Details





Titel:

6 FEBRUARI 2022. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit houdende uitvoering van het Wetboek diverse rechten en taksen ten gevolge van de overdracht van de diverse taksen aan de algemene administratie van de fiscaliteit en de algemene administratie van de inning en de invordering



Inhoudstafel:


Art. 1-52



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1927030350 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In het opschrift van Titel I van Boek II van het koninklijk besluit van 3 maart 1927 houdende uitvoering van het Wetboek diverse rechten en taksen worden de woorden "en de reporten" opgeheven.

Art.2. Artikel 215 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 16 februari 2017 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 17 februari 2019 en 9 december 2019, wordt opgeheven.

Art.3. In artikel 216, eerste lid, 7°, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 19 februari 2002, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 21 december 2006, 16 februari 2017 en 17 februari 2019, worden de woorden "het kantoor vermeld in artikel 215" vervangen door de woorden "de dienst vermeld in artikel 2407octiesdecies".

Art.4. In artikel 2171 van hetzelfde besluit, hersteld bij het koninklijk besluit van 16 februari 2017, worden de woorden "het kantoor vermeld in artikel 215" en de woorden "het in artikel 215 vermelde kantoor" vervangen door de woorden "de dienst vermeld in artikel 2407octiesdecies".

Art.5. In artikel 2171/1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 16 februari 2017, worden de woorden "het in artikel 215 vermelde kantoor" en de woorden "het kantoor bedoeld in artikel 215" respectievelijk vervangen door telkens de woorden "de dienst vermeld in artikel 2407octiesdecies" en de woorden "de dienst bedoeld in artikel 2407octiesdecies".

Art.6. In artikel 2171/2 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 16 februari 2017, worden de woorden "het in artikel 215 vermelde kantoor" vervangen door de woorden "de dienst vermeld in artikel 2407octiesdecies".

Art.7. In artikel 2171/3 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 16 februari 2017, worden de woorden "het in artikel 215 bedoelde kantoor" vervangen door de woorden "de dienst bedoeld in artikel 2407octiesdecies".

Art.8. In artikel 2171/4, tweede lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 16 februari 2017, worden de woorden "het in artikel 215 vermelde kantoor" vervangen door de woorden "de dienst vermeld in artikel 2407octiesdecies".

Art.9. Artikel 2172 van het hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 19 februari 2002 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 21 december 2006 en 16 februari 2017, wordt opgeheven.

Art.10. Artikel 2173 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 24 december 1970 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 19 februari 2002, wordt opgeheven.

Art.11. In Boek II van hetzelfde besluit wordt titel III, die de artikelen 221 tot 221ter bevat, opgeheven.

Art.12. In Boek II van hetzelfde besluit wordt titel IV, die de artikelen 222 tot 223bis bevat, opgeheven.

Art.13. Artikel 2241 van hetzelfde besluit, vervangen bij koninklijk besluit van 15 februari 2006 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 21 december 2006, 29 augustus 2019 en 9 december 2019, wordt vervangen als volgt:
  "Art. 2241. De verbintenis van de aansprakelijke vertegenwoordiger waarvan sprake is in artikel 178, eerste lid van het Wetboek, alsook de aangifte voorzien bij artikel 1792, 1°, van hetzelfde Wetboek worden gericht aan de in artikel 2407octiesdecies bedoelde dienst.
  De melding bedoeld in artikel 183, vierde lid, van hetzelfde Wetboek wordt gericht aan de bevoegde dienst van de administratie van de Federale Overheidsdienst Financiën belast met de taksen opgenomen in Boek II van het Wetboek."

Art.14. In artikel 2242ter van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 15 februari 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  a) in paragraaf 1, eerste lid, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 21 december 2006, worden de woorden "artikel 178, tweede en derde lid" vervangen door de woorden "artikel 178, eerste en tweede lid";
  b) in paragraaf 2, eerste lid, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 29 augustus 2019, worden de woorden "de ontvanger van het bevoegde kantoor" vervangen door de woorden "de bevoegde dienst van de administratie van de Federale Overheidsdienst Financiën belast met de taksen opgenomen in Boek II van het Wetboek".

Art.15. Artikel 2243 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 24 december 1970, 15 februari 2006 en 21 december 2006, wordt opgeheven.

Art.16. Artikel 2244 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 9 december 2019, wordt opgeheven.

Art.17. Artikel 2245 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 8 maart 1989 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 21 december 2006, wordt opgeheven.

Art.18. In artikel 2245bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 30 juni 1993 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 21 december 2006 worden de woorden "de Administratie der directe belastingen" telkens vervangen door de woorden "de administratie van de Federale Overheidsdienst Financiën belast met de vestiging van de inkomstenbelastingen".

Art.19. Artikel 225 van hetzelfde besluit, hersteld bij het koninklijk besluit van 30 juni 1993 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 21 december 2006 en 9 december 2019, wordt opgeheven.

Art.20. In artikel 226 van hetzelfde besluit, hersteld bij het besluit van 30 juni 1993 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 21 december 2006 worden de woorden "de Administratie der directe belastingen" telkens vervangen door de woorden "de administratie van de Federale Overheidsdienst Financiën belast met de vestiging van de inkomstenbelastingen".

Art.21. In artikel 227 van hetzelfde besluit, hersteld bij het koninklijk besluit van 30 juni 1993 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 13 mei 2005 wordt paragraaf 3 vervangen als volgt:
  " § 3. De staten moeten vóór 1 juni van het jaar volgend op dat waarop de staat betrekking heeft, elektronisch ingediend worden via de applicatie "Finelts".

Art.22. Artikel 227bis van hetzelfde besluit, hersteld bij het koninklijk besluit van 30 juni 1993 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 21 december 2006, wordt opgeheven.

Art.23. Artikel 228 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 9 december 2019, wordt opgeheven.

Art.24. In artikel 231 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van 21 december 2006 worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  a) het woord "schriftelijke" wordt opgeheven;
  b) de woorden "bij het beheer der registratie en domeinen" worden vervangen door de woorden "bij de in artikel 2407octiesdecies bedoelde dienst";
  c) de woorden "de artikelen 228 en 229, hiervoor" worden vervangen door de woorden "artikel 2407octiesdecies".

Art.25. Artikel 235 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 21 december 2006, wordt opgeheven.

Art.26. In artikel 238 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 29 augustus 2019, wordt het tweede lid vervangen als volgt:
  "Nochtans, in geval van afstand van een handelszaak, van verandering van woonplaats of van naamswijziging, is het toegelaten, zonder tot betaling van een nieuwe taks gehouden te zijn, de wijzigingen toe te brengen betreffende de naam of woonplaats, mits voorafgaandelijk bij de in artikel 2407octiesdecies bedoelde dienst, een aangifte in te dienen welke nauwkeurig de aan de plakbrief toegebrachte wijzigingen doet kennen en de datum van de oorspronkelijke aangifte herinnert."

Art.27. In artikel 239, tweede lid, van hetzelfde besluit, worden de woorden "met hun volgnummer, de registratiekantoren waar zij gedaan werden" opgeheven.

Art.28. Artikel 2402 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 21 december 2006, wordt opgeheven.

Art.29. Artikel 2403 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 21 december 2006, wordt opgeheven.

Art.30. Artikel 2404 van hetzelfde besluit, wordt opgeheven.

Art.31. Artikel 240/5 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 21 december 2006, wordt opgeheven.

Art.32. Artikel 2406 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 21 december 2006, wordt opgeheven.

Art.33. In artikel 2407ter van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 6 augustus 2021, worden de woorden "het kantoor bedoeld in artikel 2407sexies3" en de woorden "het in artikel 2407sexies3 bedoelde kantoor" vervangen door de woorden "de in artikel 2407octiesdecies bedoelde dienst".

Art.34. In artikel 2407quater van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 6 augustus 2021, worden de woorden "het in artikel 2407sexies3 vermelde kantoor", de woorden "het in artikel 2407sexies3 bedoelde kantoor" en de woorden "het kantoor bedoeld in artikel 2407sexies3" vervangen door de woorden "de in artikel 2407octiesdecies bedoelde dienst".

Art.35. In artikel 2407quinquies, eerste lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 6 augustus 2021, worden de woorden "het in artikel 2407sexies3 bedoelde kantoor" vervangen door de woorden "de in artikel 2407octiesdecies bedoelde dienst".

Art.36. In artikel 2407sexies van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 6 augustus 2021, worden de woorden "het in artikel 2407sexies3 bedoelde kantoor" vervangen door de woorden "de in artikel 2407octiesdecies bedoelde dienst".

Art.37. In artikel 2407sexies1, derde lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 6 augustus 2021, worden de woorden "het in artikel 2407sexies3 bedoelde kantoor" vervangen door de woorden "de in artikel 2407octiesdecies bedoelde dienst".

Art.38. Artikel 2407sexies3 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 6 augustus 2021, wordt opgeheven.

Art.39. Artikel 2407sexies4 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 6 augustus 2021, wordt opgeheven.

Art.40. Artikel 2407sexies5 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 6 augustus 2021, wordt opgeheven.

Art.41. Artikel 2407septies van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 3 augustus 2012 en vervangen bij het koninklijk besluit van 9 november 2016, wordt vervangen als volgt:
  "Art. 2407septies. De aangifte van de jaarlijkse taks op de kredietinstellingen wordt opgesteld overeenkomstig het model van bijlage 2/1 van dit besluit."

Art.42. Artikel 2407octies van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 3 augustus 2012 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 9 december 2019, wordt opgeheven.

Art.43. Artikel 2407decies van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 9 november 2016, wordt opgeheven.

Art.44. Artikel 2407undecies van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 3 augustus 2012 wordt opgeheven.

Art.45. Artikel 2407terdecies van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 9 december 2019, wordt opgeheven.

Art.46. Artikel 2407quaterdecies van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 9 december 2019, wordt opgeheven.

Art.47. Artikel 2407sexiesdecies van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 9 december 2019, wordt opgeheven.

Art.48. Artikel 2407septiesdecies van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 9 december 2019, wordt opgeheven.

Art.49. In boek II van hetzelfde besluit wordt een titel XIV ingevoegd die de artikelen 2407octiesdecies tot 2407vecies bevat, luidende:
  "Titel XIV - Gemene bepalingen
  Art. 2407octiesdecies. Voor hun opname in het uitvoerbaar verklaard innings- en invorderingsregister bedoeld in artikel 20139 van het Wetboek, worden de sommen verschuldigd in toepassing van Boek II van het Wetboek betaald door storting of overschrijving op de financiële rekening van de dienst diverse taksen van het inningscentrum van de Algemene administratie van de inning en de invordering.
  Als betalingsreferentie op het stortings- of overschrijvingsformulier worden vermeld:
  1° voor natuurlijke personen: de afkorting van de betreffende taks waarvoor de betaling wordt uitgevoerd, een uniek identificatienummer bepaald overeenkomstig het vierde lid, of ten facultatieve titel, het identificatienummer in het rijksregister, alsook het belastbaar tijdperk of het aanslagjaar;
  2° voor rechtspersonen: de afkorting van de betreffende taks waarvoor de betaling wordt uitgevoerd, het ondernemingsnummer, toegekend door de Kruispuntbank van Ondernemingen, de benaming, alsook het belastbaar tijdperk of het aanslagjaar.
  De te gebruiken afkorting voor de taks waarvoor de betaling wordt uitgevoerd luidt als volgt:
  1° voor de taks op de beursverrichtingen: TOB;
  2° voor de jaarlijkse taks op de verzekeringsverrichtingen: JBVC;
  3° voor de jaarlijkse taks op de winstdeelnemingen: BWD;
  4° voor de taks op het lange termijnsparen: TELT;
  5° voor de belasting op aanplakking: BA;
  6° voor de jaarlijkse taks op de effectenrekeningen: JTER;
  7° voor de jaarlijkse taks op de kredietinstellingen: JTKI;
  8° voor de jaarlijkse taks op de collectieve beleggingsinstellingen: TOPC;
  9° voor de jaarlijkse taks op de verzekeringsondernemingen: TEA.
  Het uniek identificatienummer kan de belastingplichtige opvragen via een specifieke module op het elektronisch platvorm MyMinfin. Wanneer de belastingplichtige niet in staat is om dit uniek identificatienummer te bekomen via de specifieke module, richt hij zich tot het "Inningscentrum - Dienst Diverse taksen" om dit nummer te bekomen.
  Art. 2407noniesdecies. § 1. De terugbetalingen toegelaten door het Wetboek worden aangevraagd bij de dienst bedoeld in artikel 2407octiesdecies, eerste lid. De aanvrager ontvangt een ontvangstmelding van zijn aanvraag.
  § 2. Inzake de taks op de beursverrichtingen en de jaarlijkse taks op de winstdeelnemingen, moet de aanvraag tot teruggave van de taks, interesten en boeten bij de dienst bedoeld in artikel 2407octiesdecies, eerste lid toekomen uiterlijk de laatste werkdag van de periode van twee jaar te rekenen van de dag waarop de vordering is ontstaan.
  § 3. Inzake de jaarlijkse taks op de verzekeringsverrichtingen en de belasting voor aanplakking, moet de aanvraag tot teruggave van de taks bij de dienst bedoeld in artikel 2407octiesdecies, eerste lid toekomen uiterlijk de laatste werkdag van het jaar volgend op dat waarop de inning betrekking heeft.
  § 4. Inzake de jaarlijkse taks op de effectenrekeningen, moet de aanvraag tot teruggave bij de dienst bedoeld in artikel 2407octiesdecies, eerste lid toekomen uiterlijk de laatste werkdag van het jaar volgend op het jaar waarin de referentieperiode een einde neemt. Een model van vraag tot teruggave kan worden verkregen bij dezelfde dienst.
  § 5. In afwijking van paragraaf 1, wordt de aanvraag tot terugbetaling van de taksen bedoeld in Boek II, titels XI, XII en XIII van het Wetboek, interesten en boeten ingediend bij de dienst vermeld in en overeenkomstig de bijlagen 3, 5 en 7 van dit besluit.
  § 6. De aanvraag wordt gemotiveerd.
  § 7. Inzake de jaarlijkse taks op de effectenrekeningen, wordt de vraag tot teruggave ingediend door diegene of voor rekening van diegene die meer betaald heeft dan wettelijk verschuldigd was. In geval van een vraag tot teruggave ingediend door een titularis en betreffende een effectenrekening aangehouden door meerdere titularissen, ondertekent elk van hen de vraag.
  § 8. De teruggave wordt gedaan aan degene die de taks heeft gekweten.
  Art. 2407vicies. Het recht op terugbetaling wordt vastgesteld door de adviseur-generaal van de bevoegde dienst of zijn gemachtigde.
  De aanvrager wordt in kennis gesteld van de beslissing.
  De bevoegde dienst gaat over tot de terugbetaling door overschrijving op de financiële rekening van de rechthebbende, in België of in de Europese Unie, of nog door een op zijn naam opgestelde postassignatie.
  De bij artikel 2407noniesdecies voorgeschreven formaliteiten en voorwaarden worden nageleefd op straffe van verval.
  Echter voor de taksen bedoeld in artikel 2407noniesdecies, §§ 2 tot 4, kan de Minister van Financiën of zijn gemachtigde gehele of gedeeltelijke ontheffing van het verval verlenen mits de aanvraag bij de bevoegde ambtenaar is toegekomen binnen de termijn vastgelegd in dit artikel."

Art.50. De bijlage 2 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 9 november 2016, wordt opgeheven.

Art.51. Het ministerieel besluit van 8 maart 2006 tot uitvoering van artikel 2241, derde lid, van de Algemene Verordening op de met het zegel gelijkgestelde taksen wordt opgeheven.

Art. 52. De minister bevoegd voor Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.