hernieuwde indeling van de Vlaamse Belastingdienst in subentiteiten en tot vaststelling van het organogram wordt opgeheven.

Art.13. Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.


BIJLAGE.
Art. N.
  (Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 16-05-2022, p. 42786)