11 FEBRUARI 2022. - Besluit van de Vlaamse Regering tot aanpassing van de tegemoetkomingen voor mobiliteitshulpmiddelen en tot vaststelling van de regels voor de toekenning van een subsidie aan de verstrekkers van mobiliteitshulpmiddelen en aan de ondernemingen in opdracht waarvan de verstrekkers van mobiliteitshulpmiddelen werken
Art. 1-8
Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder:
1° decreet van 18 mei 2018: het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming;
2° onderneming: de onderneming in opdracht waarvan de verstrekker van mobiliteitshulpmiddelen werkt, vermeld in artikel 105, § 2, tweede lid, van het decreet van 18 mei 2018;
3° verstrekkers van mobiliteitshulpmiddelen: de verstrekkers van mobiliteitshulpmiddelen die als zelfstandige werken, vermeld in artikel 105, § 2, tweede lid, van het decreet van 18 mei 2018.
Art.2. In afwijking van artikel 348 van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 november 2018 houdende de uitvoering van het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming, worden de bedragen van de tegemoetkomingen voor mobiliteitshulpmiddelen met ingang van 1 mei 2022 verhoogd met 6,17%.
De verhoging van de bedragen van de tegemoetkomingen voor mobiliteitshulpmiddelen, vermeld in het eerste lid, wordt op 1 januari 2023 gecorrigeerd met de reële stijging van de afgevlakte gezondheidsindex van april 2021 tot april 2022.
Art.3. De verstrekkers van mobiliteitshulpmiddelen en de ondernemingen ontvangen een subsidie voor de vergoeding van de gestegen kosten voor prestaties geleverd tijdens de periode van 1 januari 2022 tot en met 30 april 2022.
Art.4. Het agentschap betaalt de subsidie, vermeld in artikel 3, automatisch op de rekeningnummers van de verstrekkers van mobiliteitshulpmiddelen en van de ondernemingen zoals ze bekend zijn in het kader van de facturatie van tegemoetkomingen voor mobiliteitshulpmiddelen.
Art.5. De subsidie, vermeld in artikel 3, wordt per verstrekker van mobiliteitshulpmiddelen en per onderneming bepaald op 5,41% van de tegemoetkomingen die vóór 1 juni 2022 gefactureerd zijn en die door de zorgkassen zijn goedgekeurd voor al de volgende prestaties:
a) alle prestaties in verkoop die geleverd zijn in de periode van 1 januari 2022 tot en met 30 april 2022;
b) alle prestaties in het kader van onderhoud en herstelling die uitgevoerd zijn in de periode van 1 januari 2022 tot en met 30 april 2022;
c) alle prestatiemaanden in verhuur van januari 2022 tot en met april 2022.
Art.6. De subsidie, vermeld in artikel 5, wordt aangerekend op de begroting 2022, artikel GM0-AGHF2TK-WT: Werking en toelagen - Sociale bescherming - Mobiliteit en hulpmiddelen.
Art.7. Dit besluit treedt in werking op de dag die volgt op de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
Art. 8. De Vlaamse minister, bevoegd voor de sociale bescherming, is belast met de uitvoering van dit besluit.