8 FEBRUARI 2022. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 januari 1996 tot regeling van de inschrijving van de commerciële platen en de nationale platen voor motorvoertuigen en aanhangwagens
Art. 1-21
Artikel 1. In artikel 5 van het koninklijk besluit van 8 januari 1996 tot regeling van de inschrijving van de commerciële platen en de nationale platen voor motorvoertuigen en aanhangwagens, vervangen door het koninklijk besluit van 15 december 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° In punt 1° wordt het woord "tevens" geschrapt;
2° In punt 4 wordt de volgende zin toegevoegd:
"Deze vergunning moet enerzijds betrekking hebben op de aflevering van de jaarlijkse proefrittenplaat en, anderzijds, elke proefrit die met deze proefrittenplaat wordt uitgevoerd op basis van het door de onderneming meegedeelde proefrittenprogramma."
3° punt 5° wordt toegevoegd:
"5° de technische diensten van categorie A die de tests in hun eigen voorzieningen uitvoeren en die erkend zijn door een goedkeuringsinstantie van een Gewest of een andere Lidstaat".
Art.2. In artikel 6 van het voormeld koninklijk besluit van 8 januari 1996, vervangen door het koninklijk besluit van 15 december 2019, wordt de volgende wijziging aangebracht:
1° Lid 1wordt vervangen door het volgende lid:
"De verwervingsvoorwaarden voor de proefrittenplaat zijn de volgende:
- De aanvraag kan worden ingediend tussen 1 januari en 31 december van elk jaar;
- met betrekking tot de categorie bedoeld in punt 1° van artikel 5, moet de aanvraag vergezeld gaan van de erkenning als constructeur, afgegeven door de instantie bevoegd voor de keuring (typegoedkeuring);
- in verband met de categorie bedoeld in punt 5° van artikel 5, moet de aanvraag vergezeld gaan van een afschrift van de goedkeuring door de bevoegde goedkeuringsinstantie (typegoedkeuring) als technische dienst van categorie A.
Art.3. In artikel 7 van het voormeld koninklijk besluit van 8 januari 1996, vervangen door het koninklijk besluit van 15 december 2019, wordt lid 2 geschrapt.
Art.4. In artikel 12 van het voormeld koninklijk besluit van 8 januari 1996, vervangen door het koninklijk besluit van 15 december 2019, wordt het woord "motorvoertuigen" door het woord "voertuigen" vervangen.
Art.5. In artikel 13 van het voormeld koninklijk besluit van 8 januari 1996, vervangen door het koninklijk besluit van 15 december 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° De titel van artikel 13.1 wordt vervangen door de volgende titel: "indien de aanvrager in het verleden nooit houder van dezelfde soort handelaarsplaat is geweest";
2° In de tweede lid van artikel 13.1, wordt het woord "verwervingsvoorwaard" door "verwervingsvoorwaarde vervangen;
3° Artikel 13.2 wordt vervangen door het volgende artikel 13.2:
"Art. 13.2. Indien de aanvrager in het verleden reeds houder van dezelfde soort handelaarsplaat is geweest
Indien de aanvrager in het verleden houder is geweest van dezelfde soort handelaarsplaat, moet de aanvraag worden ingediend tussen 1 januari en 31 december van elk jaar.
Deze aanvraag moet aan de volgende voorwaarden voldoen:
- de aanvrager is ingeschreven onder de in artikel 12 bedoelde categorie bij de Kruispuntbank van Ondernemingen;
- het aantal nieuwe handelaarsplaten, bovenop de vernieuwing van de platen bedoeld in artikel 14, wordt vastgesteld aan de hand van het aantal veelvouden van twaalf voertuigen dat is verkocht in de twaalf maanden die voorafgaan aan de datum van de door het bestuur bevoegd voor de belasting over de toegevoegde waarde uitgevoerde controle. In dit verband houdt het bevoegde bestuur voor de belasting over de toegevoegde waarde geen rekening met facturen die reeds zijn gebruikt voor een andere aanvraag om vernieuwing of om een extra handelaarsplaat. Het aantal van twaalf voertuigen kan enkel worden verkregen door de optelling van de voertuigen die aan de inschrijving zijn onderworpen en beantwoorden aan de definities vermeld:
- ofwel in artikel 1, § 2 van het koninklijk besluit van 15 maart 1968 vermeld in artikel 1 van dit besluit; in dit verband mogen de facturen die betrekking hebben op motorvoertuigen niet worden samengeteld met de facturen die betrekking hebben op aanhangwagens;
- ofwel in artikel 1 van het koninklijk besluit van 10 oktober 1974 vermeld in artikel 1 van dit besluit.
Indien de aanvrager nog altijd beschikt over niet-vernieuwde handelaarsplaten, kan hij alleen een nieuwe handelaarsplaat aanvragen nadat hij al zijn handelaarsplaten heeft vernieuwd overeenkomstig de in artikel 14 genoemde vernieuwingsvoorwaarden.
De voorwaarden, bepaald in de drie voorgaande leden, zijn niet van toepassing in geval van afgifte van een nieuwe handelaarsplaat naar aanleiding van een aangifte van verlies of diefstal bij een politiedienst indien de aanvraag voor een nieuwe handelaarsplaat in hetzelfde jaar als het geldigheidsjaar van de verloren of gestolen plaat wordt ingediend. Heeft de nieuwe handelaarsplaat, die afgegeven wordt na aangifte van verlies of diefstal, hetzelfde geldigheidsjaar als de verloren of gestolen handelaarsplaat".
Art.6. In artikel 14 van het voormeld koninklijk besluit van 8 januari 1996, vervangen door het koninklijk besluit van 15 december 2019, wordt lid 2 vervangen door de volgende alinea.
"Bij de vernieuwing van elke handelaarsplaat moeten de handelaren in voertuigen minstens twaalf voertuigen hebben verkocht tijdens de twaalf maanden die voorafgingen aan de datum van de controle uitgevoerd door het bestuur bevoegd voor de belasting over de toegevoegde waarde. Het bevoegde bestuur voor de belasting over de toegevoegde waarde houdt geen rekening met facturen die reeds zijn gebruikt voor een andere aanvraag om vernieuwing of om een extra handelaarsplaat. Het aantal van twaalf voertuigen kan enkel worden verkregen door de optelling van de voertuigen die aan de inschrijving zijn onderworpen en beantwoorden aan de definities vermeld:
- ofwel in artikel 1, § 2 van het koninklijk besluit van 15 maart 1968 vermeld in artikel 1 van dit besluit; in dit verband mogen de facturen die betrekking hebben op motorvoertuigen niet worden samengeteld met de facturen die betrekking hebben op aanhangwagens;
- ofwel in artikel 1 van het koninklijk besluit van 10 oktober 1974 vermeld in artikel 1 van dit besluit.
Art.7. Artikel 16 van het voormeld koninklijk besluit van 8 januari 1996, vervangen door het koninklijk besluit van 15 december 2019, wordt vervangen door het volgend artikel 16:
"Art. 16. Eigenaarschap van het voertuig waarop de handelaarsplaat is aangebracht
De houder van de handelaarsplaat mag deze plaat enkel aanbrengen op de voertuigen waarvan hij eigenaar is, behalve wanneer het door hem verkochte voertuig nog niet aan de koper is geleverd. In dit geval kan de handelaarsplaat op het verkochte voertuig worden aangebracht om naar de plaats van inscheping (haven, trein, ...) of naar de koper te gaan.
Art.8. In artikel 19 van het voormeld koninklijk besluit van 8 januari 1996, vervangen door het koninklijk besluit van 15 december 2019, wordt lid 1 vervangen door het volgende lid:
"De beroepsplaat wordt gebruikt opdat koetswerkmakers en herstellers van voertuigen op het Belgische grondgebied tijdens een periode van acht, niet noodzakelijkerwijs op elkaar volgende dagen, de onderstaande formaliteiten zouden kunnen vervullen:
- de levering van dat voertuig;
- de verplaatsing van het voertuig met het oog op een herstelling;
- de controle van het voertuig na een herstelling;
- de verplaatsingen voor het voorrijden van het voertuig met het oog op het verkrijgen van een individuele goedkeuring;
- de verplaatsingen voor het voorrijden van het voertuig bij een instelling belast met de technische controle van de in het verkeer gebrachte voertuigen;
- de demonstratie van dit voertuig als bedoeld in artikel 25 van dit besluit."
Art.9. Artikel 21 van het voormeld koninklijk besluit van 8 januari 1996, vervangen door het koninklijk besluit van 15 december 2019, wordt vervangen door het volgend artikel 21:
"Art. 21. Verwervingsvoorwaarden
De verweringsvoorwaarde voor de beroepsplaat is de volgende:
de aanvraag mag worden ingediend tussen 1 januarien 31 december van elk jaar;
- de aanvrager is ingeschreven onder de in artikel 20 bedoelde categorie bij de Kruispuntbank van Ondernemingen;
- indien de aanvrager meer dan twee beroepsplaten per soort en per vestigingseenheid wil verwerven, moet de aanvraag vergezeld gaan van een afschrift van de DmfA (multifunctionele verklaring bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid) voor het kwartaal dat aan de aanvraag voorafgaat
Art.10. In artikel 22 van het voormeld koninklijk besluit van 8 januari 1996, vervangen door het koninklijk besluit van 15 december 2019, wordt lid 2 geschrapt.
Art.11. In artikel 23 van voormeld koninklijk besluit van 8 januari 1996, vervangen door het koninklijk besluit van 15 december 2019, wordt een lid 4 toegevoegd:
"De beroepsplaat mag ook worden gebruikt door een beroepsbeoefenaar van de autosector die tests uitvoert met een voertuig dat door de houder van de beroepsplaat wordt hersteld. In dit verband moet er zich aan boord van het voertuig dat door de beroepsbeoefenaar wordt getest in het kader van een herstelling of een dienst na verkoop, een document bevinden dat de toelating van de houder van de beroepsplaat bewijst."
Art.12. In lid 1 van artikel 24 van het voormeld koninklijk besluit van 8 januari 1996, vervangen door het koninklijk besluit van 15 december 2019, wordt het woord "vijf" vervangen door het woord "acht".
Art.13. Artikel 25 van het voormeld koninklijk besluit van 8 januari 1996, vervangen door het koninklijk besluit van 15 december 2019, wordt vervangen door het volgend artikel 25:
"Art. 25 - Vrijstelling van het verbod op uitlenen of verhuren
Het is verboden om voertuigen met een beroepsplaat uit te lenen of te verhuren.
Het in lid 1 bedoelde verbod is echter niet van toepassing op de demonstratie van een goedgekeurd voertuig. Het doel van de demonstratie is een goedgekeurd voertuig aan het publiek te tonen. De houder van de plaat kan ook een natuurlijke persoon de toelating geven om dit voertuig gedurende een periode van zeven kalenderdagen te gebruiken. In dit verband moet er zich een document conform de minimale vermeldingen bepaald in bijlage 3 van dit besluit, aan boord van het voertuig bevinden, dat de toelating van de houder van de beroepsplaat om dit voertuig ter beschikking te stellen, bewijst".
Art.14. In artikel 26 van het voormeld koninklijk besluit van 8 januari 1996, vervangen door het koninklijk besluit van 15 december 2019, wordt lid 2 vervangen door de volgende leden 2 tot 4:
"Dezelfde houder mag maximaal twee kentekenplaten per soort plaat en per vestigingseenheid hebben.
Een houder die in zijn vestigingseenheid 20 of meer voltijdsequivalente werknemers tewerkstelt en die dit kan staven met het afschrift van de DmfA (multifunctionele verklaring aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid) van het kwartaal dat aan zijn aanvraag voorafgaat, mag evenwel bijkomende beroepsplaten verwerven waarvan het aantal als volgt wordt bepaald:
- Indien de houder tussen twintig en dertig voltijdsequivalente werknemers in dienst heeft, kan hij een bijkomende beroepsplaat verkrijgen, hetgeen neerkomt op een totaal van drie beroepsplaten per soort plaat en per vestigingseenheid;
- Indien de houder tussen dertig en veertig voltijdsequivalente werknemers in dienst heeft, kan hij twee bijkomende beroepsplaten verkrijgen, hetgeen neerkomt op een totaal van vier beroepsplaten per soort plaat en per vestigingseenheid;
- Indien de houder meer dan veertig voltijdsequivalente werknemers in dienst heeft, kan hij drie bijkomende beroepsplaten verkrijgen, hetgeen neerkomt op een totaal van vijf beroepsplaten per soort plaat en per vestigingseenheid.
Deze beroepsplaat mag worden gebruikt gedurende ten hoogste acht niet-opeenvolgende dagen per jaar en per voertuig".
Art.15. Artikel 27 van het voormeld koninklijk besluit van 8 januari 1996, vervangen door het koninklijk besluit van 15 december 2019, wordt vervangen door het volgende artikel:
"Art. 27 - De nationale plaat wordt aan een bepaald voertuig gekoppeld om gedurende twintig opeenvolgende kalenderdagen op het Belgisch grondgebied de volgende formaliteiten te kunnen vervullen:
- de levering van dat voertuig;
- de verplaatsing van het voertuig met het oog op een herstelling;
- de controle van het voertuig na een herstelling;
- de verplaatsingen voor het voorrijden van het voertuig met het oog op het verkrijgen van een individuele goedkeuring;
- de verplaatsingen voor het voorrijden van het voertuig bij een instelling belast met de technische controle van de in het verkeer gebrachte voertuigen;
- de demonstratie van dit goedgekeurde voertuig. Het doel van de demonstratie is een goedgekeurd voertuig aan het publiek te tonen. De houder van de nationale plaat mag ook een natuurlijke persoon toestemming verlenen om dit voertuig met de nationale plaat te gebruiken.
- de test van een voertuig dat al meer dan dertig jaar in het verkeer is gebracht, door een expert in het kader van een expertise van dat voertuig".
Art.16. Artikel 28 van het voormeld koninklijk besluit van 8 januari 1996, vervangen door het koninklijk besluit van 15 december 2019, wordt vervangen door het volgend artikel:
"De nationale plaat is voorbehouden aan elke natuurlijke of rechtspersoon die in België verblijft. In dit verband zij verwezen naar paragraaf 1, lid 2, van artikel 3 van het besluit van 20 juli 2001 betreffende de inschrijving van voertuigen, waarin is bepaald dat het verblijf in België betekent dat deze personen aan een van de volgende voorwaarden voldoen:
a) ingeschreven zijn in de bevolkingsregisters van een Belgische gemeente en een minimumleeftijd hebben van zestien jaar;
b) ingeschreven zijn in de Belgische Kruispuntbank van Ondernemingen als rechtspersoon;
c) als rechtspersoon opgericht zijn door of krachtens het internationaal of buitenlands recht en beschikken over een vaste verblijfplaats in België waar het voertuig beheerd of gebruikt wordt".
Art.17. Artikel 35 van het voormeld koninklijk besluit van 8 januari 1996, vervangen door het koninklijk besluit van 15 december 2019, wordt vervangen door het volgende artikel:
"Art. 35. De aanvrager moet op het aanvraagformulier voor registratie de volgende aanvullende informatie vermelden:
- of de maximale cilinderinhoud, uitgedrukt in kubieke centimeter, van voertuigen waarop een "handelaarsplaat" of "beroepsplaat" zal worden aangebracht;
- of de maximaal toegestane massa, uitgedrukt in kilogrammen, van deze voertuigen;
- of allebei van het bovenstaande".
Art.18. In artikel 44 van het voormeld koninklijk besluit van 8 januari 1996, vervangen door het koninklijk besluit van 15 december 2019, wordt lid 1 vervangen door het volgende lid 1:
"De houder die het voorwerp uitmaakte van een inbeslagname van een van de in dit besluit bedoelde platen, zal geen aanvraag voor een nieuwe kentekenplaat voor hetzelfde soort plaat als die welke het voorwerp uitmaakte van de inbeslagname kunnen indienen, en dit gedurende een periode van een jaar te rekenen vanaf de vaststelling van de onrechtmatigheden."
Art.19. Bijlage 3 van het voornoemde koninklijk besluit van 8 januari 1996 wordt vervangen door bijlage 1 van dit besluit.
Art.20. Dit besluit treedt in werking op 15 februari 2022.
Art. 21. De minister bevoegd voor Financiën en de minister bevoegd voor het Vervoer over de weg zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 11-02-2022, p. 9956)